Goed, dan wordt je auto dus gewoon ordinair gejat. Muisstil, voor de deur. Ondertussen is het weinigen ontgaan, lijkt het. Ik deel inmiddels handtekeningen uit. Ook nieuw. Iedereen zijn fifteen minutes of fame, of zo. Ik heb geen illusies, die zien we niet meer terug. Na de dertig dagen retentietijd die de verzekeraar aanhoudt – want er is altijd een kans dat ‘ie keurig wordt terug gevonden, yeah right – kan ik officieel op zoek naar een nieuwe auto voor om mijn reservelampjes. Keuzes, keuzes. Alle Opels zijn uitgesloten van deelname. Standaard. Zo ook Kia’s, Dacia’s en Ssangyong’s. Datzelfde geldt voor Bugatti’s, Koenigsegg’s en Pagani’s. Maar om een heel andere reden. Daar wordt nog aan gewerkt.
Gemiste kans
Audi passeert per ongeluk weer de revue. Ik schrik er zelf van. Anderhalf jaar geleden viel de keus resoluut op Peugeot. Vooral omwille van de manier waarop de droeftoeter van een verkoper mij bij serieuze belangstelling voor de A5 cabriolet behandelde. “Mevrouwtje, die is duur hoor, moet je misschien even aan je baas vragen of dat wel kan.” Op mijn antwoord dat zo’n gesprek wel een heel schizofreen karakter zou hebben kreeg ik een lege blik. Had een heel knap modelletje aan mij kunnen slijten, die man. Testrijden? Nou, daarvoor geldt een actief ontmoedigingsbeleid. Auto’s verkopen in tijden van economische teruggang, nee, dat moeten we niet willen met z’n allen. Dag, provisie! Het duurde overigens al schandalige lang voordat ik überhaupt aandacht kreeg, in de verder volledig uitgestorven showroom. En ik had nog hoop, nadat ik bij de buren van Volkswagen direct naar de occasion-afdeling werd gedirigeerd, dat Audiverkopers heus anders waren. *proest* Dus hallo 308CC! Kan je van zeggen wat je wil, maar bij Peugeot word ik ook in spijkerbroek en hondenuitlaatjas gewoon serieus genomen. Voor, tijdens en na de koop. Veel waard. De RCZ heeft WiFi zie ik net. Just saying.
Snoepwinkel
Het is goed toeven bij Peugeot – zelfs wanneer ik drie keer terug moet voor het zelfde euvel, maar ik ben er niet mee getrouwd. Opties te over. Ik laaf mij aan de snoepwinkel der gave modellen. Een oude Range Rover, modder moet immers. Of een dito 911, Hank Moody-stijl (maar dan wel met onbeschadigde koplampen). Of toch een fraai gerestaureerde Amazon. Zo’n übersexy heel verantwoorde Model S heeft wel een hele lange levertijd. Die slaan we over. Nieuwe DS, ook te gek. Een WRX STi flirt al jaren met me en dan is er nog de Aston met ervaring. Maakt niet uit welke, eigenlijk. Nou ja, behalve die iQ met grootheidswaanzin milieuvriendelijke Cygnet dan.
Toen ik tig jaar geleden mijn eerste auto dagelijks vervloekte omdat de kans dat ‘ie braaf startte kleiner was dan dat geruite gleufhoedjes in een Alto ooit harder dan 90 km/h rijden op de snelweg, heb ik gezworen nooit meer een Alfa te kopen. Nooit. Never. Ever. Op het meest tragische dieptepunt hielden de remmen op met remmen. Zomaar. Italiaanse designkont keihard tegen de krib. Op een voorrangskruising. Waar ik geen voorrang had. Spannend zat. Nokkenassen vielen er ineens onder vandaan en bij iedere bocht – strakke bocht, dat wel – liet ik een onderdeeltje of twee achter. Scoort hoog op problemcar.nl ook. Dat je nooit een Alfa moet rijden is een no-brainer. En toen zag ik de 8C. Vergeet deze alinea.
En ooit, ooit, staat mijn nieuwe beste vriend voor de deur. De immer zalige en jaloersmakend mooie Jaguar XK-140. Ja, dat geloof ik zelf. Tot die tijd: ik werk aan een shortlist. Nog 25 dagen.