Kunst omdat het moet. Moderne kunst, daarvan zou je kunnen zeggen: “Dat kan mijn neefje van vier ook”, maar zo werken die dingen dus niet. Kunst heeft een ziel en een intrinsieke waarde, het liefst gesubsidieerd want anders barbaren aan de poort enzo. Prima natuurlijk. Daarmee kun je je sculpturen dus gerust tentoonstellen in het Kröller Müller-museum. Daar is het voor. En je kunt je kunst exposeren in de gangen van het collegezalencomplex op de Radboud Universiteit Nijmegen. Daar zijn ze voor, die gangen. Maar ja, het is dan wél handig even een bordje met “DIT IS GODVERDOMME KUNST!” er bij te hangen als je sculpturen net iets té neopostmodernistisch abstract zijn. Anders ziet een bewaker ze aan voor zwerfafval en wordt de kunst, hoppetee, weggeflikkerd. Omdat zo’n bewaarder denkt: “Op die manier afval maken, dat kan mijn neefje van vier ook”.
De kunstenaar in kwestie, Peter Otto, is er niet bepaald blij mee. En terecht. Iemands kunst wegflikkeren is zo’n beetje hetzelfde als met iemands vriendin gaan staan tongen of onverdoofd een nier uit iemands lichaam snijden. Dat doet pijn. Dat is een stukje ziel wat wordt opgeruimd. Maanden werk verkracht en vernederd.
Toch, Peter Otto had het kunnen weten. Kunst en de bekende censuuruniversiteit Radboud te Nijmegen is geen handige combi. Zo moest kunst aan de RU te Nijmegen eerder al worden gecensureerd (een complete expositie!) vanwege huilende filosofie-omaatjes en werden bepaalde kunstzinnige uitingen op een poster subiet verboden omdat wiskundemeisjes er wel eens gekwetst door zouden kunnen raken. En dat mag niet he, gekwetst worden op de Radboud Universiteit.
Dag openbare kunstexpositie! Dag Kunstenaars! Hallo zoveelste megafaal in Nijmegen! Zo, en dan nu een oplage ANS’en door de shredder trekken…