Voetbal en het grote geld

23-04-2012 16:00

Voetbal is een mooi spel. Een bijzonder simpel spel. Een bal en een veldje, meer heb je niet nodig om een balletje te kunnen trappen. Schiet de bal vaker tussen de twee palen dan je tegenstander en je wint.  Het is de mooie essentie van het spel, dat in de laatste jaren steeds verder vakkundig wordt gesloopt door het grote geld. Voetbal wordt langzaam maar zeker minder mooi, met dank aan het geld.

Bosman-arrest
Het zou te gemakkelijk zijn om de invoering van het betaald voetbal in 1954 de schuld te geven van de teloorgang van het voetbal. Natuurlijk, het betalen van spelers heeft de mentaliteit in het voetbal om zeep geholpen. Spelers gingen hun hobby zien als werk. Niet meer lekker een potje ballen, maar verplicht naar trainingen en wedstrijden. Toch heeft het voetbal ook veel gehad aan de invoering van het geld in de sport. Het spellertje werd moderner en ontwikkelde zich door de steeds verdere professionalisering. Maar het bracht ook nogal wat excessen met zich mee. En die begonnen pas écht na 1995.

Jean-Marc Bosman zette eind 1995 de hele voetbalwereld op zijn kop. Transfervrije voetballers bestonden voor het wereldberoemde Bosman-arrest nog niet. Nadat de Belgische Bosman het na veel rechtszaken het eindelijk voor elkaar had gebokst was het zover: profvoetballer worden was het simpelste beroep om zo snel mogelijk rijk te worden. Niet alleen de heren voetballers roken geld, ook het gehele umfeld rond het voetbal rook de zoete geur van het snelle voetbalgeld. Bij iedere transfer loopt de gemiddelde zaakwaarnemer binnen, want de commissies die de heren vragen zijn alles behalve een fooi. Zelfs de Nederlandse zaakwaarnemers werden slapend rijk, doordat ons landje enkele wereldtoppers voortbracht.

Fair play? No way!
Heden ten dagen is de eerlijke strijd in het voetbal volkomen verdwenen. Vroeger was het nog gewoon elf tegen elf. Na negentig minuten had je een lekker potje gevoetbald. Die tijd is allang voorbij. De clubs met geld kopen alles weg. Dat die verenigingen voor vele miljoenen in het rood staan, doet er niet toe. Fair play? No way. Het Spaanse clubvoetbal glorieert in de Europese toernooien. Real Madrid en Barcelona spelen het beste voetbal van de wereld, maar dat mag dan ook wat kosten. De finale van de Europa League wordt hoogstwaarschijnlijk een Spaans onderonsje, maar de 20 clubs uit de Spaanse eredivisie hebben gezamenlijk wél een schuld van ruim 750 miljoen euro. De beste voetballer van de wereld schittert jaar in jaar uit, maar krijgt daar wél een basissalaris van 11 miljoen euro per jaar voor. Exclusief bonussen, laat staan de sponsorcontracten. Kennelijk is dat het huidige topvoetbal: geld is geen probleem. En het raakt toch niet op, met dank aan de olie en de sjeiks.

De strijd tegen het nog steeds oprukkende geld is even onzinnig als onnodig. De strijd is simpelweg niet te winnen. Het grote geld heeft teveel invloed en zorgt ervoor dat eerlijk voetbal niet meer bestaat. Maar er is hoop. Doordat -in elk geval in Nederland- clubs gedwongen worden te bezuinigen is er geen ruimte meer voor dure aankopen. De jeugd krijgt dus weer de kans in ons land. Wie had tot voor kort ooit gehoord van Adem Maher? Of van Jordy Clasie? Spelers die de harten van de voetballiefhebber dit seizoen hebben weten te veroveren. De jeugd krijgt weer de kans en wat blijkt: er is meer dan genoeg talent in Nederland. Nu is het slechts wachten tot deze toekomstige toppers voor veel geld worden weggekaapt door clubs uit het buitenland: welkom in de wereld van het voetbal.