Inleiding bij ‘Bibikov for President’ door Martijn Haas (met fragment)

20-02-2012 13:00

Er bestaat een punkclassic uit de sixties die ik alleen maar ken in een versie van de Zweedse band The Nomads, uit 1982. Het lied heet Five Years Ahead Of My Time. Het is een liedje dat me vaak door het hoofd spookte toen ik werkte aan het boek over Mike von Bibikov (1946-2004) en zijn politieke beweging De Reagering. Destijds, in de vroege jaren tachtig, toen deze groepering furore maakte, had je nog geen internet, noch had je zoiets als een chatbox, laat staan Twitter, Facebook of Tumblr.

Terugkijkend vanuit het heden had je eigenlijk bijzonder weinig directe uitingsvormen in die dagen. Je kon je eigen krantje drukken met een stencilmachine, je kon een poster zeefdrukken, en die in de stad ophangen, je kon een openbaar debat bezoeken en dan je stem laten horen, of je kon gaan rellen op straat. De methodiek van die dagen komt anno 2012 archaïsch over. Maar dat laat onverlet dat datgene wat een mens zoal te zeggen heeft, in verschillende tijdsstadia overeen kan komen.

Reagering
Destijds riepen denkers dat degenen die de macht over de media wilden, zelf de media moesten ‘worden’. Was dat in die dagen een verlicht inzicht, vandaag de dag is dat idee gemeengoed. Iedereen kan wat zeggen, het internet is het licht waar wij, gebruikers, iedere dag als vliegen tegen aan kleven, met miljoenen tegelijk. Iedereen op zijn eigen manier, iedereen met zijn eigen mening.

Bibikov en de Reagering, zij wilden niets liever dan overal een mening over hebben, overal op kunnen reageren. Maar zoals gezegd, ze hadden destijds nog geen internet, waarmee je met drie klikken je boodschap kunt overbrengen. Ze moesten de straat op, posters plakken, meedoen aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen. Uit betrouwbare (familiale) bron weet ik dat Bibikov het vreselijk vond dat hij in een tijdperk stierf, waarin het op allerlei manieren digitaal uiten van meningen gemeengoed werd. Lekker overal op reageren, ieder klein meninkje ventileren. We doen het allemaal iedere dag. Hij voelde dat hij een voorloper was van die attitude. Hij was niet Five Years Ahead Of My Time. Hij was dertig jaar te vroeg.

Kopvoddentax
Uiterste voorzichtigheid is geboden bij het omschrijven van datgene wat hem een voorloper maakte. Hem typeren als een “reaguurder avant la lettre” doet hem tekort, ook al refereert de naam van zijn politieke beweging, De Reagering, aan hetzelfde ressentiment. We dienen het letterlijk te nemen: hij was een Reageerder.

Een begrip dat we hoger dienen aan te slaan dan het begrip Reaguurder. Een Reageerder is iemand die zichzelf niet verbergt achter een scherm of een schuilnaam, maar iemand die juist het podium kiest, zodat iedereen hem kan horen en zien. Een Reageerder is vele malen volwassener dan een Reaguurder. Een Reageerder is iemand die het debat aangaat, en de klappen durft op te vangen die hij kan krijgen door zijn stellingname.

Bibikov had er graag bij willen zijn, hier bij ons, op het net, met onze eindeloze gesprekken over haatimams, kortingen op de culturele sector, kopvoddentax en de laatste goeie bandjes.

Mient-Jan Faber
Niet dat hij alles heeft gemist. Bij de dood van Fortuyn toog hij naar de Dam om van zich te laten horen. In diezelfde periode sloot hij zich aan bij de LPF en nam deel aan debatten over de erfenis van Fortuyn. Maar de dood van Van Gogh heeft hij niet meer mee gemaakt, noch de opkomst van GeenStijl, of de discussies rondom de verblijfstatus van Ayaan Hirshi Ali, of de ineenstorting van de euro (om maar wat zaken te noemen die de 21e eeuw zo 21ste-eeuws maken).

Ik heb hem in mijn biografie geportretteerd als een enfant terrible binnen een ander tijdperk. Als iemand die zich manifesteerde in een klimaat waarbinnen links de toon zette. Een tijdperk dat er vijfhonderd duizend mensen klapten op het Museumplein voor mensen als Freek de Jonge, Aad van den Heuvel en Mient-Jan Faber. Lieden die nu veeleer de polemiek opwekken dan dat ze de handen op elkaar krijgen.

Bibikov wist zich daarmee te handhaven in een tijd die eigenlijk niet helemaal bij hem hoorde. Hij schreeuwde dat de kernraketten het land uit moesten, en dat er een bom op het Vaticaan gegooid moest worden, en dat ze hem als president hadden moeten kiezen. Goed voor een radicale act, die door sommige kunstenaars zeer werd gewaardeerd vanwege zijn absurdisme. Hij deed het zelf vooral om zijn ongemak te uiten. Hij was iemand die van zijn hart geen moordkuil maakte. Hij had weinig met de hoog gestemde idealen van de babyboomers.

Bibikov for President
Er had zeker een second act voor hem in gezeten als hij was teruggekeerd in de politieke arena van de 21ste eeuw. Ik vermoed dat hij nu serieuzer van toon zou zijn, rustiger, erudieter. Niet alleen omdat hij wat ouder was, en daardoor bedachtzamer, maar ook omdat hij in dit tijdperk, waarin eenieder schaamteloos zijn mening ventileert, zijn stem niet zo had hoeven te verheffen als destijds. Hij had aan een computer of een vernissage genoeg gehad om er te zijn, de onafscheidelijke megafoon had hij thuis kunnen laten. Korte stukkies schrijven, daar was ‘ie toch al vrij goed in, in de kroegdiscussie was hij een fenomeen, vrienden had hij zat. Kortom: hij had een rol kunnen spelen zoals ik dat nu veel andere digitale laatbloeiers zie doen: als een soort kunstzinnig politiek-entrepreneur, daar verschijnend waar hij dacht dat men hem nodig zou hebben, her en der pennend voor blogs zoals deze, maar ik denk ook aan een blog als De Dagelijkse Standaard of Welingelichte Kringen. Vermoedelijk was er van dit boek, Bibikov for President, dan weinig gekomen. Hij zou dan veel te manifest aanwezig zijn om zich helder te laten boekstaven.

Nee, als hij er nog was geweest (hij overleed in 2004 na een lang en slopen ziekbed aan de gevolgen van alvleesklierkanker), dan had ik, staande aan de deur bij pak ‘m beet welke street art-opening dan ook in de Amsterdamse binnenstad, gewoon iets gehad van: “O God, ja, daar heb je Bibikov. Tijd om te discussiëren. Wie haalt er alvast wat wijn voor hem?”

Een voorpublicatie van op 1 maart te verschijnen boek Bibikov for President – politiek, poëzie, performance (door Martijn Haas, uitgeverij Lebowski) vindt u uiteraard reeds online. Hieronder treft u een exclusief door Martijn Haas zelf gekozen fragment uit Bibikov for President.

Bibikov for President

De Reagering dient – te midden van alle anti-kernwapenretoriek – zelf ook met een idee te komen voor de vredesdemonstratie, daar is men het binnen de groep wel over eens: een regering regeert, een Reagering reageert (op de tijdgeest). Veel plannen gaan over tafel tijdens een vergadering belegd in het NRC gebouw, en uiteindelijk oppert Bibikov het idee om een tegendemonstratie te organiseren. Een demonstratie tegen de demonstratie, om eens goed “tegen de stroom in te roeien”. Niet iedereen is meteen overtuigd. Maar Bibikov heeft verscheidene troefkaarten paraat. Zo werpt hij het aloude concept van een rijdende heftruck weer op, een plan uit de koker van Peter Giele. De Reagering zou met een grote truck, met Bibikov op het hoogste platform, dwars tegen de demonstrerende massa in kunnen druisen, om zo de vredesdemonstratie niet te laten verzanden in een deprimerende jammerklacht, maar hem een zetje in de goede richting te geven. De richting van het licht, de richting van de poëzie. De Reagering die aldus de massa ‘verheft’. Dit idee heeft verschillende voorstanders.

Het plan blijft enkele weken in de koelkast staan, de meeste betrokkenen zijn te druk met andere zaken, totdat de datum nadert waarop heel Amsterdam zal volstromen met vredesactivisten. Bierman: “Een datum die niet alleen vroeg om een tegenreactie als onderliggend politiek doel, maar in feite opportunistisch gezien ook een prachtig podium bood om De Reagering publicitair gezien onder de mensen te brengen.” Zo begint een week voor de demonstratie een club rondom Peter Giele en Marijke Ter Rele te werken aan het mobiele project. Giele huurt een heftruck zoals die bij verhuizingen wordt gebruikt, en daarna gaat hij met anderen aan de slag om hem op te kalefateren. Veel van de materialen die zij die week maken, zullen later ook bij andere Reageringsgelegenheden dienst blijven doen, zo zegenrijk blijkt naderhand hun arbeid. Maar het is en het blijft op het moment zelf koortsachtig haastwerk, dat dag en nacht doorgaat, totdat daar voor de deur van het NRC-gebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal een tien meter hoge praalwagen staat vol gele borden met leuzen als KERNPUNT, KRUISPUNT, en BIBIKOV FOR PRESIDENT erop, en daarnaast een gipsen beeld van Reagan die met kernwapen en al de lucht in wordt geschoten.

In de nacht van 20 op 21 november 1981 vieren mensen van De Reagering en hun sympathisanten Bibikovs 35ste verjaardag in Werkplaats Amok, in het souterrain van het NRC-bolwerk. “Ik verwacht morgen een paar honderdduizend mensen op mijn verjaardagsfeestje,” orakelt Bibikov euforisch, terwijl hij de feesttaart aansnijdt.

Het plan is simpel: overdag zal De Reagering toespraken houden vanaf de heftruck. Later op de dag: met de heftruck het IKV-podium af. Doel: de mensheid via de ogen van de wereldpers toespreken en inspireren tot grote daden. Bierman noteert in de kantlijn van het actieplan: Allons enfants de la patrie, le jour de gloire est arrivée!

De demonstratie begint de volgende dag kalm, rond een uur of tien in de ochtend, onder een druilerig, grijs wolkendek. Terwijl demonstranten vanuit heel Nederland de straten van Amsterdam binnendenderen, vindt er voor de deur van het NRC een samenscholing plaats die met recht de eerste echte massabijeenkomst van De Reagering genoemd mag worden. Bibikov controleert de heftruckconstructie een laatste maal. Anderen brengen geluidsboxen aan in het raamkozijn van het NRC-gebouw. Gerrie van den Berg, alias geluidskunstenaar Beyond Ordinary Action neemt de geluidsregie voor zijn rekening en installeert een synthesizer op een van de panelen. Peter Giele heeft één van de oude wachthuisjes die hij heeft gebruikt bij een performance tijdens de inhuldiging van Beatrix op de heftruck geplaatst en Bierman houdt daar de wacht. Levend kunstwerk Fabiola – die steeds vaker haar opwachting maakt bij Reageringsbijeekomsten – heeft zichzelf gehuld in een bijzondere kledingcreatie gemaakt van IKV-posters en wandelt ijdel rond. Leden van theatergroep Dogtroep, meegekomen met Erik Hobijn, struinen rondom de praalwagen en produceren een onbesuisde herrie met trommels en fluitjes. Daniël Levenbach – nog altijd getooid met de titel Minister van het Individualisme (hoofdtaak: mensen aan het denken zetten) – David Elders en Diederik de Savornin – het Ministerie van Volkshuisvesting, neergedaald vanuit hun boomhut aan het Waterlooplein – zijn ook aanwezig. En zo zijn er nog enkele andere Reageerders, waaronder twee punkmeiden die zowel de Amerikaanse als de Russische vlag strak omhoog houden, en twee andere meisjes die een nieuwe Nederlandse vlag tonen; de vlag die De Reagering gebruikt bij al haar publieke optredens. Het is een normale Hollandse driekleur, maar dan niet alleen met een horizontale witte band, maar ook een verticale, waarmee hij een beetje op de Deense vlag lijkt. Het is daarnaast ook een vlag die de situatie waar het land zich volgens De Reagering in bevindt markeert: het ‘kernpunt’ plaatst het land immers op een ‘kruispunt’.

Wanneer de eerste stroom mensen langs het Paleis begint te trekken om een uurtje of elf in de ochtend, steekt Bibikov zijn eerste lange rede af. En terwijl hij uitweidt over de stijgende defensielasten en de dalende lonen – geïllustreerd met het laten stijgen en dalen van het platform waar hij op staat – verschijnt boven de Nieuwezijds Voorburgwal een politiehelikopter, die een kwartier blijft hangen. Het idee bij veel van de betrokkenen beneden aan de Nieuwezijds Voorburgwal is dat De Reagering vandaag heel veel aandacht gaat trekken. Dit kon wel eens leuk worden.

Daarna is het Biermans beurt om iets te zeggen. Hij staat voor de microfoon met een pak papier in zijn handen, en wacht tot het moment dat iemand onder hem de hijskraan in werking zet. Aan de voet van de heftruck loopt een potentieel publiek van duizenden volgelingen. Maar Bierman voelt dat dit zijn moment niet is, dat hij op dit moment niet de kracht heeft om de aandacht te trekken van die kolkende stroom die zich langs het Paleis voortbeweegt. Hij staart op zijn aantekenblok en ontwaart daar een tamelijk slappe tekst. Heeft hij dat geschreven? Moet hij dat voordragen? Nee, dat kan Bibikov duizend keer beter.

Eenmaal hoog boven het gepeupel besluit hij bij wijze van schijnbeweging het dan maar over een heel andere boeg te gooien. Hij zal de mensen welkom heten en wegwijs maken in Amsterdam. De vredesdemonstranten bestaan immers voor een groot deel uit mensen die vanuit de provincie naar de hoofdstad zijn gekomen. Die zullen gebaat zijn bij een goede gids. Bierman begint te roepen. Hij somt zonder te haperen de namen en adressen van musea, toeristische attracties, fijne restaurants, theaters en bioscopen op, alles wat zijn geliefde hoofdstad zo aantrekkelijk maakt. “Ga eens kijken in het Rijksmuseum. Loop even langs Café Scheltema! Probeer ook eens lijn tien uit, rijdt van de ene kant van de grachtengordel naar de andere. Neem een kijkje in de Mozes en Aäronkerk.” Hij besluit met het advies: “Komt u vooral nog eens terug, maar liever niet meer met zijn allen tegelijk.” En dan laat hij zich naar beneden zakken, zonder het idee te hebben dat iemand ook maar iets gehoord heeft van wat hij heeft staan brullen. De demonstranten blokkeren ondertussen de straten, totdat niemand meer naar voren of naar achteren kan, handenklappend, boterhammen uitdelend, hun leuzen schreeuwend: “Nederland kernwapenvrij! Nederland kernwapenvrij!”

Het is de grootste Nederlandse demonstratie aller tijden. Zo’n vijfhonderdduizend mensen zijn de grachtengordel in gestroomd, als het er al niet meer zijn. Vanaf het Centraal Station tot aan het Museumplein ziet het rond de klok van een uur zwart van de mensen. Op radio- en televisiejournaals spreken commentatoren in euforische tonen over deze ritmisch scanderende mensenzee. “Dit gaat de wereld over,” roepen commentatoren in en buiten “de studio in Hilversum.” Hier zal door het Witte Huis én het Kremlin naar gekeken worden. Dit is de Hollanditis. Dit is dezelfde koorts die je ook langs de ijsbaan ziet van het Thialfstadion, maar dan in een politieke vredesvariant. Hollanders die met grappige spandoeken op ludieke wijze hun ideaal vorm geven, zij aan zij, vriendelijk wachtend wanneer de meute even stilstaat en niet meer verder kan.

Bierman staat inmiddels op een lagere stellage van de truck wanneer er iets tot hem door begint te dringen, iets wat hem nerveus maakt en irriteert. De dikke stroom mensen die daar beneden onder aan de Nieuwezijds Voorburgwal langs hen heen trekt blijft absoluut niet staan zodra ze De Reagering met hun uitstalling gewaar worden. Nee, de massa stroomt mee als water in een kanaal naar het spuigat van de demonstratie, het Museumplein, daar waar de organisatie haar toespraken over het veld laat galmen, uitgesproken door de gezichten van de vredesbeweging, van wie de vurige betoger Mient Jan Faber en de grijze feministe Sinie Strikwerda de bekendsten zijn. We staan hier verkeerd, realiseert Bierman zich, maar er is op dat moment weinig aan te doen. De truck mag dan imposant zijn, er is geen mogelijkheid om hem weg te rijden met deze hoeveelheid mensen eromheen. De Reagering moet dus wachten en uit pure verveling besluiten sommige Reageerders zoals Bierman en Oorthuys rond de klok van drie dan ook maar even zelf een ommetje te maken.

Oorthuys fotografeert een paar uur lang niets anders dan demonstranten, en voelt zich op een gegeven moment helemaal verwijderd van De Reagering: “Het was alsof ik van de tegendemonstratie ineens in de echte demonstratie belandde. Ik vond dat wel goed zo, ik was namelijk ook echt tegen kernwapens. En ik had soms weleens mijn twijfels over al het cynisme dat wij met De Reagering aan de dag legden. Ik had niet voor niets op het Montessori Lyceum vredesdemo’s georganiseerd. Stiekem zag ik mezelf ook een beetje als een fotograferende stadschroniqueur.” Zes uur ’s avonds. Het wordt vroeg donker. Al davert er een mensenmassa door de straten van Amsterdam, zodra de duisternis intreedt verliest de demonstratie ook iets van haar gloed. Bovendien heeft Bibikov werkelijk uren achter elkaar staan speechen, zonder veel resultaat.

Bierman – en hij niet alleen – heeft het gevoel dat ze een grote kans om wereldnieuws te maken aan het missen zijn. Een paar verlossende woorden, een paar geheel nieuwe woorden in een van de microfoons op het Museumplein zouden voldoende zijn om honderdduizenden een klein sprankje hoop te geven. Een nieuwe toekomstvisie, een alternatief voor de gedeelde malaise. De Reagering heeft dat potentieel immers. Bibikov dendert ondertussen nog steeds door met zijn snerpende, steeds schralere keelklanken. Zijn energie lijkt oneindig: “De soevereine staat is dood. Mensheid. Weest één. Heft op die grenzen. Slaat uw vleugels naar de sterren. Dáár, dáár, naar de sterren gloort hoop!” Zeven uur. De mensenstromen beginnen om te keren. Op het Museum – plein is de terugtocht ingezet, melden de media. Tijd voor overleg.

Een groep rondom Peter Giele en Bierman komt bij elkaar. Ze bekijken de terugkerende massa. Het is tijd voor actie. Dit is misschien wel het einde van de demonstratie, maar tegelijkertijd een kans voor De Reagering met haar hefkraan! De betrokkenen brengen alles in gereedheid om op te rukken naar het Museumplein. Alle ideeën die al eerder zijn voorbereid kunnen nu uit de kast. De heftruck wordt uit zijn houten stabiliseringsomhulsel bevrijd.

De Savornin en Elders halen zelfgemaakte fakkels tevoorschijn, en delen die uit. Oorthuys zet een slijptol op het wegdek en wekt daarmee een sproeiende zee van vonken op. Mensen springen op de heftruck die daarmee steeds voller komt te staan. Iedereen is klaar voor een grote exodus naar het Museumplein. En zo komt de wagen langzaam in beweging, aangestuurd door Giele. Een stoet sympathisanten met fakkels en Reageerders volgt de truck.

Een twintigtal minuten later trekt de truck traag als een slak door de smalle straten van het centrum, te midden van een zee aan demonstranten. Bierman staart vanaf het voertuig de anonieme massa in en vraagt zich af: wie zijn al die mensen? Waarom lopen ze achter ons aan? In de groep die de truck volgt bevinden zich steeds meer vredesdemonstranten die halverwege hun gang naar het Centraal Station omgekeerd zijn, om op de valreep nog even dit spektakel mee te maken. Maar ook punks, uitgaanstypes en zwervers lopen achter de truck aan.

Er overvalt Bierman een moment van inzicht. Een moment van wetenschap. Daar, staande op die stellage, begrijpt Bierman ineens hoe ‘bewegingen’ ontstaan en moet hij onwillekeurig rillen. Hij weet: er ligt een enorm spanningsveld om het hele gebeuren heen. Alles kan nu gebeuren. Dit zijn van die momenten, van die scharnierpunten in de ruimte en tijd. Evenementen die de mogelijkheid bieden naar nieuwe dimensies over te springen.

Halfacht. De Reageringswagen rijdt door de Leidsestraat, waar steeds weer groepjes mensen op weg naar het Centraal Station nieuwsgierig halt houden. “Hopelijk zijn er straks nog mensen op het plein,” roezemoest men in De Reageringsstoet. Af en toe glipt iemand een café in om op een televisie te kijken hoe het ervoor staat op het Museumplein. “We moeten voortmaken, voort, voort!” roepen ze wanneer ze hebben gezien hoe televisiepresentatoren alweer in de verleden tijd praten over de demonstratie.

Eindelijk komt het Museumplein in zicht. De menigte achter de praalwagen roept:
“Bibikov!”
“Bibikov!”
“Bibikov!”
“Bibikov!”

Bierman kan zijn oren niet geloven. Komt dit uit de kelen van vredesactivisten? Is het vuur daadwerkelijk overgeslagen? Is de kracht van de rede en zijn redenaar, dermate imposant?

Goed, enige relativering is op zijn plaats: zij zijn met hun truck slechts een kleine groep te midden van het grote geheel. Hun yell is niets vergeleken bij de yells van de IKV-prominenten wanneer die vanaf het podium hun “Ban de bom!” en “Weg met die kruisraketten!” aanheffen. De massa op het Museumplein heeft nog steeds een reusachtige omvang. Bierman ziet hoe er ineens een leger van duizenden vredesdemonstranten richting de truck kijkt, hoe televisiecamera’s de praalwagen registreren. Op het podium ontstaat verwarring. Een popband wilde gaan optreden, maar heeft afgezegd, of is niet in staat het podium te bereiken. Er blijft even een chaotische stilte hangen boven het plein. Felle witte lampen verlichten een reeks krioelende figuren op het podium. Midden in de menigte staat televisiepresentator Aad van den Heuvel.

De Reageringstruck rijdt stapvoets, om maar geen brokken te maken, door de menigte richting het podium. Op een afstand van dertig meter komt het gevaarte stil te staan. Ze kunnen niet verder. Voor de truck bevindt zich een cordon van hekken en mensen. Bibikov laat zich in de truck tot ver boven de menigte heffen en begint het publiek door een megafoon toe te spreken.

Aad van den Heuvel blijkt toegezegd te hebben dat Bibikov vanaf het podium enige woorden tot de menigte mag spreken. De Reageringsvoorman laat zich dat geen tweemaal zeggen. Hij laat zich naar beneden zakken, klimt van de truck af, en mengt zich tussen het publiek. Een minuut of twintig later lukt het hem om via een zij-ingang op het podium te komen. Bierman en nog enige Reageerders volgen, met de bedoeling hun leider indien nodig bij te staan. Op het moment dat ook zij evenwel het afgeschermde terrein op willen lopen worden ze tegengehouden door stevige jongens van de IKV-organisatie. Op ferme wijze duwen deze mannen hen terug de massa in. Wanneer ze weer aan de voorkant van het podium zijn, registreren ze dat ook Bibikov inmiddels de wacht is aangezegd, men heeft hem van het podium geduwd, de coulissen in. Aad van den Heuvel staat ondertussen nog steeds een beetje hulpeloos op het podium.

Een halfuurtje blijven de Reageerders zo wat doelloos op het Museumplein staan. Niemand die precies weet wat te doen, nu het Bibikov uiteindelijk toch niet gelukt is Nederland en de rest van de wereld toe te spreken. Dan beseffen ze dat het niet meer gaat lukken.

Rond de klok van halftien rijdt de truck terug naar de Nieuwezijds Voorburgwal, waar de achterblijvers een feestje zijn begonnen. Erik Hobijn geeft een show, met zeldzaam hoge vuren. Een symbolisch gebaar voor het vrije ruim van Amsterdam, waar nooit en te nimmer een kernwapen door heen zou mogen vliegen.