Indonesië ligt – terwijl ik dit schrijf – plat vanwege demonstraties door het hele land. Tot in de kleinste dorpjes gaat de bevolking in kleine groepjes de straat op om het verkeer te blokkeren en leuzen te scanderen. Het begon met de studenten die zo’n twee weken geleden voor het eerst gingen demonstreren, maar nu doen ook de vakbonden en eigenlijk iedereen mee. De regering heeft namelijk aangekondigd dat benzine en andere olie-angehauchte producten dertig procent duurder worden en in de toekomst zal dat nog verder stijgen. Het is mooi om te zien dat elders in de wereld mensen nog wel idealen hebben waarvoor ze bereid zijn te vechten.
Benzine en aanverwante waren zijn altijd gesubsidieerd in Indonesië. Indonesiërs zijn door de bank genomen arm, maar wonen in een groot land, dus leek het de overheid een goed plan om benzine te subsidiëren. Dan kunnen mensen de familie nog eens opzoeken, was de gedachte. Tot een jaar of vijf geleden was er weinig aan de hand, want maar weinig mensen hadden een auto of een scooter. Niet dat er weinig auto’s of scooters op de weg waren, maar het stond in geen verhouding tot de aantallen van de afgelopen jaren. Dat komt doordat het sinds een jaar of vijf in Indonesië mogelijk is om een auto of een scooter op afbetaling te kopen. En dat is een reuze populaire aanschafmethode geworden. Met het toegenomen brandstofgebruik van dien.
Afschaffen die hap
Op zich verdient Indonesië een vermogen dankzij de oliereserves waar het land over beschikt, maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat dat geld bij de top blijft hangen. En dat is natuurlijk niet meer het geval als een groot deel op gaat aan de subsidiëring van fossiele brandstoffen. Dus afschaffen dan maar. Zoals gezegd gingen eerst de studenten de straat op, maar de vakbonden bleven niet lang achter. Omdat veel Indonesische bedrijven voor hun energie van olie afhankelijk zijn, kan het maar zo zijn dat er een zooi op de fles gaan, als die olie substantieel duurder wordt. En dat heeft natuurlijk weer ontslagen tot gevolg. Het is een fraai staaltje marktdenken, waar vakbonden elders in de wereld jaloers op mogen zijn.
Ondertussen jagen groepen scooters door de straten van Makassar. De politie houd het verkeer netjes tegen op de momenten dat de protestleider een toespraakje houdt. Niet alleen de omstanders juichen, ook de agenten knikken goedkeurend. Ook zij hebben familie die door de prijsstijging getroffen zal worden. Zo hier en daar worden oude autobanden in de fik gestoken. Maar spaarzaam, want Indonesiërs zijn vindingrijk en een oude band wordt doorgaans een plantenbak of een paar rubberen sandalen.
Protesteren, alleen als er cameraploegen zijn
Ook gaan zo hier en daar foto’s van de president in de hens. Maar alleen als er minimaal tien cameraploegen bij aanwezig zijn. Blijkbaar zijn ook foto’s van de president schaars tegenwoordig, wat op zich vreemd is. Iedere kleine winkel had een paar jaar geleden nog wel een portret van hem hangen. Maar toen werd olie nog gesubsidieerd natuurlijk. De man heet overigens Susilo Bambang Yudhoyono en lijkt één en ander best prima te doen. Hij heeft in de Verenigde Staten gestudeerd en zat vroeger in een bandje. De economie van Indonesië loopt heel aardig, in de zin dat het de afgelopen jaren de grootste groei had van alle landen in Zuidoost-Azië. En dat is volgens de meeste economen te danken aan het beleid van deze eerder genoemde president.
Het verhaal gaat dat hij op zijn eerste dag als president in alle Indonesische dagbladen een oproep deed aan de bevolking om hem te bellen over hun problemen, gevolgd door zijn mobiele nummer en de belofte om die problemen vervolgens op te lossen. Vierentwintig uur en driehonderdduizend telefoontjes later nam hij een nieuw nummer.
INSTANT UPDATE: De demonstraties hebben geholpen, vrijdagnacht is bekend gemaakt dat de prijsverhoging een half jaar is uitgesteld.
Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com.