Een man wacht op de taxi die hem naar Schiphol moet brengen.
‘Rio is een droom die eindelijk uitkomt, al had ik natuurlijk nooit gedacht dat het op deze manier zou uitkomen. Als een vlucht dus.
Ja, het is afgelopen, en ik ben niet van plan om me als een hond te laten pakken. Zeker niet nu ik alles wonder boven wonder heb overleefd.’
Wie is deze man? Waarom moet hij vluchten? Daar gaat de rest van het verhaal over. Het speelt een paar jaar na nu, plaats van handeling is Rotterdam, de anonieme verteller een journalist die er niet langer tegen kan dat niemand ingrijpt tegen de verloedering. Hij gaat voor Eigen Rechter spelen en als het geweld uit de hand loopt ontvlucht hij Nederland.
Dit is kort samengevat het verhaal van Koude grond, de debuutroman van Mischa van Vlier. Er komen nog vele andere verhaallijntjes in voor, die allemaal één ding gemeen hebben: ze boeien de lezer niet. Nergens komt het verhaal tot leven, nergens leef je als lezer mee met de hoofdpersoon, desnoods een bijpersonage. Jammer, want de thematiek is zeer actueel en interessant, het zou een mooie roman op hebben kunnen leveren. Een roman zoals Houellebecq die kan schrijven, een doordenken van ontwikkelingen in de huidige maatschappij tot de uiterste consequentie. En laat de hoofdpersoon vanKoude grond nu net Houellebecq tot zijn favoriete schrijvers rekenen! Helaas lukt het Van Vlier nergens de ontwrichting en identificatie die een roman alsElementaire deeltjes oproept ook maar te benaderen.
Waar gaat Van Vlier de mist in? Ten eerste met zijn hoofdpersoon, de anonieme journalist in wiens hoofd wij als lezer continu zitten. Zijn keuze om deze man naamloos te houden maakt het verhaal afstandelijk. Ten tweede met zijn het taalgebruik, dat monotoon direct is, soms grof en lomp, en vaak niet meer dan gebabbel. Van begin tot eind lijkt de hoofdpersoon in een soort koortsdroom rond te lopen zonder enige rust of reflectie.
Ten derde speelt Van Vlier verstoppertje met informatie. Wie is de kolonel? Wat maakt vriendin Annabel anders dan andere vrouwen? Als je als lezer naar het eind van het boek het antwoord op deze vragen krijgt ben je geïrriteerd, alsof je een Agatha Christie leest waarin de schrijfster expres plotsignalen heeft weggelaten.
Op school leerde ik al dat de moraal van een verhaal beter niet letterlijk verteld kan worden. Die regel treedt Van Vlier met voeten, waardoor je als lezer al snel afhaakt. Het verhaal eindigt met een tirade richting lezer. Het aantal uitroeptekens is exemplarisch voor de schrijfstijl in de rest van het boek.
‘Ik deed wat ik deed. Maar jij ook, vergeet dat nooit! Jij was erbij! Misschien midden in die veldslagen, misschien als stille getuige op straat, of verstopt op zolder. Maar je was erbij! Denk dan ook nooit dat ik het alleen heb gedaan. Wij deden het samen. Wij samen, jij en ik.‘
Uitgever: | Meulenhoff |
Pagina’s: | 336 |
Prijs: | 18.95 |
ISBN: | 9789029087759 |
Jaar: | 2011 |
Website auteur: | http://www.koudegrond.nl/ |