Het einde van het jaar is weer nabij. Iedereen met een mening over muziek heeft zich al gebogen over de eindejaarslijstjes of zit daar nog zwetend boven. Op welke plek de nieuwe PJ Harvey te zetten, wat te doen met James Blake of hoe hoog de laatste Elbow te plaatsen zijn de vragen die door het hoofd razen. En dus ook tijd om de balans van Nederlandse releases op te maken. Daarom hier onder een geheel willekeurige lijst zonder enige pretentie met enkel Nederlandse langspelers.
Blues
Een plaat die niet achterwege mag blijven in de blueshoek waar ik deel 2 mee afsloot, is het debuut Texino van Automatic Sam. Deze heren uit de achterhoek spelen op hun eersteling een alleraardigste mix van bluesrock, psychedelica en de fijnere rockriff van Led Zeppelin. Een plaat waarop het lastig is stil te blijven zitten en live zelfs nog aanstekelijker werkt. Een spugende en zwetende bluesplaat, zoals de druppels van een bluesplaat afmoeten rollen.
In een geheel andere hoek leverde Boutros Bubba in de laatste maand van dit jaar een klein meesterwerk af met Ridiculous Wrists. Scherpe mathrock die terugvalt op bands als Rodan, Slint en Shellac met als toevoeging de vrije en humoristische noiserock van Trumans Water. In eigen huis een zeer ondergewaardeerd genre, maar internationaal gezien een uitzonderlijk sterke plaat. Met de absurditeit hoog in het vaandel houdt het drietal je voortdurend op het puntje van de stoel met hun snerpende noise. Geen wending is te vreemd voor de heren Spoelstra, Vreselijk Ongeluk en Freddie Mercury.
Bauer-hit
Op hetzelfde label, Narrominded, kwam dit jaar overigens ook de tweede EP van Katadreuffe uit, Period. Met zijn vier nummers een album dat in geen enkele eindlijst te bezichtigen zal zijn, maar evengoed een album dat Nederland als noiserock-natie op de kaart zet. Dit viertal wringt zich in een kader tussen Cop Shoot Cop, Barkmarket en Girls Vs. Boys, maar dan gespeeld over versterkers waar iemand een bic pen door de speaker heeft geduwd. Rauw, maar evengoed snerpend, snijdend en vooral heel fel.
An Idea For A Plan van Neon Rainbows mag uiteraard ook niet ontbreken. De Rotterdamse band met (ex-)leden van Feverdream, Jimmy Barock, Oil en andere noemenswaardige bands uit de Nederlandse indie-underground, brengt op het debuut een zeer aanstekelijke mix van indiepopliedjes die aan de grootmeesters Cursive en Sonic Youth doet denken. Frontman Rene van Lien beheerst de kunst om de meest triviale zaken wezenlijk en intens te laten klinken. Of, zoals ik het in mijn recensie van dit album beschreef, Neon Rainbows heeft de kracht om zich als een Frans Bauer-hit in je hoofd te graven. Met dien verschille dat je de Rotterdammers er niet net zoals als Brabander na vijf seconden al uit wilt hebben.
Oren open voor 2012
Eveneens uit de havenstad was Face Tomorrow dit jaar alweer toe aan de vierde leg, een titelloos album dat hardcore, indierock en pop in een zucht samenbrengt. Vol met brede arrangementen met een enkel avontuurlijk Radioheadmomentje, maar vooral gedragen door sterke riffs en de emotie doorladen stem van Schrooten. Als er een spotify-lijst is met enkel Nederlandse nummers uit 2011, dan moet Face Tomorrow daar in ieder geval in staan met Burning Bridges. Hier leunend op Tool is het kwintet in topvorm, een topvorm die eigenlijk een doorbraak zou moeten forceren.
En zo zou ik nog wel een dag of twee of drie door kunnen gaan. Over het In a cabin with project van half Bettie Serveert, Me & Stupid. Een album dat gewoon een zeer degelijk Bettie Serveert album is. Of Tika, in die zelfde serie een samenwerking tussen de voormannen van Moss en El Pino And The volunteers. Maar er moet ergens een punt worden gezet. In de wetenschap dat ik de nieuwste albums van Dazzled Kid, Paulusma, De Staat, Eefje De Visser, Tim Knol of andere fijn Neerlands werk niet heb genoemd. De boodschap lijkt me echter duidelijk, ook Neerlands bodem is een zeer vruchtbare bodem. Om maar te eindigen met een van mijn ontdekkingen dit jaar, die aankomend jaar alweer met nieuw album komen. Laat je het jaar maar uitblazen door Dead Neatherthals. En de oren open voor 2012, want er staat een hoop schoons op stapel.
Tjeerd van Erve schrijft op onmogelijk veel plekken, maar bundelt tegenwoordig alles op zijn eigen blog.