Vroeger ging het zo gemakkelijk, dat flirten. Je zei niks meer tegen degene die je leuk vond, maar giechelde niettemin uit alle macht als hij langs kwam. Je stopte een briefje in zijn kastje met daarop de tekst ‘Ik ben op jou. Ben jij ook op mij?’ en schreef daaronder dan keurig de keuze ‘ja/nee’, zodat jouw geliefde kon omcirkelen wat het goede antwoord was en het dan weer in jouw kastje kon leggen. Was het antwoord ja, dan zweefde je in de wolken en was je verzekerd van een minimaal zes dagen durende, gelukkige verkering. Nog voor de week om was, was het vaak alweer over omdat het ging vervelen of je weer verliefd werd op een ander. Zo ging dat in die tijd. Dagboeken zijn amper bij te houden; elke week staan de hartjes om een andere naam. Maanden achter dezelfde aan lopen was er nauwelijks bij. En zette de desbetreffende persoon een dik, vet kruis door het woordje ‘ja’ en werd je hart in duizend stukken gebroken? Dan vond je alle jongens STOM, en zat je na een week weer achter de volgende aan.
Tegenwoordig gaat dat wel anders. Allereerst is er de ontkenning. Iedereen om je heen weet dat je gek van iemand bent. Het is overduidelijk te zien. Vuurrode boei, knikkende knieën en spontane stotteraanvallen. Klamme handjes, trillende spaghetti-benen en ineens niet meer kunnen wat je normaal gesproken supergoed kan. Maar blijven doen alsof je neus bloed. Stel dat het bij hem terecht komt? Dat kan natuurlijk echt niet; het laatste dat je wil is dat hij het weet.
Het blijft klaarblijkelijk ‘not-done’ om iemand simpelweg te vertellen wat je voelt. Dus zit er niks anders op dan flirten. Wat is flirten eigenlijk? Iemand laten weten dat je hem of haar leuk vindt, zonder dit met zoveel woorden te zeggen. Verlegen lachen, je ogen neerslaan of bepaalde ‘sexy’ blikken beoefenen. Maar als je dan een leuke jongen tegenkomt, vergeet je van de zenuwen even hoe je ook alweer laat weten dat je hem wel ziet zitten. Succes dus niet altijd gegarandeerd. Als je slachtoffer je geschrokken aankijkt en vraagt of je een beroerte krijgt, doe je vast iets niet helemaal goed.
Het flirten is geloof ik een beetje ontstaan om het fenomeen ‘een blauwtje lopen’ teniet te doen. Je kunt namelijk altijd nog zeggen dat je niet naar hem keek, maar een zenuwtrekje aan je oog hebt, en daardoor tijdelijk geen goede zichtcoördinatie. Als je rechtstreeks op iemand afstapt en zegt ‘Hee, ik vind jou wel leuk’, kun je achteraf moeilijk verantwoorden dat het toch niet naar hem bedoeld was.
Daarom zijn misschien de openingszinnen bedacht. ‘Kom je hier vaker?’ Er zijn mensen die het elke week weer proberen in de overtuiging dat het uiteindelijk echt zal werken. Als iemand me bekend voorkomt, vermijd ik het dat te zeggen. Ik wil namelijk niet dat diegene ook maar het kleinste vermoeden heeft dat ik hem probeer te versieren. Zeker niet als dat stiekem ook een klein beetje het geval is. Maar op een keer is het raak: je hebt je meest zwoele blik in de strijd gegooid en jouw droomman komt op je afgestapt. En jahoor, daar zijn de zenuwen weer! Het kost je de grootst mogelijke moeite om geen rode wangen te krijgen, en je zo ‘cool’ mogelijk op te stellen. Híj moet tenslotte moeite doen.
Maar het hard-to-get is ook zo’n verdraaid lastig spelletje. Je gedraagt je maandenlang als koele kikker, en weerhoudt jezelf om je aan zijn voeten te werpen. Om jouw prins op het witte paard er vervolgens vandoor te zien gaan met een ander, omdat ‘’zij me veel meer liefde geeft’’.
Het zou toch makkelijker zijn om een subtiele, doch effectieve manier te vinden om iemand te vertellen dat je hem leuk vindt. Wacht even, die hadden we al! Waarom zijn we ook alweer gestopt met die briefjes?