Deze week vierde Occupy Rotterdam een grote overwinning. In een kort geding, aangespannen tegen burgemeester Aboutaleb, besliste de rechter dat het tentenkamp op de trappen van het World Trade Center niet permanent verwijderd hoeft te worden. Wel moet Occupy Rotterdam tijdelijk plaats maken voor vier evenementen deze zomer. Woordvoerder Maria van Boekelen wist te melden dat de zaal in de rechtbank te klein was om getuige te zijn van de overwinning van een nog altijd springlevend protest. Navraag naar het precieze aantal: 50 mensen. Het deed me denken aan de column van Rob Wijnberg over Diederik Samsom die óók al weet wat spinnen is. Het zou wel eens een pyrrusoverwinning kunnen zijn. Demonstratierecht hebben is één. Er zinvol gebruik van maken is een tweede.
Gij zult niet wildkamperen
Wanneer kun je iets nog redelijkerwijs een ‘protest’ of een ‘demonstratie’ noemen? Die vraag heb ik me de afgelopen maanden vaak gesteld. Occupy Rotterdam heeft als protestvorm gekozen voor een tent. Met heel veel bordjes. Dat is legitiem. Een overheid kan geen vormeisen stellen aan een demonstratie zolang er geen bedreiging is voor veiligheid en openbare orde. De tent heeft ook een duidelijke functie – gehad. Het fungeerde als een ‘rallying point’ waar bezorgde burgers elkaar konden ontmoeten en discussies konden voeren op straat. Initiatieven konden ontplooien. Ook fungeert de tent als huiskamer. De ‘harde kern’ – momenteel een groep van circa 30 man – ontmoet elkaar. Drinkt er koffie. Speelt er gitaar. Legt er een kaartje. Filosofeert over het leven. Ook dat is legitiem.
Occupy staat voor het bezetten van de publieke ruimte; het opeisen van de stad, het land en de wereld. Maar is het slim om te blijven kamperen demonstreren op de trappen van het Beursplein? De vraag wordt door de ‘harde kern’ vaak liever ontweken of als ondermijnend voor de groepsmoraal gezien. Dat terwijl er toch argumenten zijn. Men zou kunnen stellen: een protest of een demonstratie heeft pas zin als er een aanzwellende werking vanuit gaat en als de steun voor het protest een duidelijke groei laat zien. Bij Occupy is dat niet het geval. Sterker nog: omwonenden en ondernemers zijn inmiddels helemaal Occupy-moe.
Wigwam in de stad
De tent fungeert steeds minder als rallying point. Geïnteresseerden hebben zo’n zes maanden de tijd gehad om elkaar te ontmoeten, telefoonnummers en email uit te wisselen, de website van de beweging te vinden enzovoort. Doordeweeks tussen 9 en 5 zijn er vaak niet meer dan drie mensen te vinden. Het vernieuwende voor de spontane bezoeker is er ook wel vanaf.
De vergelijking met wildkamperen blijft zich ook maar opdringen. Occupyers horen het niet graag of denken dat die vergelijking alleen maar opkomt in de hoofden van mensen die teveel Pownews kijken. Ik denk dat het ergens anders door komt. Het zit ‘m in die tent. Onwillekeurig doet dat toch de vraag rijzen bij mensen: wat als ik nu in een wigwam in de stad ga zitten met wat zelfgefabriceerde bordjes? Geldt dat dan ook als een protest? Hoe lang zou men me serieus blijven nemen?
Bewustwording, brrr…
Ondertussen blijven de Occupyers volharden in de claim dat het hier a) een protest betreft, b) dat dit een protest is voor de gewone man en c) dat ze geen overlast veroorzaken. Occupy Rotterdam presenteert zichzelf graag met retoriek over openheid en inclusiviteit. Ondertussen nemen ze vrijheid van meningsuiting zelf heel wat minder serieus dan hun eigen demonstratierecht. Verschillende mensen met afwijkende meningen ten opzichte van de harde kern zijn inmiddels in de ban gedaan. In mijn geval ging het om het ‘kennelijk overtreden van regels’ die bij verdere navraag nooit zijn toegelicht. De bekende druppel zou een milde ad hominem geweest kunnen zijn richting een van de woordvoerders in de categorie ‘Ach mens, zeur niet zo’. Dat zou extra leuk zijn, want op basis van die overtreding zouden meerdere mensen van de ‘harde kern’ zelf ook geband moeten worden. Kennelijk werkt het echter niet zo.
Maar de boodschap dan! Ze zijn toch tegen het systeem, de bonussen en de maatschappij enzo. Dat was zes maanden geleden zo en veel concreter dan dat is het nooit geworden. Een ondernemer die voor iedere terrasverwarmer een vergunning nodig heeft, overtuig je daarmee niet. Eén van de doelstellingen van het protest – bewustmaking – discussieert bovendien vermoeiend. Continu moeten sceptici – die vragen en argumenten hebben enzo – opboksen tegen mensen die menen een veel scherper inzicht te hebben in de ware aard der dingen.
De gewone man bereiken
Een vraag is waarom het zo slecht lukt om die gewone man te bereiken. Denkt de gewone man nooit na over de oorzaken van de financiele crisis? Zelf heb ik veel mensen gesproken die zich wel zorgen maken om de thema’s waar Occupy voor zegt te staan maar zich bepaald niet uitgenodigd voelen om daar uiting aan te geven vanuit een tent. Een gemiste kans. Een beweging die serieus een boodschap wil uitdragen mag zichzelf ook vragen te stellen over het brengen ervan.
Eric Stam was in oktober en november ook een van de woordvoerders van Occupy Rotterdam en vond het toen te koud worden wel welletjes geweest.