Zelfs Johan Derksen – de man die 45 jaar van zijn leven doorbracht in en rond de voetballerij – zei het afgelopen woensdagavond in het EO-programma Knevel en Van den Brink: de voetballerij is een pervers systeem geworden van ‘overbetaalde blagen’ die met hun financiële gedrag meer doen denken aan bankiers dan aan voetballers met passie voor hun sport.
We hebben de laatste dag van de transferperiode weer achter de rug. Een dag die door een groot deel van Nederland – en door de Nederlandse sportpers – als enorm belangrijk wordt gezien. Maar deze dag kun je ook anders ervaren, zoals ik dat bijvoorbeeld deed: een dag van plaatsvervangende schaamte. De laatste dag van de transferperiode maakte namelijk weer pijnlijk duidelijk hoe verkeerd het voetbal in elkaar zit.
Clubliefde
Ooit bestond het voetbal uit een aantal clubs die samen streden om de landstitel. Het was de tijd van voetballers als Coen Moulijn, die 17 jaar voor zijn geliefde Feyenoord speelde en daar een normaal salaris voor kreeg. Voetballers als Moulijn waren geen ingevlogen buitenlandse spelers die na één jaar doodleuk bij de grootste concurrent gingen voetballen. Nee, spelers als Moulijn werden iconen: de gezichten van hun club.
Natuurlijk was vroeger niet alles beter, maar de voetballerij heeft de afgelopen jaren pijnlijk bewezen dat bij groei vervelende excessen kunnen horen. In dat opzicht doet de voetballerij helaas steeds meer denken aan de financiële wereld. De parallellen zijn talrijk.
Bonus
De meest in het oog springende parallel is natuurlijk die tussen de beloningen van bankiers en die van voetballers. Een tekenend voorbeeld daarvan is de Surinaams-Nederlandse voetballer Royston Drenthe. Hij speelde bij Real Madrid in 3 jaar slechts 46 wedstrijden, maar streek daar wel een bruto jaarsalaris van 3 miljoen euro voor op.
Dit soort veel-verdienen-weinig-presteren beloningen zijn voor de mensen met normale banen ondenkbaar, maar in de voetballerij en het bankwezen al lang niet meer spraakmakend. En al zou een club zijn beloningsbeleid willen veranderen, dan wordt dit bijna onmogelijk gemaakt door de heersende norm. Als PSV zijn spelers een lager salaris zou geven, zouden die spelers de week daarna bij een andere wel veel betalende club spelen. Datzelfde geldt wanneer je bankiers hun gigantische bonussen zou afpakken.
Speculanten
Een tweede parallel is te vinden tussen de ‘makelaars’ van voetballers en speculanten op de beurs. Makelaars verkopen voetballers op het juiste moment aan de juiste club voor het juiste bedrag en speculanten doen dat hetzelfde maar dan met aandelen. Beiden zijn ze niet geïnteresseerd in wat ze verkopen, maar slechts in de winst. Zo werd de ‘makelaar’ van Ruud van Nistelrooy schatrijk met het verkopen van Van Nistelrooy aan de juiste clubs.
Johan Derksen zei het woensdag al in Knevel en Van den Brink: zo’n makelaar hoeft slechts een paar keer in de roos te schieten om miljonair te worden en dat geldt ook voor speculanten. Het verontrustende is echter niet zozeer de beloning die ze voor hun amper geleverde werk opstrijken, maar vooral hun ontwrichtende werking in de sector waarin ze werken. Speculanten kunnen hele landen de afgrond in storten, evenals makelaars die voetballers verkopen aan clubs met astronomische schulden, die daardoor een nog hogere schuldenlast opbouwen.
Hypocriet
En de laatste parallel die ik wil trekken, betreft de hypocriete houding die de voetballerij en de financiële wereld delen ten opzichte van de overheid. Beide sectoren staan afhoudend ten opzichte van de overheid. Op zich is dat een prima houding, immers de overheid moet zich niet bemoeien met zaken die sectoren zelf prima af kunnen. Dit verandert echter wanneer sectoren zich zo gaan gedragen dat het maatschappelijk onaanvaardbaar wordt.
Het is dan ook behoorlijk beschamend dat de voetballerij geen politieke inmenging wil in bijvoorbeeld het organiseren van het WK, maar dat PSV wel met open portemonnee naar de gemeente Eindhoven loopt als ze de rekeningen niet meer kan betalen. Datzelfde gedrag zie je bij banken: ze willen geen wet die de beloningen regelt, maar zodra bijvoorbeeld ING op omvallen staat, mag de overheid wel de portemonnee trekken. Het is niet vreemd dat voetbalclubs en financiële instellingen zich zo gedragen. Ze weten immers dat de overheid wel bij zal springen als het nodig is.
Crisis
De enige – tijdelijke – oplossing voor de problemen in de voetbalwereld zal dezelfde zijn als destijds bij de banken: het zal een keer flink mis moeten gaan. Clubs zullen nog grotere problemen moeten gaan krijgen met hun financiële situatie. En naar deze climax zijn we zowel nationaal als internationaal goed op weg. Misschien wel het beste voorbeeld daarvan is dat de KNVB van alle eredivisieclubs alleen FC Twente nog financieel gezond acht.
Johan Cruijff zei ooit: ‘Voetballen is simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen’. En hij had gelijk. Het wordt tijd dat voetbal weer om liefde voor het spel en voor de club gaat. Het wordt tijd om weer simpel te gaan voetballen.
CC-foto: Glenn Harper
Funs Elbersen (15 jaar) is scholier, columnist en geeft lezingen. Dit stuk verscheen eerder op VK.nl