Liberalisme, wie kan er, op de keper beschouwd, iets op tegen hebben? Keuzevrijheid, je eigen keuzes maken, zelf verantwoordelijk zijn – uiteindelijk is het een model dat – tot op zekere hoogte – voor velen werkt. Het is dan ook een bekend mantra dat we vaak hebben gehoord, met name van de zijde van onze zelfverklaarde liberalen van de VVD. De overheid graag zo klein mogelijk, en graag zoveel mogelijk ruimte voor ondernemers en het bedrijfsleven. Maar wat nou, lieve vrinden van de VVD, als dat bedrijfsleven lang zo liberaal niet is? Wat nou als het bedrijfsleven dat beetje overheid dat er nog is wil misbruiken om de samenleving naar haar eigen behoeften te kneden door individuen te sturen en beperken in hun zelfontplooiing? Want precies dat is wat het bedrijfsleven ons kabinet momenteel door de strot probeert te duwen – naar ik mag hopen tevergeefs, maar ik vrees het ergste.
Het zit zo. De overheid onderhandelt momenteel met het bedrijfsleven over investeringen in de kenniseconomie, en het bedrijfsleven wil in principe graag anderhalf miljard euro investeren, maar dat geld moet natuurlijk niet weggegooid worden. Daarom wil men wat in de melk te brokkelen hebben. Bij de besteding? Ja, ook dat. Maar dat deden ze toch al samen. Nee, ons o-zo-liberale bedrijfsleven wil graag een vinger in de pap in ’s rijks onderwijsbeleid. En als het even kan, een stevige vinger ook.
Brief
Dit is wat er in de deze week verzonden aanbiedingsbrief staat:
Onderwijsinstellingen moeten worden gestimuleerd zich te richten op opleidingen die voor de Nederlandse samenleving en welvaartsontwikkeling van groot belang zijn. Opleidingen voor tekortsectoren, zoals voor techniek, die van groot belang zijn voor onze welvaart moeten niet op dezelfde manier behandeld worden als opleidingen met een slecht arbeidsmarktperspectief en een lage welvaartsbijdrage. In het middelbaar en hoger onderwijs moet bij de toegang en financiering meer worden gedifferentieerd. Dit zou invulling kunnen krijgen met de inzet van instrumenten als selectie, collegegelddifferentiatie en ultiem een numerus fixus voor opleidingen met een beperkt arbeidsmarktperspectief.”
Het staat er echt: beperkte toegang, meer collegegeld en een numerus fixus voor opleidingen met een ‘lage welvaartsbijdrage’. Feitelijk vraagt het bedrijfsleven met droge ogen aan ons kabinet ervoor te zorgen dat scholieren en studenten stoppen met zelf nadenken over wat ze met hun leven willen, en dat er druk op hen wordt uitgeoefend om te kiezen voor studies die goed zijn voor de aandelenkoersen en het miljoenensalaris van de CEO’s. De vrije markt op haar liberaalst.
Schandalige inmenging
Het is een schandalige inmenging in de keuzevrijheid van jonge mensen, en het zijn plannen die, als ze doorgang vinden, een desastreus effect kunnen hebben op de samenleving. Stel je voor: een samenleving waarin vrijwel alle hoogopgeleiden technici, economen of medici zijn. Dat is een samenleving waarin vrijwel niemand getraind is fatsoenlijke overpeinzingen te doen over wat ethisch, economisch of technisch verantwoord is. Dat is een samenleving waarin velen kunnen uitleggen hoe iets werkt, maar weinigen kunnen uitleggen waarom het er überhaupt is. Dat is een samenleving die het risico loopt in het politieke debat vaker dan goed is verstoken te blijven van inhoudelijk doordachte argumenten die verder gaan dan een mechanistische effectberekening. Voor echte meningsvorming in een samenleving heb je toch echt ook alfa’s en gamma’s nodig. Ga maar na. Vrijwel alle toonaangevende opiniemakers in Nederland – links, rechts, of recht door zee – zijn alfa, gamma of iets daartussenin.
Los van dat effect geldt dat het de taak van een liberale overheid is om, als zij zich met het hoger onderwijs bemoeit, dat te doen op een dienende, faciliterende manier, en niet op een sturende, beperkende manier. Sturing lijkt me meer iets voor een – ik noem maar een favoriet liberaal spookbeeld – totalitaire staat. Op totalitair kapitalisme zitten we denk ik niet echt te wachten. Wat jullie, liberale vrinden van de VVD? Laten jullie deze aanval op de keuzevrijheid zomaar passeren? Nee, toch? TOCH?
Miko Flohr doet iets met economische geschiedenis in de Romeinse tijd en heeft zodoende een diepgeworteld wantrouwen jegens eenieder die zijn mening baseert op louter cijfers en grafieken.