Sommige organisaties krijgen kritiek om de nogal rigide manier waarop ze vasthouden aan het gebruik van ‘corporate‘ accounts op ‘social media’ zoals Twitter. Op social media moet je immers op een persoonlijke manier mensen benaderen en je organisatie niet “verstoppen achter een logo”? Toch is de twijfel van die organisaties wel begrijpelijk: er schuilt ook een zeker gevaar in het koppelen van je imago aan echte personen op social media kanalen. Laten we het deze keer eens niet over ‘Twitter Codes‘ hebben, maar denk alleen al eens aan het feit dat een werknemer ontslag kan nemen. “Zo gewonnen, zo geronnen”, is voor grotere organisaties een beetje een onhandige manier om te werken: kun je een ambassadeur van je organisatie die mede met jouw input misschien wel heel veel volgers heeft vergaard wel zomaar weg laten gaan? Het antwoord is uiteraard “ja”, maar het is niet zo gek dat men zoekt naar aloude ‘corporate‘ manieren om de online activiteiten te ondersteunen, anders zou je wel eens de nieuwe PhoneDog kunnen worden.
Battle for the Followers
De strijd om volgers is een beetje een flauwe, een digitaal “Wie heeft de langste?”. Toch zal niemand ontkennen dat veel volgers hebben ook best wel eens handig is, als je mensen wilt wijzen op een nieuw artikel dat je hebt geschreven bijvoorbeeld. Dit geldt ook voor bedrijven, het is zelfs de drijfveer voor veel organisaties om zich überhaupt op Twitter te begeven, veel bekijks. Ga maar na: als bedrijf zit je meestal niet op Twitter om leuk te kletsen, maar om contact te leggen met je klanten, je klantenbestand uit te breiden, of op een andere manier het “badwater” te testen van de markt waarin jij je producten uitbrengt. Dan is het wel zo handig als je een beetje publiek hebt. De vraag die zich bij een ‘persoonlijke benadering’ via accounts van werknemers opdringt is: “Van wie zijn die volgers nu?”.
Inmiddels is het bedrijf PhoneDog het klassieke voorbeeld geworden van een organisatie met een follower- en inmiddels ook imago-probleem. Wat wil het geval: gewaardeerd werknemer Noah Kravitz verliet het bedrijf, gewoon zoiets dat in elke organisatie kan gebeuren. Noah Twitterde echter ook actief voor PhoneDog en had hiermee toch al lekker zo’n 17.000 volgers opgebouwd. De vraag is nu of dat zijn volgers zijn, of die van PhoneDog, iets dat zelfs in de rechtszaal uitgevochten zal gaan worden.
Afspraken
In een beetje organisatie kun je je er meestal niet vanaf maken door een beetje vrijblijvend afspraken met elkaar te maken. Werkt in theorie namelijk best goed, maar het wordt vrij lastig als beide partijen uit elkaar gaan, zul je altijd zien. Zeker als dat op een minder mooie manier gebeurt. Toch komt het allemaal weer neer op een beetje common sense. Wanneer je als bedrijf je personeel toestaat om te Twitteren onder werktijd (al dan niet in de hoop dat ze je een beetje promoten) dan kun je dat feit alleen moeilijk zien als rechtvaardiging voor een claim op diens followers. Net als met alle andere unieke vaardigheden die een werknemer heeft moet je als organisatie ook je verlies kunnen nemen als zo iemand uiteindelijk de gelederen verlaat.
Wanneer je als bedrijf echter duidelijk aangeeft dat iemand positie is om namens de organisatie een account (al dan niet “persoonlijk”) te beheren dan is het een heel ander verhaal. Een keurige organisatie staat bij vertrek wellicht toe dat iemand nog via Twitter roept “Hey, ik ga naar organisatie Y!”, als de twee elkaar niet bijten qua concurrentie, maar het account met opgebouwde goodwill hoort in zo’n geval gewoon bij de bedrijfsactiviteiten en -eigendommen van zo’n organisatie. Niet dat je het account niet mag meegeven, maar het is wat raar om te verwachten dat dat zou móeten. Je kunt je wel afvragen hoe goed en bruikbaar het is als je @Piet_Jansen ineens verandert in @Hans_Pietersen wanneer de nieuwe collega zijn aantreden doet. Dat Noah bij PhoneDog als Twitternaam eerst @PhoneDog_Noah had maakt het er niet makkelijker op, al claimt hij zelf dat hem was gezegd dat hij zijn account, na een naamsverandering, mocht houden. Al met al wordt duidelijk dat bedrijven maar langzaam doorkrijgen dat ook online op alle manieren de offline sociale kwesties blijven spelen en dat je daar over na dient te denken. Zul je zien dat we nu weer doorslaan in de richting van vuistdikke reglementen.