Voor het tot een eerste keer kwam, heb ik veel droog geoefend. Eerst op de oude Puch eencilinder dubbelzuiger die mijn vader in de garage had staan. Ze was al lang dood en kwam alleen door mijn lippen tot leven. Het geluid dat ik maakte als ik aan het gas draaide klonk alleen niet zoals de Puch bij leven en welzijn voortbracht. Ik deed iets in 500 cc viertakt, terwijl de Puch dubbelzuigend met 175 cc in tweetakt knetterde. Als ik uitgespeeld was op de Puch, kroop ik in mijn vaders Mini 850. Daar kon ik sowieso niet van afblijven. Ik denk dat ik haar met alle droogoefeningen behoorlijk heb uitgewoond. Ze deed er gelukkig nooit moeilijk over. Mijn overvloedige poetsende strelingen van haar rode huid maakte wellicht een hoop mishandeling goed. Eens zou ze de mijne zijn. En, zo op mijn dertiende werd ze het. Althans, ik mocht het de eerste keer met haar doen.
Puch 175 dubbelzuiger (foto: Amicale Puch)
Het grote gebeuren vond plaats op het Studentenpad in het Drentse Wapserveen. Ze zeggen dat de eerste keer tegenvalt. En dat is ook zo. Zeker als je vader naast je zit. Om uit te leggen hoe het moet. Nu kan dit zaken een stuk makkelijker maken, alleen niet als je vader de didactische eigenschappen heeft van een Duitse leraar. Mijn pa had dergelijke eigenschappen niet. Hij had ze van Dzjengis Khan. Dzjengis leek die dag bovendien kiespijn met een ochtendhumeur te hebben. Ik overdrijf. Het was lang niet zo erg als toen hij me leerde klokkijken. Toen moest ik binnen een minuut de juiste tijd hebben gegeven anders volgde er kinetische opvoeding. De eerste keer maakte mijn liefde niet minder. Ik bleef naar haar hunkeren.
Studentenpad (foto: JeeVeeKaa -Google Earth)
Uiteindelijk werd ze ook de mijne. Mijn eerste. Het werd een innige relatie. Ze was wel al een beetje op leeftijd toen ik haar kreeg, maar voor mij bleef ze sweet sixteen. Tot het onvermijdelijke einde toe. Dat kwam in die tijd voor Mini’s meestal erg jong. Zij heeft echter tot ver over de ton geleefd. Zonder de gebruikelijke minikwaaltjes zoals incontinentie met smeermiddelen. Of niet willen. Ze wilde altijd en overal. Tot de luchthavenpolitie op Schiphol, waar ik werkte, haar gevaarlijke overbodige onzin vond. De Lupo’s voerden haar af naar een vernietigingskamp. Ik was ontroostbaar.
Ik zocht het daarna bij andere wielen. Waar ik liefdeloos mee omging. Ik vond het niet. Zelfs niet op mijn eigen motor. Dat was toch anders. Uiteindelijk werd duidelijk dat alleen een nieuwe Mini troost kon bieden. Ik vond het in een Italiaanse schone. Innocenti heette ze. Innocenti Cooper. Godverdomme wat was ze heet. Een blitse bliksem. Ik was altijd opgewonden als ik in haar klom. Met haar was het weliswaar niet zo romantisch en innig als met mijn grote liefde, maar Innocenti leerde me wijze lessen.
Innocenti Cooper 1300 (foto: Simoncars)
Bijvoorbeeld dat de multicultuur kan werken. Dit, als je goed oppast welke ingrediënten je mengt. De British Motor Corporation 1275 cc dubbelcarb A-serie motor van 71 pk en Mini carrosserie werden onweerstaanbaar verleidelijk met de fraaie aankleding van Innocenti uit Milaan. Een gelukkig huwelijk. Het kan helaas ook anders. Zowel bij Nissan als Alfa Romeo wil men niet herinnerd worden aan hun zoon Arna. Een kwalijke vuilnisbak. Een ernstig geval van onzorgvuldige menging van genen.
In Inno
In the mood