Redenen om nooit naar Indonesië te gaan (deel 14)

06-05-2012 13:00

Als een fijne slachtpartij van een zooi buffels jouw ding is, dan moet je beslist naar het Toraja-gebied op Sulawesi gaan. Voor een beetje begrafenis moeten al snel een stuk of tien waterbuffels het ontgelden. Maar bij rijke mensen natuurlijk nog een boel meer. En dat staat los van de tig varkens die en passant ook over de kling worden gejaagd. Want de gasten brengen natuurlijk cadeautjes mee. En wat is een logischer gift op een begrafenis dan een levende big om ter plekke te slachten. Ik bedoel maar.

Pas op! Dit topic bevat foto’s die niet geschikt zijn voor gevoelige magen! (red.)

Het hele gebeuren neemt doorgaans meerdere dagen in beslag. Op de eerste dag komen de gasten van ver. Die brengen dan een sloot biggen mee die ter plekke worden ontzield. De volgende dag volgen een stel buffels. Soms kunnen de nabestaanden en gasten zich niet zo goed inhouden en worden er alvast een paar buffels op de avond van de éérste dag geslacht. Doorgaans wordt dan de derde dag het lijk van de overledene in een grot geplaatst. Maar als de begrafenis langer duurt – soms wel een week – dan wordt het slachten uitgestrekt over verschillende dagen. Want een dag geen dieren over de kling gejaagd is een dag niet begraven. Of iets dergelijks.

Vlees, organen en stront
Eerst wordt de keel doorgejast met een stevig mes. Het beest zakt door zijn poten en bloedt leeg. Overigens is dat proces bij de varkentjes net iets anders. Ook daar steken ze een mes in, maar de big is dan niet meteen dood. Die krijgt eerst nog de tijd om hartverscheurend te gillen. Maar dan is het ook einde oefening voor de big. Maar goed, terug naar de buffel. Nadat de buffel zijn halsslagader stuk is gemaakt beginnen ze met het verwijderen van de huid. Die wordt ergens te drogen gelegd. Vervolgens wordt de rest van het lichaam aan stukken gehakt. Dat gaat met messen en bijlen. Er komen niet alleen mooie stukken vlees van het lichaam af, maar ook een boel organen. Denk bijvoorbeeld aan een volle maag. Tevens komt er langzaam nog één en ander aan stront uit de beesten en al snel wordt het een hele bende van vlees, organen, stront en half vergaan gras. Of wat die beesten maar eten.

De stukken vlees die ervan af komen worden onder de aanwezige gasten verdeeld. Hoe belangrijker de gast, hoe beter het stuk buffel dat hem wordt aangereikt. Dat vlees heeft in de tussentijd dus in de stront en maaginhoud van de betreffende buffel gelegen en zit vol botsplinters, een gevolg van het oeverloze gehak op het karkas. Een koelkast hebben de meeste gasten niet, dus om er iets aan te hebben roken ze het vlees. Dat doen ze als ze thuis zijn. Maar het hele proces duurt nogal lang dus tegen die tijd is het vlees dus gemarineerd met stront en maaginhoud.

Slachtporno en de Here Jezus
De traditie stamt van heel lang geleden en is honderd procent animistisch. Toen wij – de Hollanders – het volkje kwamen kerstenen vonden ze dat prima, maar ze wilden niet zonder hun slachtporno. De eerste missionarissen waren het daar natuurlijk niet mee eens, maar dat kostte ze letterlijk de kop. De volgende lichting vond het dus al snel best. Als ze maar in de Here Jezus gingen geloven. We mogen dus aannemen dat het geen Zevende-dags adventisten werden. Het is sowieso interessant om te kijken hoe de linkse mens over dergelijke tradities denkt. Aan de ene kant natuurlijk bruine primitieve mensen dus goed, maar aan de andere kant onnodig dierenleed, dus slecht. Het moet verschrikkelijk lastig zijn om er een mening over te vormen ter linkerzijde van het politiek discours.

Verder is het natuurlijk een ontzettend ijdele bedoening. De buren slachten tien buffels en dan slacht jij er elf. Dat is ongeveer hoe het gaat. De duurste buffel is licht en donker gevlekt. Die kost omgerekend bijna twintigduizend euro. Een degelijke middenklasser, zeg maar. En die eindigt dan dus als zwaar vervuilde stukjes taai gerookt vlees. Het lot van de waterbuffel in Toraja is daarmee ronduit kut te noemen. En laten we ook de biggen niet vergeten. Ook die hebben het kut. Cultuur is niet alleen maar leuk. Zeker niet voor de lokale veestapel.

Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com.