Gisteren sprintte Thor Hushovd met de cadans van een tijdrijder bergop een Fransman voorbij. De zware, gespierde Noor – die vorig jaar wereldkampioen werd door een massasprint te winnen – won met overmacht de Pyreneeënrit. Een verrassende en indrukwekkende prestatie, maar de Fransen riepen massaal boe. Prima dat al die buitenlanders naar hun Ronde komen, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat ze Franse renners de vernieling in rijden. Het moet wel leuk blijven.
Vandaag leek het even heel leuk te worden voor de Fransen. Sandy Casar liet de kopgroep achter zich en reed alleen Plateau de Beille op. Ook toen de favorieten achter hem zich begonnen te roeren, hield de Fransman moedig stand. Maar op 6,5 kilometer van de streep kwam Jelle Vanendert – de hoop van Vlaanderen – hem als een ware Thor Hushovd voorbij stormen. Bonjour Sandy, et adieu! Vanendert won de etappe naar Plateau de Beille na een prachtige solo. Tot nu toe won iedere etappewinnaar daar ook de Tour, maar dat zal dit jaar niet opgaan.
Gaatjes dichtdansen
Wie wint dan de Tour dan? Heel voorzichtig beginnen de Fransen te hopen op een feest dat het verdriet om alle niet-gewonnen etappes in één klap doet vergeten. Want misschien gaat dit jaar wel buitengewoon leuk worden. Thomas Voeckler, de man in het geel, liet zich er vandaag niet afrijden door begenadigde klimmers als Andy en Fränk Schleck, Cadel Evans en Alberto Contador. Sterker nog, Voeckler nam het op zich om sierlijk alle gaatjes dicht te dansen. Hij was veruit de sterkste.
Zou hij nog teruggedacht hebben aan de rit van 17 juli 2004? Ook toen reed hij in het geel naar Plateau de Beille, met niemand minder dan Lance Armstrong op zijn hielen. Als hij in die etappe een voorsprong kon behouden zou hij de leiderstrui zeker tot in de Alpen kunnen dragen. Hij vocht voor elke seconde en wat niemand verwachtte lukte: hij hield maar liefst 22 seconden over op ritwinnaar Armstrong. Toen Voeckler over de streep kwam balde hij even zijn vuistje.
Zekerheden voor wielerliefhebbers
Vandaag, zeven jaar later, maakte de Fransman hetzelfde gebaar op de top van Plateau de Beille. Hetzelfde vuistje, dezelfde opluchting, dezelfde blijdschap. En wederom de verbazing bij alle wielervolgers: dit kan Voeckler toch helemaal niet? Het ongeloof is zelfs zo groot dat er wordt gefluisterd over verboden middelen. Een sprinter die de etappe over de Aubisque wint, vooruit, een beloftevolle Belg die zegeviert op Plateau de Beille, natuurlijk, maar Voeckler die met de besten mee kan? Dat spot met het laatste restje zekerheden waar wij ons als wielerliefhebbers aan vastklampen.
Voeckler begon te giebelen als een klein jongetje toen Bernard Hinault hem na de etappe vertelde dat hij de Tour kon winnen. Hij geloofde er niets van. Maar hoe zouden de benen van Andy Schleck en Cadel Evans de kansen van Voeckler na vandaag inschatten? De favorietenbenen, die hebben de waarheid in pacht.