Als serieuze muziekliefhebber kan je natuurlijk niet met David Guetta aan komen zetten. (En voor de Guettafans met zure reacties komen, ik ben niet de enige die er zo over denkt.) En pubers, er komt een leeftijd waarop je je te volwassen gaat voelen voor LMFAO. Echt. Maar toch heb je soms behoefte aan wat stampende beats en vlotte raps. En geef toe, die laatste van Justice zuigt ballen. Daarom hierbij twee artiesten die op het gladde veld tussen mainstream en muzikaal interessant weten te balanceren: Pictureplane en Theophilus London.
Technological eroticism
Pictureplane heet eigenlijk Travis Egedy en komt uit Colorado. U weet wel, die staat waarvan u eigenlijk niets weet behalve dat de Rocky Mountains en South Park er liggen. Zijn laatste twee albums scoorden een 7.3 en een 7.0 op Pitchfork, dus wees gerust, u hoeft zich niet te schamen wanneer uw vrienden met dikke zwarte brillen dit op uw iPod zien staan. En die laatste plaat, die van de 7.0, Thee Physical, is een knaller. Die opener al, Body Mod. “The ill behaviour is back”, zo’n regel is natuurlijk al een lekkere binnenkomer. Dan beginnen de synths, “the ill behaviour is back” nog eens, en hoppa, de beats knallen los.
Hoogtepunten zijn de single Black Nails en het sensuele Post Physical. Met hulp van Jupiter Keyes (van de ook heel Pitckforkfähige noiseband HEALTH) weet Egedy een sfeer te scheppen die nog het beste te omschrijven valt zoals, inderdaad, Pitchfork dat doet: technological eroticism. Als Trinity uit The Matrix een wilde threesome zou hebben met Blade en Darth Vader, zou Pictureplane de soundtrack zijn.
Rap in skinny jeans
Al vanaf de begintonen van zijn debuutalbum, Timez Are Weird These Days, is het duidelijk dat Theophilus London uit een ander vaatje tapt. Een plaat beginnen door een paar keer oeh en ah te kreunen, dan heb je te maken met een zichzelf serieus nemende rapper. Gelukkig stelt hij zichzelf ook meteen voor. “Last name London, first name Theophilus.” Dat we het weten. Maar toch hebben we hier niet te maken met de zoveelste Jay-Z of Kanye. Het draait niet alleen om de raps, de muziek lijkt net zo belangrijk. En dat zijn geen hiphopbeats, maar eerder stevige electropop. Het is niet voor niets dat London al vaker omschreven werd als hipsterrap.
In sommige nummers komt zijn rapkant sterk naar voren, zoals in de singles Last Name London en Girls Girls $. Maar in de duetten geeft hij gastzangeressen Holly Miranda (Love is Real) en Sara Quin (Why Even Try) ook genoeg ruimte om te kunnen schitteren. En plaats voor experimenten is er ook, zoals in de favoriete track van ondergetekende, All Around The World, waarin hij electro met invloeden uit de bluesrock en een bongobeat combineert, om het uiteindelijk zelf uit te leggen: “We’re back to making music like it’s 1964.”
Theophilus London – Love Is Real (music video) from High5Collective on Vimeo.
Zowel Pictureplane als Theophilus London stampen, beuken en zweten. Maar ze doen dat op een manier waarop er voor de muziekliefhebber heel veel moois in te ontdekken valt.
Sander Spek is een muzieksnob, maar wel een vriendelijke: zolang u maar draait wat hij u voorschotelt zal hij niet op u neerkijken.