Nederlandse studenten verklaren juridisch de oorlog aan de langstudeerdersboete van minister Zijlstra. Vandaag verstuurden het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) een dagvaarding aan de staat om de langstudeerderswet. De wet werd in juni aangenomen door de Eerste Kamer en treed effectief in werking in september 2012. De studenten zetten alles op alles om de wet alsnog te slopen.
Verhoging of boete?
De wet betekent dat elke student die tijdens zijn bachelor- of masterfase meer dan een jaar uitloopt, drieduizend euro moet betalen bovenop het collegegeld. Maar die wet klopt niet, vinden de studentenorganisaties. Samen met het gerenommeerde advocatenkantoor Stibbe bereidden zij de rechtszaak tegen de staat voor. De wet rammelt omdat deeltijdstudenten over een kam worden geschoren met voltijdstudenten. Bovendien presenteert de staatssecretaris de maatregel als een verhoging van het collegegeld, terwijl het verhoogde collegegeld niet aftrekbaar is van de belasting: een ordinaire boete dus.
Maar het meest principiële punt van de studenten is dat de overheid de regels van het spel niet kan veranderen als het eenmaal begonnen is. Als de langstudeerdersboete in september 2012 ingaat, worden studenten met een boete geconfronteerd, die nog niet bestond toen zij begonnen met studeren. Zij konden dus geen rekening houden met een dergelijke boete, maar die gaat toch direct voor hen gelden. In juridisch jargon: er wordt getornd aan het rechtszekerheidsbeginsel. De studentenorganisaties eisen een redelijke overgangsregeling en zien de rechtszaak met vertrouwen tegemoet. Ze denken dat er vóór het komende collegejaar meer duidelijkheid is voor studenten.