Met Mambo Jambo schreef ik het doodvonnis voor mijn relatie met Paula/Carmen. Het enige verschil is dat het boek een open einde heeft. Het leven imiteert de kunst. Maar goed, we leven nog. Alhoewel… Zondag kwam de auto van @piquant in een sneeuwstorm terecht in de Languedoc, op duizend meter hoogte. De Renault Kangoo 4 x4 glibberde de weg af, regelrecht het ravijn in. @lakooi prevelde een schietgebedje, ik dacht aan Mambo Jambo dat wellicht nog beter zou gaan verkopen en dat de royalties naar mijn vier honden Fabia, Raya, Tita en Jamba (de kleine kuttenlikker Bibi is zoals u weet ontsnapt uit de luxe kennel in West-Spanje) zouden gaan, zoals een en ander is vastgelegd bij mijn notaris, Joachim Praag-Segaar. Het lot besliste anders, en nu zit ik in de omgeving van Beziers mijn lulddevedu weg te slobberen met verdraaglijke landwijn. Liefdesverdriet is kut en het went nooit, zelfs niet bij de honderdste keer. Uitzieken is de enige oplossing, net zoals dat gaat met een cold turkey.
Nooit meer een relatie denk ik nu, weer die mallemolen in van aantrekken en afstoten, van schoonouders, rare eetgewoontes en andere mores. Maar goed, de mens is onverbeterlijk, en voor ik het weet ben ik verliefd op een Moldavische dwergclown en zal de zon weer stralen. Dat doet mij denken aan de duizenddichter Willem Hietbrink, die vaste gast was in het bekroond radioprogramma De Inburgerking dat ik met Robbie Muntz maakte. Willem vertelde eens dat hij op seksvakantie was geweest in Cambodja of daaromtrent en een Siamese tweeling had geneukt. De details zal ik u besparen maar met terugwerkende kracht denk ik dat ik dan maar bleek afsteek met mijn Moldavische dwergclown. Overigens lijkt het alsof dwergvrouwtjes (small people zoals je in Amerika moet zeggen) hele grote tieten te hebben maar dat heeft alles te maken met de proporties, kijk maar naar Tatjana Simec. Met mijn dwerg kan ik dan natuurlijk weer leuk optreden op Zuideuropese boerenmarkten en met de opbrengst leuke kleertjes voor haar kopen bij Oilily.
Vrij Nederland
Overigens ben ik niet alleen maar aan het snotteren en slobberen in Zuid-Frankrijk, er moet ook nog gewerkt worden want de schoorsteen moet immers roken dat het een lieve lust is. Daarom redigeer ik tussen de notenbomen en de wijngaarden de onverbiddelijke bestseller van mijn boezemvriendin Margriet Marbus, opdat u niet denkt dat ik hier een of andere lanterfantende pseudo-bohemien uithang. Toen ik net had besloten dat ik mijzelf niet ging verhangen (dat was voor de bijna-dood-ervaring in de Languedoc), kreeg ik van mijn uitgeverij de hier onder staande recensie binnen van Vrij Nederland (fout ná de de oorlog), van ene juffrouw Marjolein Pouw. We kijken even naar de tekst:
Wie van een ruige toon houdt, kan zijn hart ophalen aan Mambo Jambo, waarin de teloorgang wordt verteld van de Nederlandse journalist Arthur, een verslaafde die niet tegen het leven is opgewassen. Met zijn twintig jaar jongere geliefde Carmen vertrekt hij naar Zuid-Amerika om er met schrijven de kost te verdienen. Dat mislukt natuurlijk, ze teren voornamelijk op haar zak. De twee zuipen en snuiven zich halfdood tot Carmen haar koffers pakt, want ze verdraagt Arthur niet langer. Het boek zit dicht op Malcolm Lowry’s ‘Under the Vulcano’, dat een alcoholische ondergang in Mexico beschrijft. Maar Van Amerongen en Lowry verschillen nogal in aanpak. Lowry’s alcoholist glijdt weg in een delirium vol beeldende, associatieve angstvisioenen. Van Amerongen legt zijn journalist redelijke uiteenzettingen vol wetenswaardigheden in de mond, die slecht bij de degeneratie passen. Aan het slot van het boek verandert dat, maar je blijft zien hoe het allemaal is bedacht.
Drankmisbruik
Het merkwaardige van Mambo Jambo is dat mijn alter ego Arthur niet verslaafd is en wel degelijk tegen het leven is opgewassen, maar wellicht kan het boek op verschillende wijzen gelezen worden. In het boek wordt weliswaar hier en daar een borreltje genuttigd voor de gezelligheid, maar gesnoven wordt er slechts twee of drie keer. Hoofdpersoon Carmen snuift helemaal niet want die is tegen de verdovende drugs. Hilarisch wordt het als juffrouw Pouw schrijft dat het boek helemaal bedacht is. Welnu, negentig procent van het boek is niet bedacht en slechts het drankmisbruik heb ik geheel uit mijn duim gezogen. Waar zijn de tijden van de literaire mandarijnen als Carel Peeters en Martin Ros gebleven?
Enfin, ik ga maar weer eens Reviaans slobberen en over de dood nadenken, en daarna verder met Margriet Marbus. Tot slot wil ik u niet dit fijne lied onthouden van Leo Ferré, zodat u zich geheel in mijn gemoedstoestand kunt verplaatsen. Big Bisou, votre Arthur (niet die uit Mambo Jambo dus).