Paradijsvogels in de collegebanken

26-08-2011 16:30

Na het eerste, nooit gevolgde college-uur volgden uiteraard nog vele college-uren die ik wel gewoon zou uitzitten. Van aanwezigheidsplicht had men nog nooit gehoord, maar toch voelden vele studenten zich verplicht aanwezig te zijn bij de meeste uren, hetgeen soms hilarische situaties opleverde. Allereerst weet je als kersverse student natuurlijk niets van het ‘academisch kwartiertje’, sommige studenten dat van nature al gewoon oppakken uyitgezonderd. Afhankelijk van waar je studeert zit dat kwartiertje aan het begin of einde van het uur. In ons geval uiteraard aan het begin, waardoor menige student in een lege collegezaal bezorgd om zich heen stond te kijken.

De grijns van de kwartier na ‘aanvang’ binnenkomende docent is waarschijnlijk een maand van tevoren geoefend; ook hij weet natuurlijk dat eerstejaars niets weten van dat kwartiertje. “Maar we begonnen toch om 11 uur, dat staat hier?”, werd direct beantwoord met een brede grijns, “dat is nu het academisch kwartiertje” en dat magische “zo gaat dat hier”. Wat dat betreft is een universiteit net een bedrijf, veel dingen gaan nu “eenmaal zo hier” en niemand weet eigenlijk precies waarom. Het enige verschil is dat het in het bedrijfsleven om een onbewust gesleten proces gaat en het in het academische leven vaak om bewust hooggehouden gewoontes gaat, die de hele omgeving een soort status schijnen te verlenen. (Zelfs al weet niemand meer precies wáárom die gewoonte zo ontstaan is.)

Krantje mee
College volgen is ook een soort gezien-en-gezien-worden, zeer waarschijnlijk de verklaring voor al die studenten zonder veel zin die zich toch verplicht voelden zich te laten zien. Natuurlijk waren er wel de docenten die vonden dat je wel aandacht moest besteden aan hetgeen er gezegd werd, je kunt tenslotte net zo goed lekker thuis op bed liggen of aan het bier zitten met je nieuwe vrienden. Als je je toch al hebt voorgenomen zo min mogelijk van het college op te pikken kun je immers net zo goed ergens anders zitten. Opvallend veel docenten waren echter van het kaliber ‘anything goes’ en hielden zich vast aan de gedachte dat je nu eenmaal colleges hoorde te bezoeken en dat, zolang je die niet verstoorde, je daar je eigen invulling aan mocht geven.

Voorin zitten dan in het begin van het jaar altijd die paar corps-lui die er net een avond “kennismakingstijd” op hebben zitten, maar in het kader van studiebegeleiding wel verplicht van de vereniging naar college moeten. Vooraan, zodat iedereen kan zien dat ze er echt zijn, ze lijken het zelf altijd een hele prestatie te vinden. Verderop in de zaal zitten de normale collegevolgers met daar verscholen tussenin de, laten we zeggen, ‘paradijsvogels’ zoals ‘de ontbijter’. De ontbijter schroomt er niet voor een broodje weg te stouwen, een appel te schillen en het ochtendnieuws tot zich te nemen. Nog net niet breeduit neemt hij zijn courant door terwijl voorin een man iets probeert te zeggen over complexe getaltheorie of iets dergelijks. Op zijn beurt slaat die man de ontbijter welhaast automatisch over wanneer zijn blik door de zaal glijdt; een bizar schouwspel, zeker als je je bedenkt dat het niet van te voren is afgesproken.

Moe
Naast de ontbijter is de bekendste college-paradijsvogel ongetwijfeld ‘de slaper’ die, inderdaad, zijn college-uur vult met het betere zittend slapen. Sommige beginners liggen nog half over twee tafeltjes heen, maar de echt geoefende slaper zit netjes in een bankje met de armen over elkaar voor zich uit te staren in het niets. Ook hier volgt hetzelfde fenomeen, bij de één kun je er direct uit, maar bij velen moet je maar lekker doen waar je zelf zin in hebt. Zo is het blijkbaar altijd geweest, of in ieder geval weet men uitermate goed te doen voorkomen dat het altijd zo geweest is.

Het is moeilijk te zeggen of deze behandeling van studenten nu precies is wat er altijd mis was met het hoger onderwijs. Misschien lijkt het een sterk argument voor strengere selectie, maar eerlijk gezegd zijn de meeste studenten die er nooit toe kwamen “vakjes te gaan halen” zo juist op vrij natuurlijke wijze vrij vlot afgevloeid. Een correlatie tussen iets uitvoeren tijdens college-uren en prestatie leek in ieder geval in de praktijk erg miniem, zoals altijd gaat het meer om de dingen die je er omheen doet. En je kunt ook nauwelijks zeggen dat diegene die liever een compiler schreef in de kantlijntjes nu volstrekt onprofessioneel bezig was, natuurlijk.

CC-Foto: Joop Anker