(Foto: DeLorean Motor Company)
“Never in the history of engineering endeavour, so little became so much, for so many” -zou een cynische Churchill hebben kunnen zeggen over de DeLorean. Een ex-GM man met een grote bek en één gekke Doc was alles om deze roestvrije onsterfelijk te maken. Was het een geniaal brulding? Wat de Back to the Future films betreft zeker. Al was het maar om op achterin gedonderde aardappelschillen en ander gft-afval, in staat te zijn om warpspeed te overschrijden dankzij technopulp als een flux capacitor. Hier kon de 88 mph aanvangsnelheid mee worden gegenereerd om naar de toekomst terug te keren. De niet-geDocterde DeLoreans gingen nauwelijks sneller, maar de films waren leuk. Wel bedrog, daar de snelheidsmeter van Amerikaanse modellen slechts tot 85 mijl gingen.
Het geesteskind van John DeLorean, een ex-GM topman, ontsproot in 1975 aan zijn brein. In 1976 tekenden William Collins en Giorgetto Giugiaro van Ital Design het prototype. Collins deed het glasfiber-plastic chassis en Giugiaro de roestvrijstalen buitenlijnen. Na overwogen te hebben om wankeltechniek te gebruiken voor de aandrijving werd uiteindelijk gekozen voor de 2849 cc V6 PRV-motor van Peugeot-Renault-Volvo. Deze zit in alle DeLoreans.
DeLorean werd met subsidie van de Britse overheid verleid om in 1978 in Dunmurry nabij Belfast de eerste paal te slaan voor de fabriek, waar de talloze werklozen in de streek aan de slag moesten kunnen. Productie zou in 1979 starten, maar technisch-financiële problemen maakten er januari 1981 van voor de eerste DMC-12 genaamde modellen uit de fabriek rolden. Ongeveer 9200 exemplaren later ging de zaak in december 1982 al jammerlijk op de fles. Iron Maggie’s regering kreeg een forse strop en de Noord-Ieren stonden weer op straat. Gelukkig hebben we de films nog.
(Foto: DeLorean Motor Company)
En wat kreeg je met een DMC-12 zonder magnoflux paradoxer? Het is dat Colin Chapman van Lotus het plastic in het oorspronkelijke chassisontwerp onder handen nam, anders was het ding waarschijnlijk doorgezakt. De innovatieve door DeLorean aangeschafte Elastic Reservoir Moulding (ERM) techniek bleek het nog niet te zijn, en daarom rustte de rvs-carrosserie op een glasfiber-plastic Y-ruggengraatchassis van Lotus, met voor een onafhankelijke double wishbone wielophanging en achter een multi-link setup.
(Foto: DeLorean Motor Company)
De PRV-motor was een nogal agrarisch ingespoten V6 waar brave huisvaders in Volvo’s het ook mee deden. Niet-Amerikanen mochten er 170 pk uit tegemoet zien, waarmee in 8,5 seconden de honderd werd bereikt. Onder druk van fascistoïde luchtmensen kregen Amerikanen slechts 130 pk geserveerd, waarmee de ton halen -op zijn Clarksons- een wereldreis duurde, en de V6 al bij 85 mph (177 km/u) begon te hyperventileren om op papier tot 205 km/u door te gaan. De motor zat tot chagrijn van Chapman bovendien helemaal achterin, waar normaliter alleen de Hunnen boxen. Het resultaat was een gewichtsverdeling van 35 procent voor tegen 65 procent achter.
De mat gebrushte SS304 chroom-nikkelstalen buitenlijnen zijn echter fraai. Het oogt bovendien degelijk. Dat het staal geen dragende functie heeft kan de liefhebber niet schelen. Drie DeLoreans werden overigens met 24-karaats goud beklopt op het rvs. Wat ze nog trager moet hebben gemaakt dan de Amerikaanse exemplaren die al flink noordelijk van de standaard 1230 kilo wogen. Wellicht de reden waarom Doc het tijdreizen in de filmpraktijk volgens geruchten niet met fluxspul op peulenschillen deed, maar op Teutoonse boxers. Terug naar de toekomst gaan lukt kennelijk beter met iets van Porsche achterin.
John Delorean overleed in 2005, zijn creatie gaat wel door naar de toekomst. Bij de DeLorean Motor Company worden ze zelfs (op)nieuw gemaakt