Geert Wilders werd groot door op radicale wijze gebruik te maken van zijn democratische rechten. Het recht op de vrijheid van meningsuiting. Het recht om het politieke debat te kapen en volledig naar zijn hand te zetten. Het recht om mensen met een andere politieke opvatting systematisch te stigmatiseren en ridiculiseren. Het recht om bevolkingsgroepen op basis van hun etnische achtergrond verdacht te maken en te kleineren. Het recht om vanuit een niet-democratische organisatie deel te nemen aan het democratische proces. Geert Wilders heeft vaardig en zonder scrupules gebruik gemaakt van al zijn rechten en daarmee – ongetwijfeld deels bewust – het halve land de gordijnen in gejaagd, de schrijver dezes incluis.
Pluche, veel pluche
Wilders heeft ook voortdurend gehamerd op het belang van die democratische rechten en zich furieus verweerd tegen iedere poging om hem in zijn politieke strijd te beknotten. Daarmee heeft hij de grenzen van onze democratie volledig opnieuw gedefinieerd. Maar nu de buit binnen is, de zetels gevuld zijn, en PVV-ers hun dagen vullen in die gerieflijke achterkamertjes waar Henk en Ingrid zo ongelofelijk de pest aan hadden, toont de politicus steeds duidelijker zijn ware aard.
Wilders is helegaar geen radicale democraat, maar een openlijk machiavellistische machtspoliticus voor wie het maar om één ding draait: pluche. Veel pluche, en graag langdurig. En het kwartje begint te vallen, bij Henk en Ingrid. Geert Wilders is geen vriend van Henk en Ingrid. Geert Wilders is geen vriend van Nederland. Geert Wilders is niet eens een vriend van de Vrijheid. Geert Wilders is een vriend van Geert Wilders. Democratie? Fijn als het uitkomt. Lastig als het in de weg zit.
Wiens brood men eet
Deze week debatteerde de Tweede Kamer over de nieuwe wet op de partijfinanciering. Als die wordt aangenomen, wordt de herkomst van alle giften van boven de 5000 euro openbaar. Dat is een goede zaak: partijfinanciering raakt het hart van onze democratie, en dat volledig controleerbaar moet zijn hoe partijen aan hun geld komen is van groot belang: we moeten weten wiens brood onze politici eten, en wiens woord men spreekt.
De PVV zou dit ongetwijfeld hartgrondig met mij eens zijn als we het hier zouden hebben over de subsidiëring van linkse partijen door allerlei radicale milieuclubs. Dan zou Dion Graus woest gebarend aan de interruptiemicrofoon staan en zou Hero Brinkman schande spreken van de slinkse strategieën van radicale groeperingen om via omwegen het politieke debat te kapen. De PVV zou dan een ijzersterk punt hebben: ik zou dat ook wel willen weten. Natuurlijk zou ik dat willen weten.
Maar het gaat niet over linkse partijen hier. Het gaat, blijkbaar, over de PVV. En blijkbaar zijn ze bij de PVV heel erg bang dat openlijk bekend wordt waar men het geld vandaan haalt, want ze zijn mordicus tegen de nieuwe wet en gaan die zoveel mogelijk ontduiken. Blijkbaar heeft de PVV iets te verbergen, en dan kan de kwaliteit van de democratie mooi de boom in.
Corrupte bende
Geert Wilders is geen vriend van onze democratie. Hij gebruikt haar waar hij kan, en zet haar het liefst opzij zodra ze hem even niet van pas komt. Hij doet dat alles binnen de wet, en heeft het volle recht te vinden wat hij vindt. Daar gaat het niet om. Waar het wel om gaat, is dat de PVV er de facto voor pleit om de geldstromen die richting de diverse partijkassen vloeien zoveel mogelijk onzichtbaar te maken.
Dat betekent dat Jan en alleman kan doneren zonder dat iemand het ziet. Dat betekent dat bedrijven en belangenorganisaties niet alleen ongezien invloed kunnen kopen bij politieke partijen, maar ook ongemerkt kunnen proberen het maatschappelijke debat naar hun hand te zetten: de hoeveelheid geld die partijen weten te werven, kan een flink electoraal verschil maken. Als dat gebeurt, wordt de Nederlandse politiek een grote corrupte bende. Dat de PVV bereid is dat te laten gebeuren, zegt veel, heel veel, over de ambities van de partij, en haar leider.