“Als liberaal zijn er natuurlijk terreinen waar we over van mening verschillen, maar aangaande het overgrote deel van de onderwerpen zijn we het eens met de SGP”, aldus premier Rutte tijdens een bijeenkomst van de SGP-jongeren dit weekend. Dat de VVD van de SGP afhankelijk is voor het overeind houden van een broze coalitie, is al tijden geen geheim meer. Tot voor kort was dat niet iets waarvoor de liberaal zich op de borst klopte, maar de tijden zijn veranderd. Hoewel er ongetwijfeld een nieuw akkoord zal rollen uit de onderhandelingen in het Catshuis, heeft de premier de SGP meer dan ooit nodig om een fragiel evenwicht te bewaren. Rutte mag het woord ‘liberaal’ echter nooit meer in de mond nemen.
Logica
Het was een briljante logica van de premier, aangaande het overgrote deel van de onderwerpen zijn de VVD en de SGP het met elkaar eens. Natuurlijk klopt dat. Over een overgrote meerderheid van ‘de onderwerpen’ is de mensheid het als geheel wel eens, zeker het hele politieke spectrum in Nederland. Iedereen vindt dat moord bestraft moet worden, we zijn het eens. Iedereen vindt dat onderwijs belangrijk is, we zijn het eens. Iedereen vindt dat mensen recht hebben op gezondheidszorg, we zijn het eens. Iedereen vindt dat kinderporno slecht is, we zijn het eens. Je kan waarschijnlijk zelfs wel een boek volschrijven met zaken waarover Mark Rutte en Vladimir Lenin het eens zouden zijn.
Politiek draait natuurlijk niet om de kwantitatieve analyse van gemeenschappelijkheden, maar om de kwalitatieve analyse van verschillen. Je kan het over 99 procent van de zaken die besproken worden in een politieke arena eens zijn, om toch niet met elkaar door één deur te kunnen. De relevantie van de verschillen is wat telt, niet het numerieke aantal verschillen. Als de één gelooft in zelfbeschikkingsrecht terwijl de ander gelooft dat de mens zich naar God’s wil moet buigen, is er sprake van een fundamenteel verschillend wereldbeeld. Als de één vindt dat zaken als abortus, euthanasie en een gelijkwaardig huwelijk ongeacht seksuele voorkeur fundamentele rechten zijn, terwijl de ander dergelijke zaken het liefst direct wil verbieden, is er sprake van onoverburgbare politieke verschillen. Een beetje liberaal voelt rillingen over zijn rug lopen zodra een SGPer begint te spreken.
JOVD
Er was een tijd dat Mark Rutte liberaal was, dat hij als voorzitter van de JOVD, de politieke jongeren organisatie van de VVD, bewust probeerde om de liberale luis in de pels te zijn van zijn moederpartij. Zodra het fiscaal-conservatisme van Wassenaar en omstreken te dominant werd binnen de partij, dan was het Rutte die met zijn vrienden van de JOVD van zich liet horen. Hoewel vele jaren nadat Rutte er voorzitter was geweest, is de keuze van de JOVD om Femke Halsema in 2006 uit te roepen tot ‘Liberaal van het Jaar’ een veelzeggende geweest; laat het aan de VVD-jongeren maar over om te waken voor de verdediging van vrijheid in de moederpartij.
Van die mentaliteit is bij Rutte niets meer te bespeuren. Natuurlijk wordt hij elke ochtend wakker met een grijs op zijn gezicht in de wetenschap dat hij de eerste premier van VVD-huize ooit is, en dat moet verdedigd worden. Maar niet ten koste van alles. In Amerika wordt Mitt Romney vaak verweten een flip-flopper te zijn maar onze premier doet niet voor hem onder. In de zoektocht naar electoraal succes is hij bereid gebleken elk principe over boord te zetten. Dat recht heeft hij, maar wees dan eerlijk. Wat liberalisme is, is de premier al jaren vergeten dus het wordt tijd dat hij stopt het woord in de mond te nemen.
Adriaan Andringa was ooit een Rutte-bewonderend lid van de JOVD en VVD maar is zelf nog wel liberaal.