Indonesiërs zijn nogal geobsedeerd door huidskleur. De voorkeur laat zich makkelijk samenvatten tot een ‘hoe lichter hoe beter.’ Zelfs als je aanleg hebt om bruin te worden en je hebt een maand op Bali aan het strand gelegen, zal nog steeds iedere homo in Jakarta je proberen te aaien en dingen zeggen als: “I like your skin, mister. It’s so white…” Meisjes idem.
Dat het niet de wat absurde fascinatie is van een paar hoeren en homo’s in een louche barretje, blijkt wel als je de Indonesische televisie aanzet. Om daar op te mogen moet je op zijn minst half blank zijn. En dat heeft op zijn beurt weer een vrij bizar gevolg. Indonesische vrouwen willen graag een kind van een blanke, zodat dat kind later beroemd wordt op tv en voor ze zal zorgen. Ik dacht altijd dat al die kinderen van hoertjes die bij hun grootouders opgroeien foutjes waren, maar blijkbaar maakt het onderdeel uit van een groter plan tot wereldominatie.
Vijfendertig Nederlandse piloten
In Jakarta wonen maar weinig Nederlanders permanent. De meeste Nederlanders die er wat tijd doorbrengen – zeg maar meer dan twee dagen – zijn een paar expats, ambassadepersoneel en een enkele buitenlandcorrespondent. En een vijfendertig Nederlandse piloten die voor het snel groeiende Lion Air vliegen. Lion air is niet alleen de snelst groeiende luchtvaartmaatschappij ter wereld, het bedrijf heeft zojuist de grootste vliegtuigorder in de geschiedenis van de mensheid geplaatst bij het Amerikaanse Boeing. En in die ‘kisten’ moet je dus piloten hebben om te vliegen en aangezien momenteel zo’n tachtig procent van de afgestudeerde piloten in Nederland zonder baan zitten, begrijp je dat er de meeste avonden van de week wel een paar Hollandsche Jongens in Café Memories zitten. Want naast vliegen is er in Indonesië eigenlijk bitter weinig voor ze te doen behalve bier drinken.
Het is prima volk om bij aan te schuiven en al snel hoor je verhalen over bijgelovige gezagsvoerders die geen lijken durven te vliegen en stewardesjes die bij flinke turbulentie denken dat een geest het vliegtuig te pakken heeft. Overigens maakt Lion Air handig gebruik van het huidige overschot aan piloten: de eerste vijfhonderd uur vlieg je onbetaald. Daarna ga je natuurlijk wel geld verdienen. Daarover hoef je echter dan weer geen belasting te betalen, want Lion Air heeft een deal met de Indonesische overheid dat ze een totaal bedrag betalen voor alle mogelijke belastingen en heffingen. Het bedrijf voorkomt daarmee de immense bureaucratische en corrupte rompslomp die het zich anders beslist op de hals zou halen.
Gondangdia is geel, Gambia groen
De trein is verreweg de snelste manier om je door Jakarta te verplaatsen. Taxi’s zijn er spotgoedkoop, maar moeten over de weg. En die is slecht onderhouden en er moeten nog meer taxi’s en bussen en andere auto’s en kleine busjes en tuc tucs en fietsen en een oneindige stroom brommers en motoren en mannen met duw- of trekwagens, over. De treinstations hebben verschillende kleuren. Gondangdia is bijvoorbeeld geel en Gambia is groen. Er is een onduidelijk systeem dat er op neerkomt dat bijvoorbeeld de eksekutif treinen naar Bandung of Surabaya van Gambir vertrekken, terwijl daar weer geen of nauwelijks stoptreinen stoppen. Overigens kost een kaartje van Gondangdia naar Kota – een drie kwartier rijden – omgerekend negen eurocent. Een taxi kost over dezelfde afstand zo’n tweeënhalve euro.
De Eksekutif trein naar Bandung heet Argo Parahyangan. De stoelen doen denken aan de KLM-eersteklas uit het begin van de jaren tachtig. Los van het feit dat de hij niet door de lucht vliegt – want dat mogen treinen nu eenmaal niet – heeft reizen in de Eksekutif klasse sowieso vrij veel weg van vliegen in een vliegtuig. Je kunt een warme maaltijd bestellen en er worden filmpjes vertoond. Na een paar videoclips van Celine Dion – ja, ze leeft nog – volgt een anderhalf uur candidcamera-achtige onderbroekenlol. Stel je iemand voor op een bankje. Er gaat iemand naast zitten roken, maar dan met extreem veel rook. En daar dan een soort Bassie en Adriaanmuziekje onder en een lachband met blije en klappende mensen. Frans Bauer zou zich omdraaien in zijn graf. Deze bijna vier uur durende rit kost overigens iets meer dan vijf euro.
Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com