Geert Wilders wil blanker en blonder zijn dan hij is, en dat komt omdat hij een Indo is. Want zo zijn Indo’s, betoogt Sam Gerrits – en voor de lezer het door heeft vliegen hem de stukken versgebakken kroepoek, de verbitterde oude tantetjes en de clichés over Tempo-Doeloeland om de oren. Sam Gerrits is namelijk Indo. Dus hij weet het, en hij mag het zeggen. Welnu. Ik ben ook Indo. Dus ik weet het ook, en ik mag het ook zeggen. Dat ga ik dan ook even doen. En ik ga u vertellen dat Sam Gerrits er (net als overigens Lizzy van Leeuwen in de Groene eerder deed) een potje van maakt.
Nu kom ik zelf niet zo uit een kroepoekfamilie – wij zijn meer van de Pisang Goreng – dus misschien verklaart dat het, maar hoe het ook zij, in mijn familie viel nooit één onvertogen woord over Turken, Marokkanen of iedere willekeurige andere groep immigranten, en er is werkelijk niemand die zich ooit blanker heeft voorgedaan dan hij of zij was. Van een aantal mensen in mijn familie weet ik bovendien dat ze zich grote zorgen maken over de opkomst van Wilders en de manier waarop hij uit de gevoelens van Nederlanders jegens vreemdelingen electorale munt weet te slaan. En dat is maar al te begrijpelijk – de oudere generaties hebben aan den lijve ondervonden hoe die tolerante Nederlandse samenleving nieuwe Nederlanders welkom heet.
Een Hollands onthaal
In mijn familie is het dan ook helemaal niet nodig vanwege Wilders de holocaust of het fascisme aan te roepen zoals in sommige kringen te doen gebruikelijk is. Een blik op de anekdotes uit de eigen familiegeschiedenis zegt genoeg. Opvang in kampen. Koloniale diplomas die niet erkend werden. De publieke stilte over het in de Oost geleden oorlogsleed. Voortdurend bewust gemaakt worden van het anders-zijn, het afwijken van de blanke dietsche norm. Mijn vader kreeg op zijn eerste rapport op Hollandse bodem automatisch een onvoldoende voor Nederlands, want hoe kon je dat daar in de Oost nou in godsnaam ooit goed geleerd hebben? Het is allemaal lang geleden nu, en het is met mijn familie best goed gekomen, maar die gevoeligheid voor integratieperikelen, en de gevoelsmatige, primaire associatie met de vreemdeling, is bij een aantal zeker nog aanwezig. Mijn zeer katholieke Indische oma stemde vorig jaar na een leven lang trouw CDA gestemd te hebben voor het eerst PvdA omdat ze per se niet wilde dat Geert Wilders via de Christendemocraten alsnog aan de macht zou komen. Ze heeft nog net mee moeten maken dat dat helaas toch gebeurde.
Succesvolle Integratie
Nu ga ik hier niet beweren dat mijn Indische familie hier de norm moet zijn. Dat is onzinnig. Maar net zomin moeten we de mopperende tantetjes (bij ons heetten die overigens gewoon ‘tantes’, toen ze nog leefden) van Sam Gerrits tot norm verheffen. Indische families in Nederland delen het een en ander, en één van de dingen die ze delen is dat ze vrijwel allemaal behoorlijk succesvol geïntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving. Vele kinderen van de eerste generatie zijn gemengd getrouwd (zo ook de moeder van Geert Wilders), en van hun kinderen zijn velen donker, maar velen zijn ook blond. Ik heb donker haar, en bruine ogen. Mijn zus is witblond, en heeft blauwe ogen. Dit zie je in meer hollands-indische gezinnen, volgens mij ook in het gezin van Geert Wilders: Geert Wilders was altijd al blond. Zijn broer Paul lijkt wat donkerder. Het grote punt is echter: Indische families delen vooral heel veel niet – misschien wel juist omdat ze zo goed geïntegreerd zijn. Dat hebben ze allemaal op geheel eigen wijze gedaan, op verschillende plekken in het land, en daardoor hebben ze allemaal hun geheel eigen visie ontwikkeld op wat in Nederland mooi en lelijk is.
Beledigend
Het is dan ook ronduit bezopen om Wilders te omschrijven als een typisch produkt van de Indogemeenschap. Ten eerste omdat je daarmee precies die kapitale denkfout maakt die Wilders zelf ook maakt – namelijk het als groep wegzetten van mensen die geen groep vormen – en ten tweede omdat het ronduit beledigend is voor diegenen met Indische wortels door wie de opkomst van Wilders als uitermate bedreigend wordt ervaren – juist op grond van wat ze zelf in hun eigen familie aan autochtoon Nederlands onbegrip hebben meegemaakt.