ThePostOnline

SP en PVV: Het kersverse midden

05-03-2012 14:00

De gevestigde krachten beginnen onrustig op hun stoel te schuiven. Zeg, hé: het zal toch niet zo zijn dat SP en de PVV blijven groeien? We zijn toch Nederland? Schathemeltjerijk geworden omdat we lekker aan het polderen waren? En grote bedrijven konden beloven dat we geld genoeg hadden om elke revolutionair dan wel amokmaker te pacificeren door hem als kunstenaar, welzijnswerker, geesteszieke of geëngageerde journalist naar de rand van het machtscentrum te subsidiëren? Wij zijn als kikkerlandje, bijna in de Zwitserse traditie, toch de gematigde en stabiele geldmachine in eigen persoon?

Man, man, man… Als je er oog voor hebt, maak je tegenwoordig de gekste dingen mee: Telegraaf-boss Sjuul Paradijs, bijvoorbeeld, die bij Pauw en Witteman deze week “een sterke PvdA” wenste omdat “dat goed is voor Nederland!” Kan het duidelijker dat the powers that be, de vetgemeste polderaars, angstig bij elkaar aan het kruipen zijn? En zich niet-begrijpend aan elkaar vastklampen? “Kom op nou, PvdA,” luidde de subtekst van Paradijs, “laat eens wat zien! Om onze dikke, rechtse buiken te laten schudden en ons zorgeloze leven op de tennisbaan of het hockeyveld te kunnen continueren, is het wél noodzakelijk dat jullie de geest weer in de fles krijgen en de gewone man terug veroveren op de SP.”

De verstandige mens
Cash jij genoeg om het ook in de gaten te hebben? Iedereen die zich ‘beschaafd’ noemt en tweemaal modaal of meer verdient, begint zich in kantines, op verjaarspartijtjes of tijdens culturele vernissages met licht wanhopige blik af te vragen “waar het heen moet”. Het geringste vermoeden dat jij sympathie koestert voor één van beide vleugelpartijen (of misschien zelfs voor allebei) is genoeg om een bestraffend college over je heen te krijgen over de internationalisering van de economie, de noodzaak tot het openzetten van ramen, het verkennen van nieuwe horizonten en het luidkeels veroordelen van een Polenwebsite waar je part noch deel aan hebt. In het beste geval luister je geduldig en gedwee en laat je het soms hysterische gebral over wat uiteindelijk niet anders dan als een soort ‘algemene solidariteit’ of een ‘wereldgeest’ te omschrijven valt maar tot de laatste punt uit kakelen.

En soms, heel soms, heb je dan vervolgens de moed om te vragen: “Weet jij, als verstandig mens, wel hoe die fijne, internationale wereld van jou er daadwerkelijk uitziet? Wie daar aan de touwtjes trekken? En of die mensen die aan de touwtjes trekken wel zo gematigd zijn? Of lees je wel eens een krant en snap jij dat de ware extremisten uitgerekend in de financiële markten actief zijn, waar onze – haha! – gematigde leiders nu zo braaf achteraan lopen?” Geloof me, dan wordt het wel eens stil. En als ik die stilte enigszins triomferend in me opzuig (niets menselijks is mij vreemd), vraag ik, als klap op de vuurpijl: “Vergis ik me nou? Of is ons politieke midden – in casu PvdA, CDA, VVD, D66, GroenLinks – al jaren bezig het financiële extremisme te accorderen. En daarmee dus zèlf extreem geworden?”

Casinopopulisme
In het licht van deze analyse – SP en PVV zijn met hun afstand tot de financiële dwingelandij feitelijk het ‘nieuwe midden’ – was de verbazing van cabaretier Jeroen van Merwijk ook zo grappig toen hij, eveneens bij PenW, betoogde dat ‘links’ anno 2012 – zeg maar dat goeie, ouwe, betrouwbare, saaie ambtenarenlinks – niet meer bestaat en zich de afgelopen twintig jaar compleet door de beursgerelateerde koortsdromen van rechts heeft laten overnemen. “Kijkcijfers zijn heilig geworden,” constateerde Van Merwijk in het hol van de leeuw. “Zelfs bij de Publieke Omroep. Kwantiteit heeft het definitief gewonnen van kwaliteit. Op alle niveaus.” Van Merwijk heeft volkomen gelijk. Pauw en Witteman deden er strategisch het zwijgen toe. Ander voorbeeld: de linkse zuurneus annex cabaretier Dolf Jansen poneerde met de nodige agressie, en alweer bij PenW, dat “de Polenwebsite ten koste ging van onze economie”. Ofwel: het moralisme van links heeft tegenwoordig geen humane basis meer maar grijpt steeds vaker terug op een kapitalistisch grondmotief: het kost ons géld!

Nóg een voorbeeld: het sterk aan de PvdA gelieerde campagnebureau BKB heeft zich, dankzij opdrogende subsidiepotjes, recentelijk ‘omgeschoold’ tot toeterbureau voor het bedrijfsleven. Mede-eigenaar Erik van Bruggen geeft op Twitter continu zijn geloofsbrieven af als het gaat om de liefde voor het casinopopulisme. Zo is de leiderschapsstrijd in de PvdA en het mediacircus eromheen in zijn ogen alleen al goed omdat “het een paar weken positieve publiciteit voor de partij” oplevert. Hoezo inhoud? Hoezo bevlogenheid? Hoezo gezonde ideeënstrijd? Cynisme slaat de trom! Beurskoersen! Schoonheidswedstrijden! Links heeft zijn ziel tot de laatste draad aan het dagkoerspopulisme afgestaan en biedt, exclusief de SP, dan ook geen enkel alternatief meer voor de denktrant van het huidige kabinet.

En, om nog een laatste exempel toe te voegen: aan tafel van Vara’s DWDD worden de puberbaasjes van pas opgerichte start-ups als jongste actoren in het piramidespel van het durfkapitaal niet minder dan verafgood. Roerganger Matthijs kijkt kwijlend naar ze als een sterveling, die hopelijk (“mág ik? mág ik?”) wordt toegelaten tot het digitale godenrijk. Ach, het zijn zo wat bij elkaar geraapte twitter- en beeldbuisanekdotes, ik weet ‘t. Maar ze staan voor een niet te missen omschakeling in mentaliteit: ter linkerzijde is de verliefdheid op het kapitalisme totáál! In hun jongste redenaties wordt het zelfs opgevoerd als moreel correctiemechanisme, zie de ophef rond de Polensite: de markt zal ons ‘straffen’ voor het schandelijk toegestane onfatsoen.

Om met Nietzsche te spreken…
Hoe lang blijven we nog ten prooi vallen aan het idee dat termen als globalisering, schaalvergroting, uniformisering, compatibiliteit en halfzacht geouwehoer over ‘wereldbewustzijn’ deel uitmaken van de taal der verstandigen en toleranten? Terwijl die termen, één voor één, juist excuustruzen zullen blijken te zijn om de herauten van het flitskapitaal geen strobreed in de weg te leggen bij hun morbide wereldspel, dat eindigt bij champagne, luxejachten en omheinde rijkeluisdorpen voor de enkelen? Dat SP en PVV, in de Nederlandse context, afstand nemen van die glamourwereld en versluierde terminologie en consequent blijven kijken naar de uitwerking van beleid op de concrete werkvloer (in zorg, in onderwijs) maakt hen juist tot verstandige middenpartijen: zij, en zij alleen, houden hun hoofd koel in een doldraaiend systeem. Uitgerekend hén betichten van extremisme of onhaalbare ideaalbeelden is, om met Nietzsche te spreken, “die Umwertung aller Werte”.

Hans van Willigenburg is schrijver, dichter, journalist en schrijfcoach. Omdat hij zijn tegenstanders nooit onderschat en het vulgaire kapitalisme onder zijn ogen ziet oprukken, leert hij jonge ondernemers, via tekst, hun rug te rechten en een (provocerende) strategie te ontwerpen waarbij je je én senang voelt én aardig kunt verdienen.

CC foto: Andreas Trepte