Je vertrekt vlak na de regen. Met een flink uur in de file kom je in het vrijwel donker aan. Massa’s mensen, ergens op een veld in de polder, banen zich een weg door zompig gras. Maar morgen wordt het mooi weer. Bier uitpakken. Lowlands 2011.
Van camping 5 loop je in 20 minuten naar het festival-terrein, langs de muntautomaten. Munten die koop je niet, die pin je. Dat werkt vrij eenvoudig. Je wilt er 50, toetst je pincode in en drukt op OK. Het kan zijn dat je de eerste keer nog nadenkt over hoeveel geld dat eigenlijk is. Wees gerust, da’s alleen de eerste keer. Groot bier: anderhalve munt.
Brood of een flesje water bij je? Inleveren bij de ingang, deponeren in de afvalbak. Er mag helemaal niets mee naar binnen. Ja, je sigaretten, pinpas en munten en dat wat je in één beker kunt overschenken. Dat laatste heet dan ‘coulance’. Maar euh, dat is toch overal zo? Precies, het is vanzelfsprekend. Reken op zeker 25 munten per dag aan eten en drinken.
Daar gaan we dan
Langzaam maar zeker vult het terrein zich, niet alleen met mensen. Wegwerpbordjes, servetten, kartonnen loempiabakjes, frietzakken, bestekjes, plastic bekers. De hier en daar uitgedeelde afvalzakken ten spijt. “Ja”, zegt het meisje van de biertap, “die muntjes halveren is onhandig, je moet gewoon meer bier halen.”
Groen karretje gezien? Greenpeace was er ook. Maar wat gebeurt hier nou eigenlijk? Greenpeace vertoont zich op een festival waar de UberConsument zich laat bekoren door het genot van de ‘continue consumptieve aankoop’. Terwijl die overconsumptie precies de oorzaak is van de oerwoudkap die ze zegt te willen voorkomen.
Afrika opeten
Nee, de stand van Oxfam Novib dan: “WE EAT AFRICA”. Ongetwijfeld is de boodschap ironisch, dat hoop ik dan tenminste. Maar daar blijft het niet bij. Consumeer hier, dan ben je eerlijk. Vergeet even je carbon footprint van hier tot Africa, het is eerlijk. We doen het goed. Het is de wrange werkelijkheid van Goede Doelen anno 2011: legitimeer het systeem dat je zegt te bestrijden.
Maar we doen toch aan recycling? Daarvoor hebben we de ‘beker-rapers’. Die doen dat. Voor het rapen van 20 bekers krijg je muntje. De bekers worden gerecycled. Soms liggen die bekers echter al in de prullenbak. De beker-raper haalt de beker uit de afvalbak en zie hier: het Lowlands Proletariaat. Wie het kan betalen gooit zijn bekers op de grond. Hoge status.
Welvaartsresten
Op de camping is dat beeld niet veel anders. Aan het eind van het festival ligt het bezaaid met welvaartsresten. Lege bierblikken, flessen en andere troep markeren de plaatsen waar de tenten stonden, als die tenten al opgeruimd worden. De tenten zijn namelijk ook ‘disposable’, opgestapeld naast de afvaldump.
Dan vraag ik me af aan wie Emile Roemer (SP) refereert als hij in de LIMA-tent spreekt van een “Lowlandsgevoel”. Als de heer Roemer even zou hebben rondgekeken, dan had hij kunnen zien dat kunst en cultuur op Lowlands een consumptieartikel is, net als de pizza slices en de hamburgers.
55.000 gelijkgestemde zielen, in een driedaagse orgie van overconsumptie. Op naar Lowlands 2012.
P.S.: Trentemoller was fantastisch.