“Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost”, murmelde hij tegen zijn nu lege dessertbordje dat sporen vertoonde van chocolade, cake, poedersuiker en een ondefinieerbare gelige drab, hoogstwaarschijnlijk karamel. Het probleem was er nog steeds, het leed, wereldleed. Lijden op de allergrootste schaal. Zo was er de cellulitis bij de vrouw, een van de allergoorste problemen van de moderne tijd, een gruwelijke, onuitroeibare smet op het massahedonisme. De vrouw was bijna altijd weerloos tegen cellulitis, zo had hij zich eens laten vertellen door een arts. Die arts had hij gebeld onder het valse voorwendsel dat hij freelance journalist was voor een nieuwe populair wetenschappelijk magazine. De arts had niet eens gevraagd naar de naam van dat blad maar was gelijk van wal gestoken en had hem overladen met vakjargon en technische details, allerminst oninteressant.
Cellulitis
Het bleek dat cellulitis ontstaat doordat vrouwen relatief veel hypodermis vetweefsel bezitten en de bindweefselbanden, de zogenaamde collageenbanden (retinacula cutis), onder invloed van hormonen, met name oestrogeen, opzwellen waardoor de laag collageen duidelijk zichtbaar wordt als de gehate “sinaasappelhuid”. De enige serieuze remedie tegen cellulitis is het absoluut voorkomen van vetophopingen bij de billen en dijen maar op enkele uitzonderingen na is dat geen serieuze oplossing voor de vrouw. Het vrouwelijk lichaam (en de vrouwelijke geest) is namelijk speelbal van vrouwelijke hormonen, vooral geslachts- en voortplantingshormonen als oestrogeen, en een van de effecten daarvan is het opslaan van vet in de billen- en dijenstreek. In theorie zou de vrouw het opgeslagen vet ook weer moeten kunnen verbanden voordat het teveel aan hypodermis vetweefsel zichtbaar kan worden, maar in de praktijk komt het er toch op neer dat elke druppel sherry, prosecco of zoete witte wijn met ijs wordt omgezet in bil- of dijvet en het verbranden van vet middels beweging niet veel meer behelst dan het dagelijks heen en weer fietsen met de bakfiets om de kinderen, ook al zo’n wanstaltig bijproduct van vrouwelijke hormonen, naar school te brengen. En dan nog is het zo goed als onmogelijk zoveel vet te verbranden dat cellulitus uitblijft.
Het probleem zit hem dan ook niet in de hoeveelheid vetcellen maar in de wijze van opslaan en het opzwellen van de retinacula cutis. De arts die dit destijds op gortdroge toon telefonisch aan hem mededeelde, had hier ook nog cynisch aan toegevoegd dat alle middelen die zeggen cellulitis te bestrijden “pertinente onzin” zijn. Volgens hem was cellulitis gewoon één van de gevolgen van het ouder worden van de vrouw, net als rimpels, hangtieten, hangende onderarmen, striae (al is dat geen ouderdomskwaal maar het uiteindelijke gevolg van oncontroleerbare baringsdrift), de overgang, opvliegers, spataderen, onafgebroken gejammer en de hysterische behoefte om Amerikaanse series te volgen waarin werkelijk geen ene fuck gebeurt.
Anybody
Hij visualiseerde een naakte vrouw van rond de dertig met cellulitis en striae die op een Rolf Benz-bank (gekocht nadat zij een wervende tekst van Wim de Jong hierover had gelezen in het Volkskrant Magazine) zat met naast zich een typische Amstelman en voor zich twee blozende kinderen die met Duplo speelden, terwijl ze blakend van blijdschap en lachend aan haar man voorstelde om naakt in de Anybody-rubriek van de Viva te gaan staan. De vrouw leek sprekend op Aaf Brandt Corstius.
Hij kokhalsde.
Lees vooral ook deel 1 van dit tweeluik.