Eergisteren werden de jaarlijkse prijzen voor de journalistiek, De Tegel, uitgereikt. Zoals gewoonlijk was het weer een gala voor en door mensen die graag zichzelf van harte feliciteren met hun enorm relevante bijdrage aan de samenleving, getuige ook de zin “wij journalisten leiden de bagger op social media in goede banen”. Niks nieuws dus. Gelauwerd oorlogsverslaggever Arnold Karskens liet daar luidkeels weten dat Tegel-winnares Nathalie Righton plagiaat had gepleegd en dat zij haar artikel van hem had gejat. En, oh horror, de moeder van Nathalie Righton was geschokt! Of de beschuldiging van plagiaat klopt is weet ik niet, wat ik wel weet is dat Karskens wel vaker luidkeels iets liet weten om vervolgens door iedereen te worden weggehoond, inclusief de politiek die wel de expertise van Karskens wilde maar liever niet wilde horen dat Afghanistan gewoon een hellekring is vol leed en bloederige aanslagen aangezien het een oorlogsgebied is (waarop de militaire-missie gewoon door mocht gaan aangezien er toch niemand bezwaren had, laat staan dat het er onveilig zou zijn). Mocht iemand mij dus vragen bij wie mijn sympathie meer ligt, bij Karskens of Righton, dan is het antwoord Karskens.
Maar genoeg daarover. Een festijn als de tegel-uitreiking laat men het beste links liggen. Alhoewel dat dus erg lastig is gezien de jaarlijkse totaalergernis die zich van steeds meer mensen meester maakt als ze alleen al naar een stoeptegel kijken.
Huffington Post
Echt interessant aan de Tegel-uitreiking is het feit dat er geen online journalistiek (meer) wordt beloond. Nu is dat met een conservatieve en oud mediale organisatie die vooral bestaat uit mensen afkomstig van de dagbladen- en publieke omroep-sector niet zo heel verwonderlijk, maar toch. Je zou denken dat in 2012 ook het béétje Nederlandse journalistiek dat online wordt gezet op z’n minst wat aandacht krijgt bij journalistieke prijsuitreikingen. In de V.S. doen ze dat al jaren met de Pulitzerprijs (overigens een prijs die net zo prestigieus en waardevol is als onze Nederlandse WC-eend award), en al jaren worden daar de juiste online media eerlijk beloond voor hun goede werk. Voorgaande jaren was het de interessante en belangrijke onderzoeksjournalistieke site (of beter gezegd: platform) Propublica die een Pulitzer won, dit jaar was het (je zou bijna zeggen: uiteraard) The Huffington Post die met de eer mocht strijken. Ook de journalistieke organisatie Politico, die crossmediaal werkt, viel in de prijzen. Niet geheel ten onrechte. Wie nu nog niet weet waarom dat zo terecht is, heeft eigenlijk niks online te zoeken of kan beter een editorial of fictieboek geen schrijven.
In Nederland is men kennelijk nog lang niet zo ver. Niet omdat er niks journalistiek interessants online wordt gepubliceerd, ik zal het borstkloppen achterwege laten en wijzen op bijvoorbeeld de inzet van een site als Sargasso.nl als het gaat om het doorontwikkelen van datajournalistiek, maar omdat het niemand ook maar een fuck interesseert wat er online gebeurt. Het is nog altijd zo dat wie in journalistiek Nederland mee wil tellen ten minste ook op papier moet publiceren (of op radio en tv). Je kunt 1000 goede interviews online zetten (goed voorbeeld: het interview dat Joost Niemöller had met Theodore Holman op Dagelijksestandaard.nl), pas als deze interviews ooit zijn gepubliceerd in bijvoorbeeld een margeblaadje als de Groene Amsterdammer en gebundeld in een boek dat alleen door de Groene Amsterdammer-doelgroep (Amsterdamse grachtengordel) wordt gelezen is het ineens wél een prijs waard. Je kunt ook journalistieke scoop na scoop scoren en online zetten, het is pas echt als het ook op papier wordt afgedrukt. Althans, als het aan de Tegel-organisatie ligt. De laatste jaren richten ook de serieuze media zich steeds meer op wat er online gebeurt en winnen online publicaties steeds meer aan invloed.
Stoeptegel
De vraag die zich nu aandient is de volgende: wordt het tijd voor een nieuwe journalistieke prijs voor online journalistiek? Of moet online vooral dat blijven: afzijdig van de main stream media, alternatief en wars van prijzen. Ik hoor het graag. En mocht iemand het er over eens zijn dat Nederland wel een een Pulitzer voor online journalistiek kan gebruiken dan lees ik graag de eerste nominaties. Nu alvast beloofd: de prijs wordt geen stoeptegel.