Onlangs kwam het boek Makke Schapen van voormalig PvdA-Tweede Kamerlid Paul Kalma uit. Kalma probeert de lezer te overtuigen dat de uitgangspunten van de sociaaldemocratie nog steeds relevant zijn, dat economische thema’s ten onrechte niet of nauwelijks op de politieke agenda staan, en dat de PvdA weer een beginselpartij moet worden. Zou deze terugkeer naar de linkse oorsprong huidige PVV-stemmers – die voorheen PvdA stemden – terug kunnen halen?
In zijn boek gaat Kalma de discussie aan met Dick Houtman die met zijn collega’s onderzoek deed naar de rechts-stemmende arbeidersklasse. Dat onderzoek laat zien dat culturele thema’s een belangrijker reden zijn geworden dan sociaaleconomische thema’s om op een partij te stemmen. Het lijkt tegenintuïtief als lage inkomensgroepen op rechtse partijen stemmen, maar dat is het volgens Houtman c.s. niet zo: op culturele thema’s denken deze burgers juist wel rechts, en deze zijn nu het belangrijkst.
Culturele zorgen?
Kalma onderschrijft dat culturele vraagstukken belangrijker zijn geworden, maar denkt dat dit komt doordat er een enorme depolitisering van sociaaleconomische vraagstukken heeft plaatsgevonden. Partijen zijn het eens over sociaaleconomisch beleid, en dan blijven er alleen culturele thema’s over. Wie heeft er gelijk?
In interviews noemen PVV-stemmers uiteenlopende thema’s. Globaal zijn deze in drie groepen te verdelen: de politiek, de maatschappij en de multiculturele samenleving. Bij de politiek klagen PVV-stemmers hoe de huidige Tweede Kamer en volksvertegenwoordigers functioneren. Op het punt van maatschappelijke vraagstukken bekritiseren PVV-stemmers burgers omdat zij niet meer hun verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en voor anderen. Hun klachten over de multiculturele samenleving wekken nauwelijks verbazing.
Geen economische component
Deze standpunten zijn allemaal cultureel en hebben geen enkele economische component. Als Kalma zegt dat deze laatste zin niet klopt, heeft hij in theorie gelijk: als je bijvoorbeeld in een oude wijk woont en ‘last hebt van buitenlanders’ heeft dat ook op allerlei manieren met inkomens te maken: met die van jezelf en die van je buren. Maar dat is niet hoe burgers die op de PVV stemmen dit zelf ervaren. Die zien overlast vooral als een uiting van cultuur: van gebrekkige integratie, slechte opvoeding of het ontbreken van normen en waarden.
De PVV is natuurlijk helemaal geen rechtse partij op sociaaleconomisch gebied. Op dit terrein is de partij simpelweg gematigd. Sociaaleconomisch probeert de PVV kiezers vooral niet af te stoten. Culturele thema’s vormen de basis van haar aantrekkingskracht. De arbeidersklasse die op de PVV stemt weet dat sociaaleconomisch beleid door Haagse compromissen – met of zonder de PVV – altijd een mix van links en rechts zal zijn, en dus kunnen ze rustig op basis van culturele thema’s hun stem uitbrengen.
De PvdA kan niet gered worden door meer aandacht te schenken aan inkomenspolitiek. Voor veel burgers zijn culturele conflicten belangrijker, en vanuit het blikveld van PVV-stemmers hebben die conflicten ook geen sociaaleconomische achtergrond. Of we dat nu terecht vinden of niet.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie en bereidt een boek voor over de achterban van de PVV.