Mauro is een hot topic op de beeldbuis, in de huiskamer en bij de koffieautomaat. Twee derde van de Nederlandse bevolking vindt dat de asielzoeker moet blijven. De kwestie grijpt velen van ons aan. Minister Gerd Leers wil Mauro terug naar zijn geboorteland Angola sturen. Mauro is een goed geïntegreerde knul die nog geen letter op een politioneel strafblad heeft staan. Hoogstens heeft hij een strafblaadje van de juf moeten vulllen met twintig keer de zin ‘Ik mag niet meer in correct Nederlands met mijn buurjongen praten als de juffrouw aan het woord is’. Want ja, Mauro gaat ook nog eens netjes naar school waar hij feilloos Nederlands spreekt en tal van vriendjes en vriendinnetjes heeft. Sinds een week kennen we allemaal de sympathieke Mauro. We kunnen zien dat hij bang is omdat hij misschien weg moet. Onze Mauro.
Vandaar dat wij ons maatschappelijk hevig verzetten. Er worden protestsongs geschreven, er is een internetpetitie, men is massaal verontwaardigd op Twitter, er wordt gedemonstreerd op een plein en elke tv-uitzending besteedt er wel een groot item aan. Er scheurt zelfs een politieke partij uiteen. Onze Mauro mag niet weg.
Ver-van-ons-bed-show
De zeven miljoen kinderen die elk jaar wereldwijd – onder andere in Angola – aan ondervoeding sterven kunnen op minder empathie rekenen. Dat is maar een jaarlijks terugkerend cijfertje. Het kent geen persoonlijk verhaal, geen gezicht, geen Limburgs accent. Het staat allemaal ver bij ons vandaan. Beelden van ondervoede kinderen leveren hier en daar een ‘oh wat erg’ op – waarna we vervolgens rustig bij het avondeten aanschuiven. Onder de meest filantropische Hollanders kan er nog net een tientje per maand vanaf voor een of ander goed doel. Het staat in schril contrast met de commotie waar onze Mauro op kan rekenen.
Jozef Stalin zei het ooit:
Eén dode is een tragedie, een miljoen doden is een cijfer.
Is het dan slecht dat we ons om Mauro bekommeren? Integendeel. Elk mensenleven dat de verdoemenis ingestuurd wordt, is er eentje te veel. Maar het is wel wat hypocriet. Want stel dat Mauro door ons toedoen mag blijven, realiseert u zich dan dat de welvaart nog steeds oneerlijk verdeeld is. En realiseert u zich dan dat multinationals waarvan u de producten koopt, nog steeds kinderen in Angola een schamel loon geven. Maar besef vooral dat er nog steeds miljoenen Mauro’s zijn die ook een eerlijke kans willen op een menswaardig bestaan, maar die niet krijgen.
Nu de vraag: blijft het bij een spandoek voor Mauro? Blijft het bij een vurig betoog tegen het beleid? Of besluit u vanaf nu fair trade producten te kopen? En sluit u – nadat Mauro gered is – onmiddelijk een microkrediet af? Zo ja, dan pakt u de kern van het probleem aan. Zo nee, dan bent u een moraalridder zonder zwaard, die slechts een laffe stomp heeft uitgedeeld.
Dit artikel verscheen eerder op het weblog van Ruben Munsterman