Enigszins verrast hebben wij, schrijvers van het opiniestuk ‘Geheimhouding rapport-Vonk past universiteit niet’, de reactie van onze rector magnificus Bas Kortmann gelezen. Vooraf willen wij het volgende stellen, om alle speculaties lucht uit de zeilen te nemen. Wij hebben de Regeling Wetenschappelijke Integriteit bekeken en hebben steeds duidelijk een onderscheid gemaakt tussen de handelingen van Diederik Stapel en Roos Vonk. Stapel heeft frauduleus gehandeld, Vonk volgens de reacties op het geheime rapport niet.
Wat ons bijzonder tegenvalt is dat op al onze argumenten niet is geantwoord. Men verschuilt zich simpelweg achter regeltjes die men zelf maakte, zonder het debat aan te gaan. Sprak Kortmann in zijn eerste reactie op het interne rapport nog van ‘het in diskrediet brengen van de wetenschap’, nu is dat blijkbaar niet meer belangrijk genoeg om openbaarheid te betrachten. Bovendien heeft Roos Vonk onbewust en ongewild een rol gekregen in één van de grootste fraudezaken in de Nederlandse geschiedenis. Zij pleegde volgens het integriteitsonderzoek zelf geen fraude, maar werkte wel mee aan het frauduleuze vleesetersonderzoek. Toch is echter niet geheel duidelijk wat haar rol was in dat onderzoek. Het enige wat wij kunnen is geloven in alles wat we erover horen. Geloven doe je echter in een kerk, de universiteit is voor wetenschap en kennisverwerving. Daarbij past enkel openbaarmaking van dit rapport.
Wijzigen van de regels
Ten slotte vinden wij het teleurstellend dat Kortmann zowel het debat over wijziging van de regeling en openbaring van rapporten op dit moment niet wil voeren. Hij is echter niet te scabreus om daar alvast een voorschotje op te nemen met: ‘Openbaarheid is niet per se goed.’ Dat is een uitspraak die in onze ogen haaks staat op alle wetenschappelijke waarden. De wetenschap leeft bij openbaarheid en het belang van die waarde is in de kwestie-Stapel keer op keer benadrukt. Openbaring is immers goed voor Roos Vonk zelf, omdat haar naam gezuiverd kan worden, voor de Radboud Universiteit, omdat zij kan aantonen goed onderzoek te hebben verricht, en voor de wetenschap omdat men kan zien waar het fout ging en daar lessen uit kan trekken.
We hopen dat er een inhoudelijke reactie komt op onze argumenten. Dat is in de wetenschap immers de beste reactie op kritiek.