Laten we het maar direct eerlijk zeggen: het is ook gewoon een ‘stom’ idee. Sinds vorige week donderdag kunnen we “eindelijk” nieuwe top-level domains (TLD) registreren bij het ICANN, het instituut dat het toewijzen van dit soort domeinen regelt. Grote vreugde onder marketeers, zo zou je misschien denken, maar zelfs dat lijkt nu het echt zo ver is toch wel een beetje tegen te vallen. Al sinds het voorstel een beetje concreet op tafel ligt zijn de reacties verdeeld. Het lijkt aan de ene kant een buitenkansje voor elk bedrijf dat worstelt met de huidige beperkingen in naamgeving, maar aan de andere kant ziet iedereen die weet hoeveel verwarring er nu soms al is ook de problemen die met een uitbreiding van het naamgevingssysteem gepaard gaan. De vraag is dan ook welk probleem deze nieuwe uitbreiding nu eigenlijk oplost, al is een .lol TLD natuurlijk wel erg mooi.
Het huidige aanbod aan domeinnamen is al ruimer dan je misschien denkt. Zo kun je als museum al een .museum naam aanvragen. Aangezien niet iedereen zich een museum kan noemen is het logisch dat het web nog niet volstaat met deze namen, maar gelukkig wordt er wel algemeen gebruik gemaakt van de mogelijkheden die .mobi en .travel bieden… oh nee, toch niet. Misschien is dit ook wel omdat de nieuwste ontwikkelingen zich de laatste tijd vooral op (mobiele) app gebied voordoen, buiten de browser om, dus je ziet toch niet precies met welk domein je communiceert. Deze ontwikkeling belicht gelijk een van de grootste bezwaren tegen uitbreiding: eigenlijk wil iedereen gewoon makkelijke woorden, niet een systeem met sub-, top- en gewone domeinen. Aangezien we nu toch gewoon wel op die rare domeinenstructuur blijven zitten is de behoefte aan het ingewikkelder maken van het bijbehorende systeem minimaal.
Ingewikkeld doen met domeinnamen is verder vooral het domein (no pun intended) van spammers en scammers. Tegenstanders van het nieuwe systeem wijzen er op dat het nu alleen nog maar lastiger wordt om te zien wat de correcte domeinnaam moet zijn. De horde van 185.000 dollar die genomen moet worden is misschien fors genoeg om kwaadwillenden af te schrikken en er is een strenge selectie, maar vooral de algemenere namen zullen voor verwarring kunnen gaan zorgen. Moet je nu op bobbejaanland.vlaanderen of .be zijn straks?
Er werd vorig jaar nog door sommigen betoogd dat het systeem voor grote bedrijven aantrekkelijk zou zijn, omdat de naamgeving nu een stuk eenvoudiger zou moeten kunnen. In plaats van een ingewikkelde URL naar een losse productpagina zou je nu direct naar powershot.canon kunnen gaan, bijvoorbeeld. Waarom canon dan nu powershot.canon.com niet zou willen gebruiken laat men in dat betoog dan maar even achterwege. Wat er uiteindelijk gebeurt is dat het aantal mogelijke namen toeneemt. Welke keuze een fabrikant of regio gemaakt heeft weet je niet van te voren; daar zul je toch echt eerst naar moeten zoeken en dus heb je helemaal niets ana gebruiksgemak gewonnen. Uiteindelijk biedt het systeem alleen een selectie aan keuzes, geen regels over wat raadzaam is, dus er is geen vertrouwde basis om op terug te vallen.
Het is dat zoeken naar een domein dat gebruikers in de praktijk toch al (steeds meer) doen: hoeveel van de websitebezoekers komt nu al niet binnen via Google? Hoeveel mensen typen nu al niet “coca cola” in de “adresbalk” en zien daarna wel wat er als eerste naar boven komt? Uiteindelijk is het domeinnamen-systeem zoals we dat nú kennen al niet helemaal bekend bij alle gebruikers en komen we er in de dagelijkse praktijk ook steeds minder mee in aanraking. Linkjes die we van anderen krijgen zijn verkleind (Twitter) of zien er uit als een mooie aankeiler (Facebook), sites die we vaak bezoeken hebben we als bookmark, in de RSS-reader of anders vult de browser de volledige naam wel aan. Weten we niet precies waar we moeten zijn, dan googelen we even en dat maakt de precieze domeinnaam toch al een stuk minder uit; we vertrouwen er op dat we de juiste ergens “boven in google” vinden. Misschien zou je een nieuw systeem wensen, maar een uitbreiding van het huidige is een oplossing voor een probleem dat er niet echt is. In ieder geval zijn de reacties de laatste dagen zo underwhelming als een systeem waarvan niemand het gebruiksgemak begrijpt verdient.
Gyurka Jansen is marktonderzoeker en geeft training en advies over nieuwe media en marktonderzoek. Hij is benieuwd of de laatste voorgenomen echt grote veranderingen voor het reilen en zeilen van het internet aanstaande woensdag op genoeg weerstand kunnen rekenen om het allemaal nog een beetje leuk te houden.