Volstrekt willekeurige lijst van liedjes

03-01-2012 20:00

Aangekomen in een tijdperk waar het liedje meer telt dan de langspeler kun je eigenlijk niet voorbij gaan aan het individuele liedje. Reden om een aantal liedjes die ik dit jaar belachelijk veel heb gedraaid op een rij te zetten. Geen waardeoordeel, geen dwingende lijst met wat je mooi (had) moet(en) vinden, gewoon een lijstje met nummers die ik door het jaar heen steeds opnieuw op heb gezet omdat ik ze mooi vind. Een lijstje zoals je vroeger tapes maakte voor je vrienden, althans, zoals ik vroeger tapes maakte voor mijn vrienden.

Wye Oak – Civilian
Van het gelijknamige derde album van het duo Wye Oak is Civilian zo’n nummer dat zich met gemak in het hart boort. Beginnend met een klein folkmotiefje bouwt het geleidelijk aan uit tot een steeds voller en meeslepender rockwerk. Zinnen als “Perfectly able to hold my own hand/But I still can’t kiss my own neck” en “I wanted to give you everything/But I still stand in awe of superficial things” bijten zich in het trommelvlies, voortgeduwd door de scherpe en ijskoud snerpende noisefolk die zich naar het einde toe ontvouwt. In mijn herinnering heb ik dit nummer vooral veel op de fiets onder grauwe, grijze en veelal natte hemelen geluisterd. Maar dat kan ook door de sfeer gevoede perceptie zijn. Overigens niet het enige nummer van deze plaat dat meermaals terugkwam, ook Holy, Holy en Two Small Deaths kwamen vaker terug. Maar ik heb mij zelf beperkt tot een nummer per artiest.

Woody And Paul – The Joker, Baby
Now Please, I’ve got my mind on a cigaret and speed”… Dreigende outlawblues, ronkende rock met een hoog verkochte ziel gehalte. Woody en Paul laten hier horen wat voor een deal ze hebben gesloten voor hun muziek, en die deal lijkt verdomde goed uit te werken. Ook een werk dat klein en dreigend opbouwend naar een krakende en overweldigende climax, en dankzij die prachtige zin eigenlijk een nummer dat ik op had moeten geven aan Ruby van den Brink voor haar zin van het jaar lijst. Duivels goed, eentje waar hier de naald vaak nog invalt (en, niet geheel onbelangrijk, een van de jaar favorieten van mijn oudste zoon).

Arie-Wubbo – My Life Elixer
Samen met Your Ego Might Grow het meest gedraaide nummer van de soundtrack bij Arie-Wubbo’s onwaarschijnlijke roadtrip langs verdwaalde Tilburgers en grote en kleine levensvragen op zoek naar de liefde en vooral, zo niet bovenal, het leven. Daar waar ik bij Wye Oak het gevoel heb dat het elke keer heeft geregend wanneer ik het hoorde, krijg ik hier elke keer de behoefte om in een bebloemde kniebroek en hemd de straat op te rennen. Op teenslippers. Het is immers altijd zomer bij dit prachtwerkje. En ja, ik fluit elke morgen en ik houd van mijn f****** leven. ZONNESCHIJN!

Richard Buckner – Confession
Het nummer dat ik wel naar Ruby heb gestuurd als toevoeging aan haar jaarlijst, uiteraard met maar een zin maar dat hadden er net zo goed meerdere uit deze tekst kunnen zijn. Richard Buckner is al ruim vijftien jaar een constante in mijn platenkast, een gestaag uitbreidende constante. En ook dit jaar met Our Blood heeft hij mij weer erg blij gemaakt. De nummers zijn simpel, haast rudimentair. Maar zijn bezwerende stem en fragmentarische teksten trekken mij geheel in zijn wereld. Confession is daarvan een pracht voorbeeld. Verwacht geen grootse arrangementen, geen overdreven pathos. Buckner is eerder de Maarten van Rossem onder de singer-songwriters dan een (zoveelste) Marc Marie.

The Antlers – Putting The Dog To Sleep
Met elk jaar breidt mijn afscheidslijst zich uit. Dit jaar was de voornaamste toevoeging Putting The Dog To Sleep van The Antlers, het afsluitende nummer van Burst Apart. Begrijpelijk als laatste geplaatst, want na dit begrafenis stuk wil je echt even niets horen, om het even op je in te laten werken. De tragische orgeldrone, die al snel wordt vergezeld door een getergde stem en slepende slaggitaar boort zich een rechte baan door merg en been. Pijnlijk, verlies in toon en woord samengebracht.

Fair Ohs – Baldessari
Met de Fair Ohs keren we terug naar meer zomerse klanken. Afroindierock met een Beach Boys-vibe en een gezonde punk inslag. Een werkelijke meezinger die je bij de eerste beluistering al uit het hoofd kent. Baldessari is wat dat betreft een nummer dat alles voor de hitlijsten heeft. Spijtig genoeg zit er ook wat eigenwijsheid in, en is dat weer niet toegestaan in de Top40. Bij mij breekt de hemel in ieder geval meteen open bij de eerste tromaanslag van Baldessari.

http://www.youtube.com/watch?v=-ovSxd31lyk

Gardens And Villa – Carrizo Plain
Het geluid van zacht zomerse zondagen werd dit jaar het best vertolkt door Gardens And Villa. Vreemd genoeg niet in Sunday Morning zelf, ook op de naamloze lp, maar in Carrizo Plain. Dromerige ingetogen indiepop die klinkt als de eerste stralen die op zondagochtend door de blindering dringen. Licht om nog lekker even bij door te slapen, want niets moet.

Low Vertical – Planetminusmonkey
Turbulent is te rustig om Planetminusmonkey van het Belgische Low Vertical te beschrijven. Vanaf de eerste toon heb je als luisteraar het gevoel je in een muzikale achtbaan te bevinden. De meest voor de handliggende vergelijking is Radiohead, vooral vanwege de avontuurlijke houding van de heren maar ook de stem. Eigenlijk zou elk nummer van hun debuut I Saw A Landscape Once[1] hier kunnen staan, allen even avontuurlijk, vol met verrassende wendingen. Planetminusmonkey is echter illustratief voor de humor, het eigene, de gewaagde wendingen en de spanning die over de gehele plaat hangt. Ik eet mijn schoen (een stug lederen wandelschoen) op als je niet door deze achtbaan wordt gegrepen.

Tika – For Better Or For Worse
Omdat het leven an sich al turbulent genoeg is, is een momentje tijdloos stilstaan ook fijn. Tika, het In A Cabin With project van Marien Dorleijn (Moss) en David Pino (El Pino), is daar een gedegen hulpmiddel bij. Vooral For Better Or For Worse weet een verstilde rust in hoofd en hart te brengen. Kleine simpele indiefolk die klinkt alsof het tweetal in de opening van de salondeur staat te spelen, speciaal voor jou. Het krachtigste van For Better Or For Worse is misschien wel dat je al snel het idee krijgt dat het nummer altijd al bestaan heeft. Heerlijk om even bij te onthaasten.

Nine 11 Thesaurus – 16 Bars
Rauw, ruw, eerlijk, direct en vernieuwend zonder de wortels uit het oog te verliezen. Het collectief Nine 11 Thesaurus komt van de geboortegrond van de hiphop en eert die ‘heilige grond’ met een uniek geluid dat de overstuurde hiphopjazzdubstepblendermixcocktail van Flying Lotus en andere geëxplodeerde drumcomputers met de ‘puurheid’ van de straat samenbrengt. 16 Bars is vier minuten georganiseerde chaos die voor mij alles ademen wat hiphop is.

En daarmee moet ik van mezelf alweer afsluiten. Het mochten namelijk niet meer dan 1000 woorden worden en daar ben ik stiekem alweer overheen. Hopelijk kunt u mij vergeven dat ik daarmee wederom meer ben vergeten dan ik heb genoemd.


[1] Laat je niets wijs maken door anderen, dit was het beste debuut van 2011. :p

Foto CC:  Jester Jay Music