Ratna Pelle schreef een reactie op mijn betoog van vorige week die erop neer kwam dat ik niet ontsnap aan de bekende clichés en de polarisatie in het debat en in mijn lezing van de historische feiten de facto partij trek tegen Israël. Ze impliceert zelfs dat ik eigenlijk zou vinden dat Israël een “mislukt experiment is dat maar beëindigd moet worden” (waar haalt ze dat in godsnaam vandaan?), en stelt dat als je de feiten niet kent je je het beste kan onthouden van “gespierde uitspraken”. Nou wil ik die laatste stelling deels best onderschrijven, maar de achterliggende veronderstelling dat ik de feiten niet zo goed zou kennen is totaal ongefundeerd en grotendeels onterecht. Het is vooral een schitterend argumentum ad hominem. Desalniettemin een reactie.
Een historisch unicum
Pelle impliceert – overigens zonder onderbouwing – dat de stichting van Israël een proces was waaronder de Palestijnse bevolking niet zou hebben geleden, en stelt dat Israël in principe niet kunstmatiger is dan Libanon, Irak of Jordanië. Dit is wel een heel bijzondere voorstelling van zaken. Natuurlijk zijn vrijwel alle landen in de regio in zekere zin postkoloniale samenraapsels van land en mensen (hallo Syrië), maar geen ander gebied ter wereld heeft meegemaakt wat in Israel en Palestina gebeurd is: de doelbewuste opbouw van een totaal nieuwe natiestaat door grote groepen immigranten op een plek waar al zoveel mensen woonden.
Het is dus bizar om te beweren dat Israël niet bijzonder is. Dat is het wel: Israël is een historisch unicum. Er was daar een samenleving, en die is de facto in drie, vier decennia vervangen door een totaal andere samenleving, en de komst van deze samenleving, opgebouwd door nieuwkomers, heeft een groot effect gehad op de (relatieve) sociaaleconomische situatie van de oorspronkelijke bevolking. Het heeft er ook toe geleid dat die mensen nu niet meer wonen waar hun grootouders woonden vóór de zionistische ‘verovering’ van het beloofde land. Velen onder hen hebben daar tot op de dag van vandaag geen vrede mee.
Radicaal Expiriment
Ik begrijp dat mijn formulering dat Israël een radicaal experiment van de twintigste-eeuwse maakbaarheidswaanzin gecombineerd met een negentiende-eeuwse, nationalistische preoccupatie met oorsprong is niet bij iedereen in even goeden aarde valt. Het was ook niet vleiend bedoeld. Er is veel, heel veel af te dingen op de ideologische agenda waarmee Israël in de loop van de twintigste eeuw ontstaan is.
De overtuiging dat een volk ergens hoort waar het al tweeduizend jaar niet meer woont en dat je dat land zo maar even op kan eisen kan je niet los zien van de obsessie met het verre verleden die de late negentiende en vroege twintigste eeuw kenmerkten – zo werd de koloniale bezetting van Libië door Italië in 1912 eveneens (mede) gelegitimeerd vanuit het idee dat wat ooit aan Rome toebehoorde, nu aan Rome teruggegeven zou worden. En dan zwijg ik nog even over de legitimatie die archeologen als Kossinna gaven aan Hitlers territoriale driften. Totale oorsprongswaanzin.
Het idee dat je vanuit het niets een totaal nieuwe samenleving kan opbouwen (met nieuwe mensen, nieuwe dorpen, nieuwe steden en een nieuwe taal) is daarnaast niet los te zien van de buitengewoon optimistische opvattingen over maakbaarheid die de hele twintigste eeuw kenmerkten. Zie ook: Verzorgingsstaat. Zie ook: Vijfjarenplan. Zie ook: Esperanto.
In de eenentwintigste eeuw kijken we anders tegen deze dingen aan en zouden we dingen anders doen. Israël is een extreem product van de tijd waarin het ontstaan is. Het is bizar dat te ontkennen.
Het bestaansrecht van Israël
Dat brengt me bij een laatste punt waarvan ik mij helaas genoodzaakt zie het ten overvloede nogmaals te benadrukken. Israël is al zestig jaar een feit, en Israël is niet meer weg te denken van deze aardbol.
Het bestaan van Israël, en het relatieve democratische en economische succes van het land heeft voor velen een grote (en positieve) betekenis – niet alleen voor de inwoners van het land, maar ook, naar ik meen, voor een flink deel van de joodse gemeenschap en voor velen in de westerse wereld. Dat is een waardevol iets, zeker ook indachtig het onbeschrijflijke lot van de joodse gemeenschap in de tweede wereldoorlog en de lange geschiedenis van endemisch, pan-Europees antisemitisme die daaraan voorafging.
Er zijn mensen die kritisch zijn op Israël omdat ze het bestaansrecht betwisten en er zijn mensen die kritisch zijn op Israël zonder dat ze het bestaansrecht van het land betwisten en voor zover ik kritisch ben op Israël, hoor ik bij die tweede groep. Het is tenenkrommend dat sommigen iedere kritiek op Israël aangrijpen om iemand te diskwalificeren door te suggereren dat hij Israël liever zou zien verdwijnen. Als dat je voornaamste bijdrage aan het debat is, zou ik zeggen, houd dan vooral je mond.