Een stelregel in Amerikaanse verkiezingspolitiek luidt dat verkiezingen die draaien om domestic issues, om binnenlandse onderwerpen, meestal gewonnen worden door Democraten, terwijl Republikeinen verkiezingen winnen waar veiligheid en buitenlandse onderwerpen centraal staan. Democraten investeren immers in nationale voorzieningen, waar Republikeinen waken voor gevaren van buitenaf. Voor Obama lijkt echter het omgekeerde te gelden nu zijn nationale beleid onder druk staat terwijl de ene na de andere vijand van Amerika onder de grond verdwijnt. Osama, Anwar en Muammar maken van Barack echter een beetje een George.
Imago
Toen president Obama in 2008 campagne voerde was een van zijn beloftes dat hij het internationale imago van Amerika zou verbeteren door, na cowboy George W. Bush, niet langer de politieagent van de wereld te spelen. Op die belofte alleen al sleepte Obama de Nobelprijs voor de Vrede binnen. Zijn verkiezingsspeech in Berlijn en zijn redevoering in Caïro waren exponenten van het nieuwe Amerika dat onder president Obama de hand uit stak naar de rest van de wereld. Voor ingrepen die strijdig zijn met het internationale recht was geen ruimte meer en de veiligheid van de wereld zou vanaf 2009 ook de verantwoordelijkheid van de wereld worden.
In de praktijk is van die belofte maar weinig terecht gekomen. Natuurlijk kijkt de wereld met hele andere ogen naar Obama dan destijds naar Bush en is het imago van Amerika daarmee ten positieve veranderd, maar in de morele rechtvaardigheid van beleid zit weinig verschil. Obama begon in 2009 nog voortvarend met zijn pogingen om de gevangenis op Guantanamo Bay te sluiten en de verdachten van terrorisme een eerlijk proces te bieden, maar kwam al snel tot de conclusie dat dit op niets uitdraaide. Er was te weinig politieke steun voor zijn plannen en veiligheidsdiensten spraken hun zorgen uit over de consequenties van het beleid. Inmiddels is Guantanamo Bay van de politieke agenda verdwenen en lijkt ook Obama nog weinig te malen om de rechten van zovelen die in het teken van de War or Terror werden opgesloten.
Liquidaties
Waar Guantanamo in de schoenen van Bush geschoven kan worden, is dat wat betreft de omgang met leiders van Amerika’s vijanden niet mogelijk. George W. Bush zag er nog op toe dat Saddam Hussein een (eerlijk) proces kreeg in Irak maar daar is onder Obama geen ruimte voor. Osama bin Laden werd door Seal Team Six door zijn hoofd geschoten, Anwar al-Awlaki werd getroffen door een raket van een onbemand vliegtuigje, een zogenaamde drone en gister stierf Muammar Gaddafi dus kort na zijn arrestatie. Processen komen er niet aan te pas terwijl de ene na de andere vijand omvalt.
Over de dood van Osama bin Laden zullen weinig mensen klagen, het leverde Obama zelfs een redelijk sprong in de peilingen op. Bij Anwar al-Awlaki zat dat echter anders. Dat kopstuk van Al-Qaeda was immers een Amerikaans staatsburger en dus had hij volgens veel Amerikaanse politici, Republikeinen en Democraten gezamenlijk, niet zonder een proces geëxecuteerd mogen worden. Het was voor de Republikeinse presidentskandidaat Ron Paul zelfs reden om zich hardop af te vragen of Obama niet afgezet en strafrechtelijk vervolgd moest worden voor het schenden van de grondwet. De dood van Gaddafi zal minder weerstand op roepen – hij is immers niet door Amerikanen omgebracht – maar de betrokkenheid van Amerika in de beginfase van de Libische burgeroorlog zonder inspraak van het Congres zorgde wel voor de nodige vraagtekens.
Bad cop
De intenties van Obama zullen ongetwijfeld goed zijn en de hoop dat hij het anders kon aanpakken dan zijn voorganger oprecht, maar in de praktijk is Amerika nog altijd de politieagent van de wereld en schroomt het land niet om af en toe de bad cop te spelen. Het is niet het Witte Huis dat de echte lijnen uitzet als het gaat om veiligheid maar het Pentagon en dus is het naïef te denken dat een nieuwe president een volslagen nieuw beleid zal brengen. Obama lijkt zich in ieder geval een ding te realiseren en dat is dat de gebrekkige internationale ervaring van al zijn Republikeinse tegenstanders voor 2012 hem de mogelijkheid biedt om in ieder geval die dimensie van de verkiezingen naar zich toe te trekken. Zo vertoont de Democratische bipartisan president veel overeenkomsten met zijn Republikeinse voorganger.
Adriaan Andringa zal tot de presidentsverkiezingen in 2012 regelmatig verslag doen van het Amerikaanse politieke schouwspel.