Tour: Sebastien Hinault of de wielerbackbencher

08-07-2011 20:00


In de Ronde van Frankrijk gaat het altijd om de eerste plaats. En terecht. Alleen in Nederland worden voetbalteams gehuldigd die tweede worden, de rest van de wereld wil de winnaars zien. In de Tour de France betekent dat het in de vlakke ritten gaat om Mark Cavendish, Tyler Farrar en Alessandro Petacchi. Veel meer kanshebbers zijn er niet. Er sprinten echter wel een man of tien voor de nummer 7 positie. Tourvolgers hebben het dan consequent over een massasprint. Dat is logisch omdat het hele peloton bij elkaar zit. Het zijn dus echter slechts een paar namen die meedoen voor de overwinning. Een van de mannen die consequent níet meedoet voor de overwinning is Sébastien Hinault. Een notoire 6e plek rijder. Wat net zo goed plek 6, 7, 9 of 11 kan zijn. Zo’n renner die je honderd keer terugziet in de rituitslag en waarvan je vervolgens meteen weer de naam vergeet.

Zo’n Sébastien Hinault is al vanaf 1998 professioneel renner. Hij wint her en der z’n koersjes, maar nooit teveel. Het vergt een bijzondere instelling om te rijden als Sébastien Hinault. Je wéét dat je nooit meedoet om de overwinning. Toch werp je je in de levensgevaarlijke massasprints. Je loopt hetzelfde risico als de Cavendishes van deze wereld, maar je krijgt er niets voor terug. Ja, in het voorjaar, bij andere wedstrijden, daar win je nog eens wat. Of je rijdt een top 10 plek in de Ronde van Vlaanderen, een wedstrijd waar je tenminste een beetje eer krijgt voor je noeste werk. Maar zo in de Tour, moet je jezelf iedere dag weer oppeppen. Allez Sebastien, een top 10 in de Tour, daar kun je mee thuiskomen.

Backbenchers
Zulke renners zijn toch belangrijk. Het is pelotonvulling, maar wel goede pelotonvulling. Pelotonvulling die het onbedoeld mogelijk maakt dat de echte sprintkanonnen kunnen schitteren. Eigenlijk zorgen zij voor het spektakel in de massasprints, want dankzij hen lijken dat echte massa-aankomsten. Zoals je in de politiek ook backbenchers nodig hebt, om de kopstukken te laten schitteren. Kleurloze Kamerleden, die hoogstens af en toe een rare motie binnenhalen of wat onnodige proefballonnetjes oplaten, zijn ook nodig. Zonder hen zie je immers niet wat de goeden wél doen.

Een Sébastien Hinault, je mist hem nooit in de koers, behalve als hij er niet meer is. Dat is waarschijnlijk volgend jaar. Dan bekijk je de deelnemerslijst en bedenkt: hé, waar is Sébastien Hinault. Zoals je ook opeens bedenkt: “he, zit Mei Li Vos niet meer in de Tweede Kamer?” Hij gaat er waarschijnlijk mee stoppen. Hij heeft genoeg 6e plekken gehaald. En vooruit, ook één overwinning in de Ronde van Spanje, in 2008. De 15 minutes of fame van een echte wielerbackbencher.

Hinault rijdt een prima onopvallende Tour. Plaatsen 4, 7 en 10. En zo hoort het ook. Zoals het ook hoort dat Cavendish won. Hushovd houdt de gele trui.