Het was afgelopen weekend vermakelijk om te zien hoe ver de ploegen stonden in de voorbereiding. Zo deed Heerenveen het best lekker met een doelpuntenfestijn tegen Olympiakos. En het waren Ajax en FC Twente die als kampioen en bekerwinnaar een wedstrijd deden om Johan Cruijff Schaal. Ajax verloor en mag zich daarvoor schamen. Ze waren beter dan de Tukkers maar kregen de bal er niet in. Het contrast met de oefenwedstrijd die Feyenoord de dag erna speelde tegen het Spaanse Malaga was enorm. In Rotterdam mag men zich zorgen maken over het nieuwe seizoen.
blinde paniek
Aan Ajax zag de liefhebber afgelopen zaterdag dat die ploeg begrijpt wat voetballen is. De lange bal kwam wanneer die nodig was, de korte ook en men combineerde het hele veld over. Zoals dat hoort. Het verliep bij Ajax nog niet vlekkeloos, maar er verliep tenminste iets. Bij Feyenoord verliep er niets. Die hebben in de paar dagen dat Ronald Koeman trainer is geleerd dat er iets bestaat als een driehoekje. In zo’n ding is het de bedoeling dat de bal wordt rond gespeeld tot er elders een vrije man is gevonden. En Feyenoord speelde de bal dan ook rond. Keurig in het driehoekje. Tot men in blinde paniek ontdekte dat er buiten het driehoekje nog een hele wereld bestond en men de bal naar voren jaste. Bal kwijt, tegenstander blij en de Rotterdammers konden met zijn allen weer terug naar achteren.
Bij Ajax hadden ze ook een spits in het veld. Dat is zo’n man die als hij de bal krijgt probeert te scoren. Logisch lijkt dat, maar bij Feyenoord hadden ze zo’n man niet. Blijkbaar is Koeman op het geniale idee gekomen dat een ploeg als Feyenoord ook zonder spits prima rendeert. Vorig seizoen sloot men af immers af met een negatief doelsaldo, dus dat moet beter kunnen en dan doet men het gewoon zonder voorste man. Het kwam erop neer dat twee aanvallers over de flanken naar voren stormden en twee middenvelders met een gemiddelde lengte van één meter vijftig erachteraan renden. De boomlange verdedigers van Malaga hadden een makkelijke dag. Zoals een beetje verdediger straks in de competitie tegen Feyenoord altijd een makkelijke dag heeft. En zo waren er meer dingen die in het voordeel van de Amsterdammers uitvielen. Heel veel dingen. Balans bijvoorbeeld. Spelers die bij elkaar passen. En nog heel veel meer.
Langs de kant
Het is voor de Rotterdammers triest om te constateren dat de achterstand op aartsrivaal Ajax nu al onoverbrugbaar is. Ajax is in deze de Ferrari. De motor loopt nog niet op toeren en er kan hier en daar een drupje olie bij. Het duurt niet lang en de boel draait daar op volle kracht. Feyenoord is de Trabant. Een auto waar je aan ziet dat die niet draait. Een apparaat waarvan men de beschikbare onderdelen bij elkaar heeft geharkt. Hard rijden zullen ze nooit. Sterker: men staat straks langs de kant om nooit meer weg te rijden terwijl de Ferrari er soepeltjes langs rijdt.