Mariko Peters heeft niet zo’n lekkere zomer achter de rug. Zou dat de reden zijn dat ze momenteel even niet teveel aan het verleden herinnerd wil worden? Je moet het maar in je hebben om uitgerekend zo’n onbenullig onderwerp als een slavenplaatje op de Gouden Koets beet te pakken in een poging om de aandacht weer te vestigen op je parlementaire werk. Gelukkig heeft de Rijksvoorlichtingsdienst al laten weten niet overstag te gaan, maar het is de moeite waard om de motivatie van zo’n afleidingsmanouvre proefballonnetje onder de loep te nemen. Opdat men lere en parlementariërs aan de slag gaan. Met echt werk.
Walgelijke symboliek!
Mariko en haar medeondertekenaars voeren aan dat de beeltenis ‘Hulde der Koloniën’ grote “weerstand oproepen” en gebruiken dit rechtstreeks als argument voor een meer ‘eigentijdse’ afbeelding op de Gouden Koets. Dat is natuurlijk eigenaardig, want als “grote weerstand” het criterium is, zou Mariko Peters ook haar conclusies moeten trekken en haar eigen Kamerzetel ter beschikking moeten stellen. Gewoon, voor een nieuw, fris gezicht waar het hele land eens met een meer onbevangen blik naar kan luisteren. Maar het argument rammelt op meer punten. Allereerst laat het zich doorgaans goed voorspellen wat de reactie is op meer “eigentijdse” vormen van architectuur, “eigentijdse” zwarte gele, blauwe paarse pieten enzovoort: weerstand. Van andere bevolkingsgroepen, maar niettemin: weerstand. Mariko Peters en consorten weten dat er geen alternatief voor handen is dat door iedereen gesteund wordt, en varen derhalve maar op hun eigen onderbuikgevoelens.
De weerstand is bovendien door de Kamerleden helemaal niet onderzocht. Het is vooral hun eigen weerstand, en Tweede Kamerleden van GroenLinks laden nu eenmaal snel de verdenking op zich dit soort ideeën te lanceren uit de pure verveling die volgt uit een lang zomerreces. Voor zover dit soort initiatieven serieus moeten worden genomen, zou men het verwachten van een burgercomité en niet van parlementariërs.
Grootse pretenties
Ergerlijk zijn wellicht de grootse pretenties van de kritiek. Want ook wordt aangevoerd dat de beeltenis ons herinnert aan een “gruwelijke periode in de Nederlandse geschiedenis”. Dit terwijl we allemaal weten dat er in het koloniale tijdperk grote verschillen bestonden in de manier waarop slaven werden behandeld. De slaven op de Gouden Koets zien er juist heel gezond en weldoorvoed uit. De achterliggende gedachte is natuurlijk dat geschiedenis alleen een plaats heeft in musea en de geschiedenisboeken, maar dat ieder spoor, hoe klein en onbenullig ook, uit het openbare leven geweerd moet worden.
Daar valt best iets voor te zeggen als een soort shock therapie. Van mijn kant geen onvertogen woord voor – ik noem maar als voorbeeld – West-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog waar symbolen van nazistische ideologie radicaal uit het openbare leven zijn verwijderd. De rechtvaardiging is hier dat zulke actieve herinneringen aan een heel recent en heel pijnlijk verleden grote weerstand oproept, en het politieke discours onwenselijk beïnvloedt in de richting van – ik noem maar wat – nieuw fascisme.
Normaal gesproken helen wonden langzaam en slijten herinneringen. De behoefte aan meer historisch besef is volgens velen groot. Terwijl het nationale 4 en 5 mei comité zich al enkele jaren ernstig zorgen maakt hoe we de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog “levend” kunnen houden, moeten we van Mariko Peters echt geloven dat ‘Hulde er Koloniën’ grote weerstand oproept.
Nog meer goede redenen voor een “eigentijdse” Gouden Koets? Persoonlijk lijkt het me onwaarschijnlijk dat ‘Hulde er Koloniën’ tegenwoordig inspireert tot het heroveren van onze koloniën en 21ste eeuwse slavenhandel. Maar vooral is continu sleutelen aan de symboliek van het koningshuis – toch niet bepaald een neutraal en oncontroversieel instituut! – eerder een Orwelliaans aandoende poging om de status quo voortdurend voor te stellen als rechtvaardig, tijdloos en neutraal. Dat smoort meer fundamentele kritiek meer dan dat het ze voedt. De weerstand mag groot zijn, maar de ideeën zijn klein.
Eric Stam vindt Gouden Koetsen uberhaupt niet meer zo van deze tijd, maar heeft liever dat ze rondrijden in originele staat.