De Wall of Sound als religieuze ervaring

20-03-2012 20:26

LAWAAI!Een goed uitgevoerde geluidsmuur is als een religieuze ervaring. Een pure catharsis die louterend en bevrijdend door merg en been snijdt. De Verschillende gitaarlijnen die zo met elkaar, de eigen feedback, galm en echo verweefd zijn dat het begin van de ene niet te onderscheiden van de andere is. En dit bij voorkeur zo luid dat gewrichten beginnen te resoneren en de binnenkant van de wangen tegen het gebit aan worden gedrukt. Geen ruimte in de geest voor zondige gedachtes, laat staan voor zondige daden. Enkel trillingen beheersen lijf, lenden en geest.

Soundgarden
Mijn doopsel, eerste communie en vormsel in de belijdenis van de louterende geluidsmuur doorliep ik in 1992. Slechts een half uur in de tergende regen maakte van mij een ware gelovige. Ondersteund door bliksemschichten uit een wenende hemel stond Soundgarden op het podium van Pinkpop de gitaren en versterkers te tarten. De apotheose was het moment dat Chris Cornell in de laatste minuten van Slaves/Bulldozers een megafoon tegen zijn gitaar aan zetten en daar door heen begon te schreeuwen. Nog steeds schoten bliksems uit de hemel maar de donder werd weggespeeld door de geluidsbrij die uit de PA golfde.

Net als iedereen om mij heen moet ik doorweekt zijn geweest, maar geen seconde was ik daar mee bezig. De rillingen op mijn rug waren niet van de kou, dat was puur genot resonerend op de trillingen van bevrijding. Natuurlijk, dit werd de Pinkpop van Eddie Vedder die van de cameralift sprong (zou ik hem graag eens zien doen met zijn Ukelele) en The Cult die niet wilde stoppen met spelen. Voor mij echter is Soundgarden, en dan met name die laatste vijf minuten, het best bij gebleven.

Decibellen
Dit smaakte naar meer en ik had geluk, eind jaren ’80 was een hele golf aan bands opgestaan die er plezier in beleefde om het geluid van stervende gitaren en pijnlijk gierende versterkers op plaat te zetten. Loveless van My Bloody Valentine was nauwelijks een jaar eerder uitgekomen, een album dat zich het best laat omschrijven als 34 strengen felgekleurde kinderklei die samen zijn gebald tot een grote kleurrijke bol waarin alle kleuren nog zijn te onderscheiden maar niet meer uit kunnen worden getrokken. Geen gebalde vuist in het gezicht zoals bij punk of hardcore, maar een subtiel in elkaar geweven deken van feedback lagen en melodielijnen. Summum van deze melodische tsunami You Make Me Realize, een nummer waarmee de band live geregeld de 120dB passeerde en soms zelfs met piekwaarde rond de 130dB kwam; een melodische opstijgend vliegtuig als het ware. De kunst echter is niet het volume, maar juist feit dat zelfs met dat absurde volume de bezwerende melodie blijft staan. Het gaat hard en het snijdt en toch blijft het liedje overeind.

De perfectie van een kunstvorm die zes jaar daarvoor door Jesus And The Mary Chain in het leven was geroepen. Met Psychocandy gaven deze Schotten in 1985 een geheel nieuwe betekenis aan Phil Spector’s Wall Of Sound. Iets wat velen inspireerden om vergelijkbare registers open te gooien. De geboorte van de shoegaze.

Sonic Youth
In die zelfde jaren werkt aan de andere kant van de grote plas Sonic Youth aan de eigen stapel lagen. Scherper, meer gebouwd rond dissonanten en feedback legt dit viertal rond het koninklijk echtpaar van de indierock de basis voor een hele generatie noiserock. Stammend uit de school van Glenn Branca laten Thurston Moore en Lee Ranaldo de standaard stemming voor wat deze is, een te negeren beperking.

Daar waar Branca echter gerust een half uur dezelfde toon kan laten door zoemen, kiezen de New Yorkers ervoor om met deze aanpak pop- en rockliederen te gaan schrijven. Gelijkmatig geïnspireerd door vroege jaren ’80 hardcore als liedjessmeden uit de jaren ’60 herdefinieert de band met verbouwde apparatuur en onconventionele middelen het geluid van pop én van de gitaar.

Noise en ruis
Met Dirty breekt Sonic Youth in 1992 door bij een groter publiek, in de slipstream van Nirvana, de band die lawaai, distortion en vuiligheid heel even mainstream maakte. Dat is echter het vijfde album in nauwelijks zes jaar van de hand van Kim Gordon en haar lawaaierige mannen dat nu de term klassieker mag dragen. Maar belangrijker zijn de albums EVOL, waar de band voor het eerst opzoek gaat naar de liedjesstructuur in de noise, en Daydream Nation, waar Sonic Youth) voor het eerst de explosieve sfeer van de live band in de studio weet te pakken.

Het is een geluid dat wordt opgepikt en veel gitaarbands eind jaren ’80 en begin jaren ’90 beïnvloedt. Nummers bouwen met ruis, gruis en ander gespuis. Soms met slechts kleine geluidsschuttingjes, zoals bij Eric’s Trip (genoemd naar een nummer van Sonic Youth), anderzijds in totaal vrije experimentele noise, zoals bij Trumans Water. Lawaai wordt gebruikt om Beatlesque nummers te schrijven, net zo pakkend en melodieus, maar dan bestaande uit piepende en overstuurde gitaren, iets waar een band als Sloan op Smeared in floreert. Verbindende factor lawaai, hel veel lawaai, verstoring en vervorming. Alles wat in de jaren daarvoor als weg te poetsen randgeluid werd ervaren, wordt bewust naar voren bijgestuurd. De vroege jaren ’90 waren het paradijs.

Gewoon lekker
En nu, twintig jaar later, vormen deze jaren weer inspiratie voor vele bands. Shoegazend, noiserockend of in combinatie van beiden werpen deze ons weer een geluidsmuur toe om van te smullen. En ik eet, met grote happen. A Place To Bury Strangers, Katadreuffe, Nikoo, Space Siren, New Bleeders om een paar willekeurige namen te noemen. Louterend lawaai, of zoals Chris Cornell het na het optreden op Pinkpop tegen een verbouwereerde Jan Douwe Kroeske zei: “Gewoon omdat het lekker is”.

Ter ondersteuning van deze verre van complete ode aan de geluidsmuur, een stukje lawaaibelijdenis door Sloan

Tjeerd van Erve schrijft op onmogelijk veel plekken, maar bundelt tegenwoordig alles op zijn eigen blog.