“Ik ben een Nederlander met Marokkaans bloed. Ik ben een moslim en ik heb een fokking Gouden Kalf in mijn handen!” Zo nam Nasrdin Dchar vrijdag de prijs voor beste acteur in ontvangst. Met het statement wist de hoofdrolspeler van Rabat het publiek in de zaal en dat voor de buis voor zich in te nemen. De sympathieke speech van Dchar is voor Gerton van Unnik, Statenlid in Noord-Holland voor de PVV, aanleiding om op te roepen tot minder generaliseren van moslims. “Het over één kam scheren van moslims moet stoppen”, aldus Van Unnik.
Onevenredig
“Het kan niet zo zijn dat we de groep afrekenen op het gedrag van een enkeling”, vindt de PVV’er. “Het is goed om het succes van Dchar te benoemen, maar dat neemt niet weg dat het overgrote deel van de moslims gewoon keihard radicaliserende straatterroristen zijn. Voor bijzondere gevallen als Nasrdin Dchar hebben de Nederlandse media onevenredig veel aandacht. Dat kan nooit goed zijn.”
“Stel je eens voor hoe het voelt om elke dag in de krant te moeten lezen hoe goed Marokkanen, Turken en andere Noord-Afrikanen het doen in de samenleving, terwijl jij als joden- en vrouwenhatende handenweigeraar weet hoeveel slecht geïntegreerde medemoslims er zijn in dit land. Ja, dan zou ik ook gouden beelden voor de neus van blanke joods-christelijke cultuurdragers weggrissen.”
Onderscheid moet
“Persoonlijk ken ik bijvoorbeeld geen moslim die kan acteren”, gaat Van Unnik verder. “We moeten Dchar dan ook niet aanspreken als ‘moslim’, maar als ‘moslim met mazzel’. Dat onderscheid moet je maken. Alleen dan doe je recht aan de verschillen tussen aan de ene kant moslimterroristen en aan de andere kant moslims die terrorist hadden kunnen zijn. Het is maar net hoe je door de omstandigheden wordt gevormd. Wat bijvoorbeeld als hij niet voor een ‘Gouden Kalf’ maar voor een ‘Gouden Big’ was genomineerd? Zou die sharia-toneelspeler dan nog zo trots zijn geweest?”
