Net zoals zo vele doorbraken is Big Data er zo een die al tijden op de loer ligt, maar waarvan iedereen dit jaar ineens zegt dat het nu toch “echt gaat doorbreken”. En daar zou “iedereen” best eens gelijk in kunnen hebben. Om te beginnen is het aggregeren van veel, heel veel, data en het daaruit destilleren van inzichten namelijk al heel groot. Bedrijven als Google en Facebook pompen enorme hoeveelheden data rond en daarmee kunnen ze nu al heel veel dingen over u te weten komen. De echte doorbraak naar het grote publiek zal er zijn wanneer ook kleinere organisaties de databases binnenstebuiten keren en vooral wanneer het aantal datajournalisten gaat toenemen. We kennen nu al de voorbeelden van (dynamische) infographics, maar de invloed hiervan zal hoogstwaarschijnlijk alleen maar toenemen. Dat gezegd hebbende: is het u ook opgevallen dat je de laatste tijd inderdaad steeds meer infographics ziet? En dan hebben we het nog niet eens over op beeld gebaseerde diensten die de verspreiding helpen. (Hallo Pinterest!) Zoals gezegd: Big Data gaat nog eens heel groot worden, en denk dan aan “groter dan alleen infographics” groot. Maar is die capaciteit er eigenlijk wel in de journalistiek, en wie gaat het anders doen?
Wie pakt het op?
Zeg niet dat u niet gewaarschuwd bent. Wie de afgelopen jaren een beetje had opgelet had al leuk kunnen inspringen op de opkomst van de data-visualisatie. De mogelijkheden zijn nog lang niet uitgeput, maar de vraag wordt wel steeds meer “Wie gaat dit nu dan oppakken?”. Deze vraag is niet alleen relevant voor Nederland, waar de twijfels over de kwaliteit van het Hoger Onderwijs sowieso steeds de kop op steken. Ook in internationaal verband wordt er op gewezen dat een datajournalist niet alleen een goed verhaal moet kunnen maken, maar ook gedegen (basis) kennis van statistiek, softwarekennis en het liefst wat designskills dient te bezitten. De Gates-foundation zegt het ook, dus het is waar, zullen we maar zeggen.
Het lijkt voor de hand liggend dat een journalist niet elk van die taken eigenhandig oppakt, maar een gedegen basis-inzicht in deze gebieden is wel noodzakelijk om de rol in een dergelijk nieuw team goed te kunnen vervullen. De journalist als regisseur, als een spin midden in het web van de data-journalistieke afdeling. Overigens, vind nog maar eens een uitgever die direct vier man aanneemt om deze lacune in de redactie te vullen. Het zal toch een heel stuk meer op de expertise van een enkeling, of enkelen, gaan aankomen.
Meten
De massa aan data kunnen we lang niet altijd zonder meer interpreteren. Zelfs van een bron met een enorme hoeveelheid aan gebruikers als Twitter kunnen we bevindingen niet één op één generaliseren naar een grotere populatie. Dat is niet per se erg, maar je moet wel ten alle tijden weten waar je het over hebt. Een van de belangrijkste beginpunten van onderzoek is te bekijken wát je nu precies wilt meten, en of je dat met de beschikbare gegevens ook kúnt meten. Nu maakt automatisering het wel een heel stuk makkelijker om lekker in het wilde weg “alles te gaan meten”, maar dan nog zul je een selectie moeten gaan maken om tot een verhaal te komen.
Een verhaal maken
‘De journalist’ is in principe bij uitstek geschikt om de rol van “regisseur” van het verhaal op zich te nemen. Wie de recente discussies rond scholen voor de journalistiek heeft gevolgd weet echter ook wel dat lang niet iedereen die hier uit rolt er in de praktijk ook heel geschikt voor is. Het is natuurlijk sowieso onzin om dat te verwachten, maar om toch voldoende in te spelen op de aankomende trend zou men eigenlijk wel nú al aan studenten de juiste handvatten moeten bieden om de datajournalistieke trend aan te kunnen pakken. De vraag is of dat op dit moment prioriteit heeft bij de leiding van deze opleidingen. Het blijft afwachten, maar het is heel goed mogelijk dat ook datajournalistiek wordt opgepakt door a-typische journalisten. Ongetwijfeld een ergernis voor hen die vasthouden aan gedachten als “Maar een échte journalist is onafhankelijk!” en “Wat komt er van ‘de journalistieke waarden’?”, maar het is vrijwel onontkoombaar. De unieke samenloop van ideeën en praktische kennis is nu simpelweg nog maar bij een te klein deel van de beroepsbevolking aanwezig.
Met een onvoldoende inzicht in alle aspecten zullen juist “journalistieke waarden” worden aangetast. In “een verhaal kunnen maken” schuilt zeker in de datajournalistiek namelijk ook een enorm gevaar. De focus op mooie datapunten ligt op de loer, die uitzonderingen die vast wel gegeneraliseerd kunnen worden. Er is een kundig analyticus voor nodig om alles bij te kunnen houden en echt van “duiding” te voorzien. De uiteindelijke uitdaging is te vinden wie dit nu zijn, en je kunt je afvragen of “de journalist” in de huidige vorm altijd het antwoord is op die nieuwe behoefte.