NRC hoofdredactie tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend

28-07-2011 12:00

In het hoofdredactioneel commentaar van 26 juli haalt NRC Handelsblad hard uit naar het internet. Beschreven wordt hoe een kunstenaar foto’s van twee jonge meisjes gebruikt in zijn expositie ‘Showroom Girls’. NRC stelt dat dit project “etaleert hoe klakkeloos mensen nog altijd omgaan met sociale media, hoe weinig ze zich bekommeren om hun privacy. (…) Het lijkt of niemand de brenger van het slechte nieuws wil zijn, bevreesd afgerekend te worden als old school-spelbreker die anderen hun gein niet gunt.” Met dit commentaar plaatst NRC zich in een lange traditie van technologievrees, volledig ongehinderd door enige kennis van zaken. NRC doet dat bovendien schaamteloos over de lichamen van wat zij zien als de meest kwetsbare mediagebruikers: jonge meisjes.

Hitsige videoclips
Het commentaar begint met een schets van twee meisjes van 15 die elkaar fotograferen met een webcam in een warenhuis. De meisjes worden neergezet als onschuldig, die echter aangezet door “hitsige videoclips van MTV” elkaar omhelzen op een manier die ongepast is. NRC verwijst hiermee naar de discussie over seksualisering door hiphopvideoclips, een discussie die inmiddels enige tijd achter ons ligt.

Ik heb niet alle foto’s gezien, maar ik vraag me af welke videoclips hier exact bedoeld worden. De foto’s die publiekelijk te zien zijn op de website van FOAM waar de expositie loopt, laten twee vrolijk poserende meisjes zien die op geen enkele wijze overeenkomen met hitsige videoclips die ik ken. De poses zijn nauwelijks uitdagend, zeker als we in ogenschouw nemen hoe meisjes zichzelf doorgaans presenteren op sociale netwerksites. De claim van nadoen is ook discutabel. Media-invloed werkt niet als een injectienaald, maar kijkers geven zelf actief betekenis aan dat wat ze zien. Uit verschillende onderzoeken blijkt bovendien dat de ophef over seksualisering een mediahype was, zonder feitelijke basis.

Cyberstalken
De foto’s op de computer in het warenhuis zijn vervolgens gekopieerd door een kunstenaar die ze voor een expositie heeft gebruikt. NRC vindt het misbruik van deze kunstenaar acceptabel, omdat een kunstenaar geen “kwaadwillende blogger of …  een pestkop van hun school” is en hij de meisjes onherkenbaar heeft gemaakt. De kunstenaar heeft de meisjes vervolgens gecyberstalkt, in de zin dat hij ze heeft opgezocht op verschillende sociale media en het web in het algemeen, waarbij hij bijvoorbeeld een rapport van een van de meisjes vond. Het is onduidelijk waar – rapporten staan doorgaans niet op Facebook.

In het stuk wordt geclaimd dat de jeugd slecht omgaat met privacy op sociale netwerken. De foto’s zijn echter gestolen van een computer in een warenhuis. NRC voegt er daarom aan toe dat sociale media extra gevaarlijk zijn in combinatie met “toepassingen van it-techniek”, die volgens de krant “gezonde achterdocht” vereisen. Hoewel ik inderdaad het moment vrees dat Skynet zelfbewust wordt, is het natuurlijk onzinnig om bang te zijn voor een fototoestel. In plaats daarvan leerde mijn moeder me dat ik mannen moet vrezen die zich voor kunstenaar uitgeven.

Het is dus raar dat de kunstenaar vrij weg komt. Het is alsof er bij de meisjes ingebroken wordt, maar ze moeten daar niet over zeuren want hun spullen worden gestolen door een kunstenaar en niet door een naargeestige blogger. Het is volgens NRC ook nog eens de schuld van de meisjes dat er bij hen is ingebroken: zij bekommeren zich te weinig om hun privacy. We weten echter helemaal niet of de meisjes de foto’s niet gewist hebben uit onwetendheid over mogelijke consequenties of omdat ze bewust vonden dat er niets mis is met de foto’s. De krant doet daarbij voorkomen alsof privacy een kwestie is die alleen onder jeugd speelt. Uit onderzoek weten we echter dat ook ouderen slecht omgaan met privacy op sociale netwerken.

Spelbreker
Het commentaar insinueert vervolgens dat scholen kinderen onvoldoende leren om te gaan met zulke toepassingen. Blackberry’s zouden mogen in de klas omdat anders de sfeer wordt bedorven. De meeste scholen kennen echter een beleid voor mobiele telefoons en op veel basisscholen zijn ze gewoon verboden. Wat het gebruik van een telefoon in de klas te maken heeft met privacy op sociale netwerken blijft onduidelijk, waarom dit een taak van school is overigens ook.

Volgens NRC is een leerprogramma sociale media ondenkbaar. NRC gaat daarmee voorbij aan de vele initiatieven op het gebied van mediawijsheid (zoals de inzet van mobieltjes en sociale media in het leerproces). In plaats daarvan werpt de krant zich op als echte ridder: alleen zij durven dit uit spreken, alleen zij zijn niet bang die old school-spelbreker te zijn. Hier negeert de hoofdredactie de vele oproepen tot mediawijsheid (met Tofik Dibi in de voorhoede), die we tijdens de seksualiseringsdiscussie en daarna uitentreuren gehoord hebben.

Verward
Tot slot kan NRC het niet laten uit te halen naar Twitter, een medium dat ze al eerder bespotten. “Wie de hele dag door tweets verzendt, is verslaafd, verward en bezig zijn leven te ruïneren. Die behoeft ouderlijke aandacht en professionele afkickbegeleiding.” Twitteraars worden daarmee niet alleen gereduceerd tot kinderen (wat ze in termen van leeftijd zelden zijn), ze worden ook gepathologiseerd. De connectie met de meisjes uit het warenhuis is volledig verdwenen. Wat overblijft is een zure krant, die erop rekent dat haar lezers niet nadenken en die waarheidheidsvinding gretig inruilt voor tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend commentaar.

Linda Duits doet onderzoek naar populaire cultuur en promoveerde op meisjescultuur.