ThePostOnline

Het superieure mensbeeld van de SP

20-02-2012 14:00

SP tomaatjeDe grootste oorlogen, schandaligste drama’s en grofste onrechtvaardigheden laat ik negen van de tien keer achteloos aan mij voorbijgaan. Ze zijn te ‘groot’, denk ik. Te onbevattelijk. Te uitzichtloos. Maar gelukkig worden er, zeker op dit punt in de geschiedenis (waarin nieuws meer dan ooit als ‘product’ wordt gezien, als brokjes informatie die iets met jou, de nieuwsconsument, moeten ‘doen’, liefst in emotionele zin) genoeg van die behapbare kantlijnberichten jouw kant op gesmeten, die qua anekdotiek en schaalgrootte inderdaad, als welgemikte pijltjes, bij je ‘binnenkomen’. Laatst had ik er zo één te pakken.

Een regelrecht pareltje. ‘Leo Beenhakker zoekt nieuwe uitdaging’ stond erboven, of iets van dien aard. In ieder geval was de strekking helder: na een goedbetaald en avontuurlijk zigeunerbestaan als topcoach op zowat alle denkbare continenten, was Leo (ook bekend als ‘Don Leo’), eind zestig, niet eindelijk eens toe aan een hengel en een verstild wateroppervlak (en zelfs niet aan een balkon aan een Zuid-Europees strand) waar hij ongestoord kon reflecteren op zijn prachtige successen en schilderachtige mislukkingen, maar wilde hij liefst zo snel mogelijk ergens, och hemel, ‘aan de slag’, desnoods in BoggiWoggiland bij FC Vooruit Met De Geit. Het was zo’n bericht waarbij je tegelijkertijd onbedaarlijk in de lach schiet en een onpeilbare tristesse zich van je meester maakt. Zelfs als je, zoals Beenhakker, na decennia van tropenjaren van je welverdiende – en in zijn geval luxe aangeklede – pensioen kunt gaan genieten, luidt de diepste wens van de persoon in kwestie: zet me ergens neer, geef me een kantoor, een broodje ei, een telefoon en morgen hoop ik het eerste voetbaltalent hier naar binnen te hebben geluld.

Nietsnutten en klaplopers
Het Beenhakkerbericht is het zoveelste bewijs dat denigrerend geblaat over ‘werkschuw tuig’ of ‘uitschot dat niet wil werken’ volkomen misplaatst is. Ga maar eens een dagje naar de geparkeerde auto’s voor je deur kijken. Ga maar eens doodkalm een boek uitlezen op het toilet. Ga maar eens een wandelingetje in je omgeving maken en gun jezelf maar eens de rust om aandachtig naar de grashalmen in het park, het riet in het slootwater en de snaterende eendjes, waggelend aan de oever, te kijken. Eén ding is nu duidelijk aan de hand van dat ene berichtje: Leo Beenhakker kán het niet. Of hoogstens een paar dagen. En mét hem miljoenen andere Nederlanders die alles willen behalve overgeslagen worden of hun positie zien verslechteren in de ratrace. Structureel de boel de boel laten en een diepe rust in je gat verwelkomen en koesteren, is een vaardigheid die, als ik me niet vergis, in rap tempo met uitsterven wordt bedreigd.

Het verontwaardigd getoonzette commentaar van Pownews dat de Occupybeweging uit nietsnutten en klaplopers zou bestaan, vond ik in plaats van verontrustend juist zeer bemoedigend. Dat die mensen überhaupt nog bestáán! Yóóhóó! En wat had je anders verwacht van een beweging die zich keert tegen (de uitwassen van) het kapitalisme? Het had me juist merkwaardig geleken als Occupyers met fris gesteven pakken om acht uur ‘s ochtends massaal op een kantoor zouden in klokken. Als ze zich in het zweet zouden werken om het bestaande systeem zo snel mogelijk weer vlot te trekken. Om zo de volgende crisis wellicht nóg sneller te laten plaatsgrijpen en nóg ellendiger in zijn financiële consequenties te laten zijn. Zolang de meerderheid niet op hetzelfde idee komt, lijkt niets doen me, eerlijk gezegd, een zeer effectieve vorm van crisisbestrijding. De dingen niet erger maken dan ze zijn, laten betijen kortom, beschouw ik in de hectische kermis van 2012 als een positieve bijdrage in zichzelf. Iets dat menigeen vanuit zijn of haar eigen blinde werkdrift – en het daaruit voortvloeiende chagrijn – misschien moeilijk kan tolereren, maar dat, in breder perspectief, als een geneeskrachtige en misschien zelfs noodzakelijke balancing act kan worden gezien tegenover het geren en gedraaf elders.

Messiaanse Roemer
Het Beenhakkerbericht staat voor meer dan alleen een bijna bejaard individu met een diepe wens om weer aan de slag te gaan. Het staat voor het onvermogen jezelf te kunnen definiëren en waarderen buiten de strikte kaders van betaald werk, een carrière. Met als verontrustende extra dat Beenhakker op zijn gebied nota bene al zeer succesvol is geweest, prijzen heeft gewonnen, alom waardering heeft geoogst, en dat zelfs dát kennelijk niet voldoende voor hem is om vanaf een bepaald punt te zeggen: ‘Het is genoeg geweest. Ik zet er een streep onder.’ Er is momenteel maar één partij die deze ongezonde (in mijn ogen zelfs meelijwekkende) focus op geld, op je waarde in de zogenaamde ‘markt’ (en de noodzaak die telkens bevestigd te krijgen), op structurele wijze signaleert en dat is de SP.

Ik geloof er niks van dat Mao, het staatssocialisme, hoge belastingtarieven, kritiek op Brussel of sloten geld naar openbaar vervoer ineens populair zijn geworden. Waar ik wél in geloof is dat de SP symbool is komen te staan voor het bijna holistisch te noemen en bevrijdende besef dat de mens méér is dan alleen productiekracht of geldmachine. Niemand scheen het door te hebben, maar toen Roemer onlangs in een Kamerdebat aan de haal ging met het woord ‘samenleving’ (jarenlang een troetelbegrip van PvdA en CDA) en aan Rutte vroeg welk soort samenleving hem voor ogen stond, legde hij de ‘leegte’ van het politieke landschap haarfijn bloot: iedereen, van GroenLinks tot PVV, leek ‘de samenleving’ te definiëren als een rekensom, een managementcase, een financieel-economische puzzel die in elkaar gelegd moest worden. Rutte voorop! Roemer was de enige die aandacht vroeg voor ‘het menselijke’ als cruciale factor. Ofwel: de mens met al zijn feilen, zwaktes en ondoorgrondelijkheden. Roemer nam op dat specifieke moment even de schier messiaanse gedaante aan van een ziener, die als enige de vele dimensies van de samenleving daadwerkelijk ‘zag’, ook de niet-winstgevende.

Los van de markt
In dat laatste zit mijns inziens het wérkelijke succes van de SP. Dertig jaar nadat de VVD een grote sprong voorwaarts maakte met de leus ‘Gewoon jezelf zijn’ (wat bij die partij een nogal materialistische invulling kreeg), is die kerngedachte ineens aan de andere kant van het politieke spectrum terecht gekomen: bij de Socialistische Partij. Je zou het hoogstens moeten uitbreiden met vier woorden: Gewoon jezelf zijn – los van de markt. Alleen als je deze aantrekkelijke positionering van de SP doorgrondt, begrijp je ook waarom de PvdA, drastische ideologische wendingen voorbehouden, tot een zekere ondergang is gedoemd. Bij die partij hebben ze in plaats van een win-win- een lose lose-situatie gecreëerd: moet je je én de tucht van de markt laten welgevallen én, als giftige beloning voor die spagaat, ook nog eens financieel solidair zijn met ver afgelegen subsidiekranen en –potjes en daarnaast ongeveer iedereen in de wereld.

Slotsom: bij de SP eindig je onder de financiële streep misschien wat bescheidener, maar staat je beroepstrots annex vaderlandsliefde annex eigendunk nog fier overeind. Bij de PvdA moet je én je geld en je waardigheid inleveren, in het ergste geval: ten overstaan van een duimendraaiende bureaucraat. De PvdA vraagt niets minder van de kiezer dan het roemloos en mensonwaardig tekenen van zijn eigen doodvonnis.

Hans van Willigenburg is schrijver, dichter, journalist en schrijfcoach. Wat hij al jaren aanwijst als de kwalen van de PvdA en links Nederland begint nu langzaam tot de progressieve elites door te dringen, ook al probeert PvdA-Kamerlid Frans Timmermans dit proces van reflectie te smoren onder de noemer ‘zelfkastijding’.