“Ik heb veel aan Sparta te danken en weet dat de club veel investeert in jeugdige spelers. Het vertrouwen dat Foeke Booy aan mij heeft gegeven de afgelopen periode is belangrijk en bovendien zou ik niet gratis bij Sparta weg willen gaan na afloop van mijn contract”, aldus de destijds achttienjarige Kevin Strootman toen hij in 2008 zijn contract met het Rotterdamse Sparta verlengde. We hebben hier dus te maken met een profvoetballer met het hart op de juiste plaats. Een clubhart. Gisterenavond zorgde hij persoonlijk voor een hoogtepunt in zijn carrière toen hij zijn eerste goal scoorde voor Oranje. Want nadat de beste man in februari debuteerde voor ons nationale elftal is het een vaste waarde. Een verdienste van de doodsaaie man zelf.
Stabiel
Na vier seizoenen in de Eredivisie met zijn grote liefde Sparta én een half seizoen in de Eerste Divisie tekende Strootman bij FC Utrecht. Hij maakte daar zoveel indruk dat de Engelse clubs voor hem in de rij stonden. Zoals het een doodsaaie man betaamt dacht de voetballer daar goed over na. Hij besloot dat het beter voor zijn ontwikkeling was om in eigen land een stapje hoger te gaan voetballen. PSV werd de ploeg van keuze. Een goede zet. Het bedrag dat voor de speler werd neergelegd is nooit exact bekend gemaakt. Men fluistert dat het om dertien miljoen euro gaat.
Strootman is bij PSV inmiddels een stabiele factor, wat wordt gewaardeerd door het publiek. Die houden volgens de speler zelf van zijn absolute winnaars-mentaliteit. En dat is waar ze in Eindhoven na het aarzelende begin van dit jaar op zitten te wachten. Geen gelul, maar voetballen. Ook de bloedfanatieke Belg Dries Mertens gaat daar door muren en mag zich op grote populariteit onder de fans verheugen. Met de absentie van Rafael van der Vaart en Nigel de Jong bij Oranje en ook ene Theo Janssen die afwezig is blijkt Strootman een prima vervanger. Jammer voor hem dat het hele gebeuren rond het internationale voetbal een korte levensduur kan hebben omdat als die mensen weer fit zijn hij buiten de boot valt. En buiten het veld leidt hij een rustig leven.
Sieraad
Doodsaai dus. Dat was ook te zien hoe hij zijn goal tegen Finland vierde. Aandacht is niet zijn ding, aldus de voetballer zelf. Niet van de media, niet van zijn medespelers. Stiekem waardeert hij het applaus wel en dat is hem gegund. Van Strootman hoeven we dus geen wilde escapades met drank, drugs of blonde vrouwen te verwachten. Want Strootman is Strootman. Doodsaai, in een wereld waar ego’s, mannetjes en nog meer mannetjes de dienst uitmaken. En dat maakt het verhaal rond de gedreven man zo mooi. Doodsaai is in dit geval een sieraad, dat zich over enkele jaren uitbetaalt als Strootman vindt dat hij klaar is voor een echt grote club.