ThePostOnline

De ijzeren vuist van de Mexicaanse onderwijsvakbond

22-09-2011 12:00

Een Mexicaanse vriend van me vertelde me onlangs dat hij graag uit Mexico weg wil om werk te zoeken. ‘Ik denk aan drie landen’, zei hij, ‘De Verenigde Staten, Canada of Alaska.’ Toen ik hem verbaasd vroeg waarom hij Alaska als een apart land noemde, keek hij nog verbaasder. ‘Alaska is toch een land?’ Pas toen ik een atlas erbij pakte, zag hij zijn topografische fout in. ‘Ik snap het niet’, mompelde hij verbouwereerd, ‘Mij is op de middelbare school geleerd dat Alaska een apart land is.’ Na voorzichtige navraag bleken veel kennissen hetzelfde te denken.

Het is niet ongebruikelijk dat Mexicanen van de middelbare school afkomen en niet alleen matig onderwijs hebben genoten, maar vaak ook dingen hebben geleerd die helemaal niet kloppen. De kwaliteit van het Mexicaanse onderwijs is de laatste decennia naar een bedenkelijk niveau afgegleden. De OECD, de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling, plaatst Mexico permanent onderaan de lijst met schoolprestaties van de lidstaten

Waarom is het onderwijs in Mexico zo slecht? Mexico spendeert een fors deel van de begroting aan onderwijs, zo’n 25% van het totale budget. Dat is heel wat meer dan de Verenigde Staten (17%), Spanje (11%) of Duitsland (9,5%). Toch functioneren de Mexicaanse scholen niet.

Kutwijf
Een belangrijke oorzaak van het falende onderwijs is de Mexicaanse onderwijsvakbond SNTE. Met 1,2 miljoen leden is het de grootste vakbond van Latijns-Amerika, en zeker de machtigste. De SNTE wordt geleid door Elba Esther Gordillo, een carriérepoliticus die in de jaren ’90 tot ‘leider voor het leven’ van de vakbond werd uitgeroepen. Haar bijnaam is La Maestra, ‘De Juf’, maar in de volksmond wordt ze ook wel Adder, Tang of gewoon Pendeja (Kutwijf) genoemd. Dit niet in de laatste plaats omdat Gordillo, een voormalig lid van de PRI (de partij die Mexico 70 jaar lang dictatoriaal regeerde tot 2000), de SNTE vooral als een machtsinstrument ziet, en bepaald niet de kwaliteit van het Mexicaanse onderwijs voor ogen heeft.

De SNTE is een echte power broker: politici die de bond tegen zich krijgen moeten op hun tellen passen. Als Gordillo haar honderdduizenden leden mobiliseert tegen een kandidaat, kan die bijna vergeten gekozen te worden. De SNTE-onderwijzers kunnen weinig anders, omdat het niet steunen van Gordillo meestal ontslag en een verdere carriére in het onderwijs vergeten betekent. La Maestra heeft mettertijd overal bondgenoten op leidinggevende posities in het onderwijs laten aanstellen, waardoor haar positie in de bond praktisch onaantastbaar is. Onlangs zei ze zelfs met droge ogen dat ze tijdens de verkiezingen van 2006 met president Felipe Calderón een politieke deal had gesloten, iets wat de president zelf stellig ontkent.

Handtas
Gordillo lijkt die positie vooral te gebruiken om heel veel geld binnen te harken. De gemiddelde docent op een kleuterschool verdient in Mexico ongeveer 350 euro per maand, maar Gordillo zelf loopt rond in merkkleding van vele duizenden euro’s, heeft meerdere fraaie huizen in Mexico en de VS en werd onlangs gespot met een handtas ter waarde van een euro of 4000. Ook is de salarisongelijkheid in de SNTE vrij opmerkelijk: 90.000 onderwijzers verdienen opmerkelijk veel geld. Een docent bleek zelfs zo’n 60.000 dollar per maand van de bond te ontvangen.

De SNTE heeft ook een opvallend hoog aantal ‘vliegeniers’ in dienst. Zo worden docenten genoemd die nooit voor de klas staan, maar wel gewoon maandelijks hun cheques komen cashen. De bekendste Vliegenier in de bond is waarschijnlijk Servando Gómes Martínez, beter bekend als La Tuta. Deze leider van drugskartel La Familia Michoacana stond tot dit jaar keurig als docent geregistreerd bij de SNTE en bleek zelfs tot voor kort zonder problemen zijn onderwijzerssalaris te innen.

Monster
Al die opmerkelijke ‘onregelmatigheden’ in de bond komen voort uit de machtshonger van Gordillo, die haar SNTE gebruikt om haar positie als machtigste vrouw van Mexico te handhaven. De eerdergenoemde deal met Calderon zou ze hebben gesloten in ruil voor het posteren van vriendjes van haar op invloedrijke posten.

De enorme macht van de vakbond is een overblijfsel uit de PRI-dictatuur. Die partij heeft na de bloedige Mexicaanse Revolutie (1910-1920) bijna een eeuw lang het adagium if you can’t beat them, absorb them gehanteerd: om de nationale eenheid van Mexico te bewaren, kocht de partij-elite gewoon alle machtige instituties om. Vakbonden, het leger en grote bedrijven werden niet bestreden of onder de duim gehouden, maar in de PRI-partijmachine opgenomen. Zo konden monsters als de SNTE ontstaan.

Waardecrisis
De gevolgen van deze bizarre vrouw en haar bizarre vakbond voor het Mexicaanse onderwijs zijn evident. Het gaat er in het Mexicaanse onderwijs niet om je als docent goed kan lesgeven, maar of je trouw bent aan Gordillo. Zo kan je als docent Engels zonder ook maar een woord Engels te spreken een goedbetaalde plek als onderwijzer op een middelbare school krijgen, zolang je maar trouw La Maestra steunt. Sinds de jaren ’90 heeft de federale regering geprobeerd de macht van de vakbond in te perken, maar daar is nooit veel van terechtgekomen. Je tegen Gordillo keren staat in Mexico gelijk aan politieke zelfmoord.

Een tijdje geleden sprak ik met een docent aan een private universiteit (die geen leden zijn van de SNTE) over de Mexicaanse drugsoorlog. Hij meende dat de drugsoorlog vooral het gevolg is van een waardecrisis: Mexicanen worden niet goed opgeleid, leren geen goed burgerschap op scholen en worden daardoor almaar kwetsbaarder voor de cultuur van geweld en straffeloosheid die zich nu van sommige delen van het land meester heeft gemaakt. De oplossing? Beter onderwijs, vond hij. Maar laat dat nu net bijna onmogelijk zijn, door de straffe hand van Gordillo.

Volgend jaar zijn er in Mexico presidentsverkiezingen. De drugsoorlog zal doorgaan, ongeacht wie er wordt gekozen. Het inzetten van militairen tegen de georganiseerde criminaliteit heeft klaarblijkelijk niet geholpen. Een andere aanpak is nodig. Misschien moet de nieuwe president er eens aan denken zijn pijlen op iets anders te richten. Een zekere onderwijsvakbond bijvoorbeeld.

Jan-Albert Hootsen is Zuid-Amerikacorrespondent voor onder andere Trouw, het ANP en de Wereldomroep. Tweewekelijks schrijft hij voor DeJaap.