De Partij van de Arbeid is zo’n beetje het Ajax van de Nederlandse politiek: het loopt al jaren voor geen meter, een enkel marginaal succesje uitgezonderd, de ene tussenpaus volgt op de andere noodoplossing, en verloren zonen noch supertalenten slagen erin de boel echt op het droge te trekken. In de buitenwereld kampt men met nieuwe belagers waar men zich maar moeilijk van weet te ontdoen. Intern rijgen de onfrisse schermutselingen, meelijkwekkende koningsdrama’s en keiharde dolkstoten zich aaneen. Vrijwel niemand heeft er direct iets mee te maken, maar vrijwel iedereen heeft er een mening over, en driekwart van het land lacht zich een bult om al dat gestuntel. Ondertussen gaat de concurrentie er steeds opnieuw met de keiharde resultaten vandoor.
Ongeslagen Kampioen
Toch zal niemand raar opkijken als Ajax over tien jaar voor de vijfde maal op rij ongeslagen kampioen wordt. Net zo min moeten we raar opkijken als de Partij van de Arbeid over een jaar of tien met een dikke vijfenveertig zetels veruit de grootste partij van het land is en de electorale concurrenten en politieke tegenstanders in de hoek zet met een glimlach waar Rutte zijn vingers bij zou aflikken.
Ik zeg niet dat het gebeurt, maar wie zegt dat het niet kan, is niet goed wijs. Uiteraard, het kan ook zomaar zijn dat Ajax de komende tien jaar vooral vaak vierde wordt en dat de PvdA inderdaad structureel wegzakt naar de door Maurice de Hond zo hartstochtelijk gepeilde dertien zetels. Maar dat is het punt niet. Het punt is dat je je niet op de bedreigingen moet richten, maar op de kansen.
Electorale Faalangst
Het lijkt wel of daar het probleem zit bij de PvdA: alsof ze, na al die jaren van gekwakkel, nog steeds verlamd zijn door die diepe angst om niet te behagen. Bang om het vertrouwen van de kiezer te verliezen – vertrouwen dat ze al jaren geleden kwijt zijn geraakt, al wordt het af en toe tijdelijk, en deels, teruggegeven. Je ziet het ook deze week terug in de analyses: het draait allemaal om die zeventien zetels die ze volgens De Hond wellicht kwijt zouden kunnen raken.
Hoog tijd om dat perspectief eens om te draaien: de PvdA moet van prooi jager worden. De partij heeft weinig meer te verliezen, en van alles te winnen, en ze hebben nog een paar jaar de tijd, en een dertigtal kamerzetels aan mankracht, om de electorale barricaden te bestormen. De vraag is: waarom zou de partij dat eigenlijk niet kunnen?
Inhoudelijke Rijkdom
Het vergt vooral een mentaliteitsverandering. Er wordt in de media nogal een punt gemaakt van het gebrek aan visie en inhoud, maar is dat wel zo terecht? Het programma van de PvdA staat vol plannen, en het is een tamelijk consistent verhaal. De inhoud is het probleem niet. Het probleem is dat de partij ons dat verhaal niet vertelt.
Sleutelprobleem: de partij trapt al jarenlang herhaaldelijk, luidkeels, en met open ogen, in iedere val die de PVV opzet – deels door de pijlen in het debat primair op Wilders te richten, deels door met veel bombarie en camera’s de wijken in te gaan om te laten zien dat men de man in de straat graag wil begrijpen. Met de nadruk op ‘wil begrijpen’.
De PvdA oogt daarbij als Ajax dat uit arren moede dan maar catenaccio probeert te spelen: je speelt een spel dat niet het jouwe is, op de speelhelft waar je niet wil zijn, en dus krijg je die deksel extra hard op de neus. Ondertussen blijft de SP keurig on message, kiest de eigen thema’s en gaat er in de peilingen met de winst vandoor.
Roemer en Pechtold slapen slecht
Dat de SP en D66 nu sterk staan in de peilingen is prachtig voor wie hen een warm hart toedraagt, maar het is geen gelopen koers – en dat realiseren ze zich bij de SP en bij D66 vermoedelijk veel beter dan bij de PvdA. De SP en D66 zijn niet onkwetsbaar. Men heeft uitgesproken standpunten over onderwerpen die de linkse en linksliberale kiezer op dit moment veel interessanter vindt dan dat hele integratiedebat – dat is toch vooral een speeltje van rechts.
De PvdA heeft op die terreinen óók standpunten, en deels standpunten waarmee men grote groepen kiezers aan zich zou kunnen binden als men er wat beter in zou slagen het eigen verhaal te vertellen en daarmee het debat een stapje voor te zijn – in plaats van er steeds twijfelend achteraan te hobbelen. Als de PvdA wat meer lak heeft aan wat die kiezer nou wel of niet vindt, en vol overtuiging de eigen deun speelt op het eigen orgel, dan is er van alles mogelijk. Onafhankelijk van wie de nieuwe partijleider wordt.