(foto: John Shepards flickr-album)
De meeste sportieve brullen zitten boordevol testosteron en zijn imposant. Sommige, zoals dit brulkikkertje, zijn echter klein en lief. En aardig om te zien. Vooral die ogen. Helaas was het kikkertje een beetje een Assepoester. Met net als in het sprookje, een gemene stiefmoeder. Het kikkertje begon in 1958 heel ingetogen met een viercilinder motortje van 948 cc waar slechts een handvol paarden uit kwam. Austin Healey Sprite Mk I heette ze bij haar geboorte. Waar de Britten al snel Frogeye van maakten. Het kikkertje dartelde vrolijk rond over landweggetjes, waar haar bescheiden brul heerlijk zoet klonk. Iedereen werd verliefd op dit kikkertje, hoewel Amerikanen haar een bijnaam gaven van iets dat je doodtrapt. Wat ze natuurlijk niet deden want ook zij smolten weg bij de ogen van hun Bugeye. Zonder stiefloeder zou het nu ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ zijn geweest. Helaas… .
Het stiefloeder heette British Motor Corporation (BMC). Zij bepaalde wat er in de door Donald Healey ontworpen Sprite Mk I aan onderdelen kwam. Om haar goedkoop en klein te houden zodat ze achter het huis in het schuurtje kon wonen, kreeg het kikkertje simpele spullen uit andere BMC modellen. De 948 cc A-serie motor werd geleend van de nogal slome Morris Minor, waar de rack-and-pinion besturing ook vandaan kwam. De best puike onafhankelijke wishbone voorwielophanging op schroefveren kwam uit de Austin A35. Achter werd het een starre as met bladveren. De boel dempen gebeurde rondom met armschokbrekers en remmen deed je met eenvoudige trommels. Om de slome A-serie motor toch een beetje sportief te maken werd er wat aan gefrunnikt en kreeg het twee 1 1/8 inch SU carbs zodat er geen 30 pk uit het tamme gietijzer kwam, maar 43 pk bij 5200 tpm. Een throaty roar waar zelfs Mick Jagger voldoende satisfaction uit kon halen. Je was altijd tevreden in een Frogeye ondanks de twintig seconden om de honderd te halen. Dat honderddertig het maximaal haalbare was, deerde niemand.
Healey ontwierp de Sprite, MG bouwde ‘m. MG behoorde eveneens tot de BMC-groep. Dat stiefloeder dus. MG, jaloers op het succes van het Healey kikkertje, wilde er MG op plakken en stiefmoeder vond dit goed. MG sloeg het lieve kikkertje toen haar mooie ogen plat en noemde ‘r vanaf 1961 Midget. Met de ogen dicht mocht ze als Sprite Mk II wel doorleven als een Healey telg. Alsof ze hier nog niet ongelukkig genoeg mee was, werd haar naam vanwege dit Sprite-Midget gedoe niet zelden nog eens verbasterd tot Spridget ook. De dicht-oogige Sprite Healey hield het tot 1966 uit, de Midget productie staakte in 1971. Naast het stiefloeder met de valse MG dochter, draaide ook Amerikaanse bumpermensen haar de nek om.
(foto: Brian Snelsons flickr-album)
Al het post-1961 smakelijke zoals schijfremmen voor, of de uiteindelijk tot 1275 cc vergrote A-serie motor van 65 pk, ging aan de Frogeye voorbij. Behalve natuurlijk bij eigenaars die met hun kikkertje gingen samenwonen in het schuurtje achter het huis. Zij wisten waar de hete bits te vinden waren dat hun schatje verdiende. Deze schroefden ze dan uit Spridgets of andere familieleden met passend lekkers om de throaty roar van hun mooie ogen op te voeren. Wat ze nog immer doen en ze leven er lang en gelukkig mee.
Het stiefloeder niet. Zij veranderde haar naam naar BMH, BLMC, leefde jaren in slechte gezondheid als British Leyland en kreeg uiteindelijk haar verdiende loon toen ze in 2005 overleed als MG Rover Group. Elke Frog- en Bugeye knipoogde toen stiekem even.
Een ‘geschuurde’ Bugeye