In 2010 won Laurent Binet de Prix Goncourt du premier roman voor zijn bestseller HhhH. Een apart geconstrueerde ‘postmoderne’ roman over de aanslag op de Reichsprotector van Bohemen en Moravië, de topnazi Reinhard Heydrich. Binet zat flink in zijn maag met het goed-scorende epos De Welwillenden van Jonathan Littell, over de gruwelijke carrière van de fictieve ss’er Max Aue. Het boek verscheen in de tijd dat Binet nog volop met HhhH bezig was. Hij ging er flink tegen tekeer, maar lang niet alle passages over Littell haalden HhhH. Ter gelegenheid van de Engelse vertaling heeft Binet ze alsnog vrijgegeven.
De Welwillenden en HhhH zijn twee totaal verschillende boeken. Binet is een door gortdroge (kloppende!) feiten geobsedeerde onderzoeker die al schrijvend verantwoording aflegt over de door hem gemaakte keuzes. Littell echter, laat zijn personage Aue vrijelijk mijmeren aan de rand van een vers massagraf aangelegd door de einsatzgruppen. Toch laten beide boeken een onuitwisbare indruk achter, en zo u wilt, een dieper inzicht in de psyche van ‘de nazi’. Binet heeft veel morele bezwaren tegen het werk van Littell. Sommige daarvan werden opgenomen in HhhH, andere weggelaten, want te rancuneus bevonden door zijn uitgeverij.
Het moet ook pijn doen; noest werken aan je manuscript en een collega-schrijver zien scoren met een al voltooid en in sommige opzichten vergelijkbaar werk. De frustratie druipt van Binets bezwaren af, en alhoewel ze in een moreel-sausje gedrenkt zijn, lijkt het om niet meer te gaan dan platte afgunst. Dat Binet deze nu vrijgeeft is opmerkelijk, al helemaal aangezien zijn werk zo de hemel in is geprezen dat hij het niet nodig heeft nog een zure fluim na te spugen.