In 2011 deed de PVV voor het eerst mee aan de provinciale statenverkiezingen. Het werd een groot succes: de PVV won overal zetels, en werd in Limburg zelfs de grootste partij. De PVV ging er meeregeren. De vraag is natuurlijk: wat gebeurt er zoal in Limburg, nu de PVV meeregeert? Verandert er echt iets? Laten we eens kijken naar een echt Limburgs onderwerp.
In 2006 werd als proef een nieuwe treinverbinding gerealiseerd tussen Maastricht en Brussel. De Belgische spoorwegen zouden de verbinding uitvoeren. Vlak voor de Belgische grens lag nog wel een klein Nederlands station met een kort perron waar de nieuwe Intercity niet kon stoppen: Eijsden. Het station werd gesloten en er kwam een busverbinding voor in de plaats. Onderzoek liet zien dat Eijsdense reizigers er niet eens ontevreden over waren: er kwamen meer bussen dan er ooit treinen waren geweest.
Punctuele ramp
Maar de Belgische spoorwegen moeten bezuinigen en de verbinding met Maastricht bleek een ramp omdat treinen standaard grote vertraging kregen. De NMBS stopte dan ook met de verbinding, en er kwam een stoptrein naar Luik voor in de plaats. Die trein kan wel stoppen op het korte perronnetje van Eijsden, en het station ging afgelopen december dan ook weer open.
De vraag is natuurlijk: aan wie hebben de Eijsdenaren dit te danken? Is het wellicht gekomen door de inbreng van de PVV, die stelt dat door het optreden van haar gedeputeerden het station weer in gebruik is genomen? Volgens fractievoorzitter Laurence Stassen hebben andere partijen jarenlang alleen maar actie gevoerd, maar niets ondernomen om het station weer open te krijgen. De PVV voegt echter de daad bij het woord.
De SP heeft inderdaad actie gevoerd om het station weer open te krijgen. De SP kan als bewijs zelfs een foto laten zien. De SP-Statenfractie heeft twee maanden voor de heropening nog met buurtbewoners geprotesteerd om het station weer open te krijgen. ‘Actie voeren werkt!’ roept de SP.
Verdienste van de PVV?
De SP stelde ook vragen in het Limburgse parlement in mei 2011. Zij wilden toen al weten of het station heropend kon worden. Het antwoord was veelzeggend: ‘Als Provincie zijn wij noch bevoegd gezag voor de spoorverbinding noch partij in het contract tussen beide spoorwegmaatschappijen. Daarmee bestaat er voor ons geen formele mogelijkheid om te interveniëren in of invloed uit te oefenen op deze afspraken.’ Of in gewoon Nederlands: de NS en de NMBS moeten uitmaken of er een trein in Eijsden stopt, de provincie gaat er niet over.
Als de proef met de Intercity was gelukt, was station Eijsden nooit heropend. Het station behoort niet tot het hoofdspoorwegnet en staat niet in de concessie van de NS. Bovendien is de verbinding verliesgevend. De Belgische Spoorwegen stoppen er om onduidelijke redenen toch, maar als ze daar morgen weer mee stoppen kan Nederland er niets aan doen, behalve natuurlijk de portemonnee trekken.
Conclusie: de PVV roept niet alleen in Den Haag een hoop, maar doet dat ook in de provincie. Overal moet ook de PVV rekening houden met de harde werkelijkheid dat zij niet overal invloed op heeft. De PVV loopt het permanente risico dat haar achterban daar nog eens achterkomt en alsnog wegloopt. Voor de PVV is het maar goed dat veel burgers nooit dit soort vragen stellen.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie. Hij werkt momenteel aan een boek over de achterban van de PVV.