Weten & Tech

De iPadschool gaat vooral niet om de iPad

17-04-2012 09:00

Bij de introductie van de ‘iPadschool’ van opiniepeiler Maurice de Hond ging direct het gerucht dat het om een 1-aprilgrap zou gaan. Wat dat betreft was de timing voor de introductie van een nieuw onderwijsconcept, eind maart, misschien niet zo goed gekozen. Door een nieuw educatiesysteem op te hangen aan de naam van één man, Steve Jobs, kwam het hele verhaal ook direct al wat minder goed over. Dan ga je toch een beetje denken dat men “het er gewoon om doet”, het doet allemaal wat hyperig aan. Toch is het idee achter de school helemaal niet zo vreemd en gaat De Hond veel minder kort door de bocht dan zijn korte introductie misschien doet vermoeden.

Het nieuwe schoolbord
De iPad is natuurlijk geen nieuw schoolbord, het is ook geen nieuw soort boek of blokkendoos. Om op een dergelijke manier tegen een nieuwe technologie aan te kijken zou wel heel erg van een ‘horseless carriage’ syndroom getuigen. Om de omwenteling die het effectieve gebruik van nieuwe technologie kan brengen te omschrijven kun je natuurlijk wél kijken naar eerdere revoluties, en dan ligt het schoolbord voor de hand. Denk maar eens aan een tijd voordat er schoolborden waren, misschien moeilijk voor te stellen, maar zo’n tijd is er wel geweest. Met het schoolbord kreeg een leraar ineens een heel nieuw instrument in handen: hij kon centraal in de klas voorbeelden geven. Daarnaast is het natuurlijk heel goed te gebruiken als instructiemateriaal dat de leerling dan moet overschrijven op een leitje of in een schrift. De huidige ‘smartboards’ zijn daar een interessante doorontwikkeling van.

Het vernieuwende aan de Steve Jobsschol is nu dat de iPad niet wordt ingezet als een verlenging van dit schoolbord. Dat kan natuurlijk in voorkomende gevallen óók gebeuren, maar in principe gaat het veel meer om de vernieuwing in het onderwijs die nodig is om tablets en andere technologie op een effectieve nieuwe manier te gebruiken. De school van De Hond onderkent dit en stelt bijvoorbeeld dat de tablets gebruikt worden om altijd toegang te kunnen krijgen tot materiaal dat kinderen gebruiken om te leren. Een belangrijke horde ligt hier misschien nog wel in het notoir onhandige groepslicentiemodel van Apple, wanneer een hele school ‘apps’ moet aanschaffen is dit toch wel een punt van aandacht, maar het idee is er. Daarnaast gaat de school vooral om het stimuleren van vaardigheden als “creativiteit, innovatief en kritisch denken, problemen oplossen, communicatie, samenwerking”, in de geest van Jobs. De school gaat, veel meer dan om alleen een apparaat, om de gemeenschap erachter en ze wil ouders actief partner maken in het onderwijsproces. Op die manier is de tablet geen vervanging van een centraal instructieapparaat – voor het afspelen van nieuwe media had men dan ook het smartboard kunnen gebruiken – maar een manier om kinderen een eigen instrument in handen te geven.

Maar wat doen we er dan mee?
De introductie van nieuwe technologie in een onderwijs systeem kan niet op zich staan, anders verandert er doorgaans niet iets wezenlijks. De organisatie achter ‘o4nt’, de Jobsschool, heeft dat goed begrepen. Projecten waarbij men de verwerving van nieuwe vaardigheden en contact met de buitenwereld in ontwikkelingslanden wilde stimuleren liepen lang niet altijd voorspoedig. Maurice lijkt daar ten dele goed naar gekeken te hebben. Het One Laptop Per Child (OLPC) programma is al diverse malen stroef verlopen doordat kinderen “sneller leerden dan hun leraren” of omdat leraren de nieuwe laptops vooral zagen als een handig verlengstuk van het bestaande instructiemateriaal. En van tekstjes overtikken in een Office pakket, in plaats van op te schrijven in een schriftje, leer je niet zo heel veel extra’s ten opzichte van de oude methode. De nieuwe school speelt daar goed op in, door de tablet niet puur als een verlengstuk van het bestaande te willen gebruiken.

Valkuilen
Toch lijkt ook het ‘o4nt’ project in een paar vallen te trappen. Het idee van een heel nieuw ondersysteem is in principe niet verkeerd, al kun je discussiëren over de effectiviteit van een dergelijke vrije vorm. Als het OLPC programma ons echte één ding heeft geleerd is dat basiscompetenties erg belangrijk blijven, daar hoeft “mediawijsheid” er niet per definitie een van te zijn. De vrijblijvenheid waarmee de Jobsschool met deze competenties om lijkt te gaan doet wat vreemd aan: “Zo verwerven zij impliciet ook de [..] basiscompetenties”. Is dat niet de verkeerde volgorde? Daarnaast maakt De Hond het zichzelf nodeloos moeilijk door zich te richten op Jobs en Apple. De iPad is natuurlijk een mooie innovatie, maar het verhaal over Steve Jobs maakt dat het inderdaad allemaal wat als een grap aanvoelt. Daarnaast lijkt de onderbouwing vooral anekdotisch en gebaseerd op de eigen kinderen.

Over De Hond lezen we in het tekstje over de initiatiefnemers: “vader van o.a. Daphne van bijna 3, die al sinds haar 1e actief met de iPhone/iPad bezig is” . Erik Verhulp is ook vader, van “zoon (27) en dochter (25) die ieder dagelijks werken met iPhone, iPad en MacBook.” En zo weten ook Irene Felix (kleinkinderen en iPad) en Luc de Vries (kind van 14, opgegroeid met techniek) te melden hoe goed hun kinderen met technologie om kunnen gaan. Ja, met alle respect voor de vast heel leuke kinderen, maar: “Lekker belangrijk Maurice!”. We mogen toch hopen dat die enkele gevallen niet via een ingewikkelde weegmethode de onderbouwing voor het hele systeem vormen. De gezellige verhalen over welke Apple producten welke kinderen gebruiken doen een beetje af aan het hele idee. En waarom vasthouden aan Apple? Moet een nieuwe onderwijsvisie echt zo eng worden gebracht op dat vlak? Op deze manier spreekt de opzet teveel de “verwondering” van trotse ouders uit, terwijl de introductie van een nieuw systeem an sich helemaal niet zo gek is. Goed, schrijven is schrappen, dus wij kijken reikhalzend uit naar de uitwerking van het initiatief.

CC-Foto: ‘Tsubaki Kaworu

Gyurka Jansen is 32, ook opgegroeid met techniek, maar niet met de iPad natuurlijk. (Scholen hadden toen een MSX.) Hij is marktonderzoeker en geeft daarnaast gastcolleges, training en advies over nieuwe media.